Winters wandelen

Wandelen is de buitensport bij uitstek om het hele jaar door te beoefenen. En wie zich grondig voorbereidt op herfst- en winterwandelingen, hoeft niet te vrezen voor ongemakken, kwaaltjes of blessures.

Frisse lucht en beweging zijn even goed in de herfst en de winter grote troeven van wandelen, maar koude en nat weer schrikken nogal wat mensen af. Het risico op en de complicaties door vallen, af- en onderkoeling en pijnlijke handen, voeten en gelaat door de bijtende kou, is immers een pak groter. Een goede planning en een paar eenvoudige voorzorgsmaatregelen volstaan om problemen te vermijden.

Aangepaste kleding

Drie lagen kleding zorgen ervoor dat u comfortabel kunt wandelen. Hoewel nogal wat mensen zweren bij katoen, is thermische onderkledij een veel betere keuze. In tegenstelling tot de holle, natuurlijke vezels van katoen houden kunststofvezels weinig tran-spiratievocht vast, zodat u veel minder bezweet raakt.

Die vochtafvoerende werking is ook belangrijk bij de tweede laag die u aantrekt. Die hoort isolerend (de dikte stemt u af op het weer) te zijn en licht: fleece is dus ideaal. Zorg ervoor dat uw broek niet te strak zit: als het echt koud is, is het isolerende luchtlaagje tussen uw huid en uw broek een zegen.

De derde laag, die u enkel gebruikt als het nat en/of koud is, moet waterafstotend, winddicht en ademend zijn. Dat is geen eenvoudige combinatie, zodat een goede regenjas doorgaans niet goedkoop is.

Besteed ook voldoende aandacht aan uw sokken. Of u dikke of dunne sokken kiest, hangt vooral van de weersomstandigheden en uw persoonlijke voorkeur af. Het belangrijkste is dat u sokken aantrekt die goed passen (zodat er geen plooien en daardoor extra wrijving ontstaan) of naadloos zijn. Dat maakt het risico op blaren meteen een pak kleiner.

Natuurlijk zijn geschikte schoenen even noodzakelijk. Hou in het achterhoofd dat een goede loopschoen daarom nog niet ideaal is voor wandelingen. Meestal is de hiel te hoog en de voorkant te weinig flexibel, zodat uw voet gehinderd wordt bij het afrollen en u zich blootstelt aan scheenproblemen. Verder kiest u voor zolen die voldoende grip hebben op een gladde ondergrond.

Bij erg koud weer voorziet u ook best een hoofddeksel. Zo’n 30 tot 40 % van uw lichaamswarmte gaat immers langs uw hoofd verloren. Ook handschoenen of wanten (of twee-/drievingerwanten voor wie wanten onhandig en handschoenen te koud vindt) zijn dan noodzakelijk.

Uw gezicht helemaal inpakken is zo goed als onmogelijk, maar een vette crème – of zelfs vaseline – kan een schrale huid voorkomen.

Extra aandachtspunten

Herfst en winter betekent dat de schemering vlugger intreedt. Laat ze u niet overvallen. Plan uw wandelingen goed, trek er voldoende tijd voor uit en voorzie u eventueel van een zaklampje en – om zichtbaar te blijven voor andere weggebruikers – lichtgevende kleding of accenten.

Check vooraf het weerbericht en staar u niet blind op de verwachte temperatuur. Stevige wind versterkt de wind chill factor, waardoor een buitentemperatuur van -7°C kan dalen tot een gevoelstemperatuur van -29°C.

Extreme koude kunt u zelf grotendeels compenseren door te bewegen en zo warmte te produceren. Maar let op als u mensen mee naar buiten neemt die zelf weinig tot geen inspanning leveren omdat u ze draagt (kleine kinderen) of omdat ze in een rolstoel zitten. In dat geval liggen onderkoelingsverschijnselen op de loer.

In dergelijke weersomstandigheden is het ook verstandig om er niet alleen op uit te trekken en een gsm mee te nemen: als u onverhoeds geïmmobiliseerd raakt, kunt u hulp inroepen.

Vermijd gevaarlijke situaties: wandel niet te snel, kijk uit voor gladde plekken. Hou er rekening mee dat voertuigen op een nat of glad wegdek niet altijd even snel kunnen stoppen. als in drogere omstandigheden.

En vergeet ook niet dat uw lichaam bij inspanningen ook in de winter vocht en energie nodig heeft: voorzie dus een flesje water en wat gedroogde vruchten, noten of een graanreep.

Ariane De Borger

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content