Wij aanvaarden menopauzeklachten niet langer

Het gros van de vrouwen krijgt vroeg of laat af te rekenen met menopauze-klachten. 85 % van de Belgische vrouwen vindt dan ook dat voor deze klachten een behandeling moet bestaan. Toch heersen er over de bestaande therapieën nog veel mis-verstanden, onzekerheid, angst en argwaan .

Zoals we al meermaals schreven is er de voorbije jaren heel wat heisa geweest rond het gebruik van hormonale therapie na de menopauze. Onder de artsen is de rust inmiddels weergekeerd (zie ook Plus Magazine, maart 2005, p. 42) maar geldt dat ook voor de betrokken vrouwen? Om dat te weten te komen, liet het farmaceutische bedrijf Organon een enquête uitvoeren in 7 Europese landen, waaronder België. Plus Magazine mocht als eerste de resultaten inkijken en besprak ze met dokter Mieke Hendrickx, gynaecologe in een menopauzecentrum.

Niet zonder gevolgen

Wetenschappelijk wordt de menopauze omschreven als de dag waarop de laatste maandstonden een jaar geleden zijn. Vanaf dan treedt de vrouw in de postmenopauze. Dat gebeurt gemiddeld rond de leeftijd van 52 jaar, dus een heel groot deel van haar leven brengt elke vrouw door in de postmenopauze. Helaas blijft het wegvallen van de hormoonproductie door de eierstokken op het ogenblik van de menopauze niet zonder gevolgen. Uit de enquête blijkt dat 95 % van alle ondervraagde Belgische vrouwen één of meer menopauzeklachten heeft gehad gedurende de afgelopen 5 jaar. 64 % noemt ze ‘ernstig’. Warmteopwellingen en nachtelijk zweten zijn daarbij veruit de vaakst gehoorde klacht (82 %). Maar ook humeurschommelingen (57 %), daling van de libido (46 %) en vaginale pijn (33 %) worden als erg hinderlijk ervaren.

Globaal genomen stelt 57 % van de ondervraagde vrouwen in ons land dat de menopauze wel degelijk een invloed heeft op hen en op hun leven. Ruim een kwart van hen zegt dat hun levenskwaliteit er merkelijk op achteruitging. Niet zo verwonderlijk dus dat 85 % van de moderne vrouwen het er niet langer mee eens is dat menopauzeklachten bij het leven horen en zonder meer moeten aanvaard worden.

Dokter Mieke Hendrickx: “De menopauze is wel een natuurlijke gebeurtenis in het leven van elke vrouw. Dit fenomeen op zich moeten we bijgevolg niet behandelen, wel de klachten die eruit voortvloeien. Er bestaat geen enkele reden om een gezonde vrouw die evenwichtig eet, voldoende lichaamsbeweging neemt en geen menopauzeklachten heeft een hormoontherapie voor te schrijven. Maar bijv. warmteopwellingen en nachtelijk zweten kan het leven van een vrouw en zelfs van een koppel zwaar hypothekeren. Sommige mensen durven nauwelijks nog buiten komen uit angst dat het zweet hen op de meest onmogelijke momenten uitbreekt. ’s Nachts wordt hun nachtrust en die van hun partner erdoor in het gedrang gebracht. Deze vrouwen moeten wij inderdaad kunnen helpen.”

Angst voor borstkanker

Zowel hormoontherapie als mogelijke alternatieven zoals fyto-oestrogenen of homeopathie zijn gekend door 76 % van de Belgische vrouwen. 49 % weet dat ook antidepressiva soms gebruikt worden om menopauzeklachten te behandelen. Op het ogenblik van de ondervraging gebruikte 27 % van de ondervraagde vrouwen hormoontherapie, 45 % had ze ooit gebruikt. De voornaamste reden om een behandeling te volgen waren warmteopwellingen, humeurschommelingen en vaginale pijn.

Maar hoe kijken zij tegen deze behandelingen aan? Heeft alle heisa van de voorbije jaren hen angst ingeboezemd? Inderdaad, zo blijkt uit de enquête. 48 % van de vrouwen die de hormoontherapie kennen, heeft negatieve gevoelens wat deze behandeling betreft. Toch is 49 % ervan overtuigd dat hormoontherapie de menopauzeklachten in het algemeen verlicht en is 26 % de mening toegedaan dat deze behandeling een positieve invloed heeft op de levenskwaliteit in het algemeen.

Vanwaar dan toch die negatieve gevoelens? De vrees voor borstkanker! 70 % van de vrouwen meent dat het ontwikkelen van borstkanker het belangrijkste risico is van hormoontherapie. Dit heeft ertoe geleid dat 32 % van de huidige hormoontherapiegebruiksters al minstens één keer gestopt is met de behandeling. Toch zijn ze er opnieuw mee gestart, in het overgrote deel van de gevallen omdat de menopauzeklachten opnieuw de kop opstaken en de vrouwen na overleg met hun arts inzagen dat de levenskwaliteit en de eventuele risico’s van een behandeling altijd tegenover elkaar moeten worden afgewogen.

Zij die definitief stopten met hormoontherapie deden dat in 18 % van de gevallen uit angst voor borstkanker en in 17 % omwille van de negatieve berichten over hormoontherapie. Bij de vrouwen die nooit hormoontherapie gebruikt hebben, haalt 61 % de angst voor borstkanker aan als voornaamste reden. Dit maakt dat 19 % van de Belgische vrouwen die daadwerkelijk te kampen hebben met menopauzeklachten te bang zijn voor borstkanker om hormoontherapie te gebruiken.

Dokter Mieke Hendrickx: “Bij sommige vrouwen bestaat er inderdaad een ongegronde angst die hen nodeloos doet lijden onder menopauzeklachten die eigenlijk best zouden kunnen behandeld worden. Maar zoals elke behandeling moet ook hormoontherapie zeer goed afgestemd worden op de individuele noden, wensen én risico’s van elke vrouw. Vooraleer we een hormoontherapie starten moet een duidelijke evaluatie gemaakt worden van het bestaande risico op borstkanker en een mammografische evaluatie van de toestand van de borsten van de betrokken vrouw. Dat is echter niet alles. Ook het cardiovasculair risico zullen wij evalueren. Op de noodzaak daarvan hebben de recente studies misschien nog meer de nadruk gelegd maar voor het overige is er eigenlijk niets veranderd. Het belangrijkste is dat we dit allemaal duidelijk uitleggen aan elke vrouw zodat zij weet dat hormoontherapie geen ‘standaardbehandeling’ is, maar een individuele behandeling. En dat er een heel arsenaal aan geneesmiddelen bestaat die ook niet allemaal dezelfde invloed hebben op het borstweefsel.

We zien in de praktijk dat vrouwen die in een eerste paniekreactie gestopt zijn met hormoontherapie maar bij wie de klachten in alle hevigheid opnieuw opdoken, zeer snel terugkeren naar deze behandeling als we hen duidelijk hebben kunnen uitleggen waar het precies allemaal om draait.”

Het onderzoeksbureau TNS-NIPO ondervroeg 4200 gemenopauzeerde vrouwen tussen 45 en 60 jaar, maximaal 5 jaar gemenopauzeerd. Ze waren afkomstig uit7 Europese landen.

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content