Werk vinden na je vijftigste

“Waarom zou ik nog zoeken? Als 50-plusser vind ik toch nooit meer werk!” Deze redenering kent iedereen. Maar waarom bekijkt u het probleem niet positief? Waarom vraagt u zich niet af hoe u het wél aanpakt als u een baan zoekt na uw vijftigste? Acht vuistregels en getuigenissen die u zeker kunnen helpen.

Dit artikel is geschreven vanuit een positieve ingesteldheid, maar met een nuchtere kennis van de Belgische arbeidsmarkt in het achterhoofd. We hebben gepraat met de VDAB en zijn Waalse tegenhanger FOREM, met het grootste outplacementbureau van België, met uitzendkantoren, met organisaties als Kompas en Seniorflex, met werkgevers. Maar vooral met mensen die doorzetten... en werk vonden.

Vuistregel 1: beslis eerst wat u zelf wilt

De eerste stap moet altijd een grondige zelfbezinning zijn. Wie ben ik, waar sta ik en wat wil ik nog in mijn leven? Hoe zie ik mijn loopbaan vanaf nu tot mijn pensioen? Wil ik voltijds werken of liever wat minder? Of wil ik een deeltijdse baan combineren met een uitkering? Wil ik hetzelfde soort werk in dezelfde sector, of juist iets heel anders? Heb ik een opleiding of bijscholing nodig? En wat wil ik verdienen?

In de begeleiding die de VDAB vanaf dit jaar specifiek aan 50-plussers aanbiedt (zie vuistregel 4), is deze bezinning altijd de eerste stap. Bij Kompas, een vzw die aan individuele loopbaanbegeleiding doet, vormt ze zelfs de belangrijkste aanpak. “Wie eerst eerlijk een balans van zijn loopbaan opstelt en dan keuzes maakt, is beter gewapend”, zegt Michèle Staelens van dit centrum. “Daarom voeren onze psychologen 6 tot 8 lange gesprekken met de werkzoekende. Wie op wat oudere leeftijd werkloos wordt, mag best de tijd nemen om terug te blikken op zijn loopbaan en zijn troeven en zwakke punten op een rijtje te zetten. Het is ook normaal dat je angstig en onzeker bent. Daarom is het goed met de hulp van een deskundige te kijken welke dromen en opleidingen nog realiseerbaar zijn. Uiteindelijk moet die bezinning ertoe leiden dat je van jezelf een volledig en vooral realistisch profiel opmaakt. Dat profiel wordt dan de basis om vacatures uit te kiezen en te solliciteren.”

Vuistregel 2: wees offensief

Begin van sollicitatiebrief A: “Ik ben 53 jaar oud en ik weet dat ik niet veel kans maak op de job in uw vacature. Toch ben ik zo vrij te solliciteren, omdat ik bereid ben een stapje terug te zetten”.

Begin van sollicitatiebrief B: “Ik volg al een tijdje met interesse de ontwikkelingen van uw bedrijf. Mijn ervaring in de sector kan, meen ik, een aanwinst en een meerwaarde voor u betekenen. Daarom ben ik zo vrij...”

De eerste brief is erg defensief en bijna verontschuldigend, de tweede prikkelt de aandacht en is offensief. “Ervaring, knowhow, rijpheid en stressbestendigheid zijn de sterke troeven van vrijwel elke oudere werknemer. Die moet u dan ook offensief gebruiken in iedere sollicitatie. Durf ervoor uitkomen dat u ervaring hebt. En u hoeft uw leeftijd echt niet op de eerste pagina en in vette letters te vermelden! Het kan ook achterin de brief of op het cv”, zegt Lynn Coutigny, algemeen directeur van Right Management Consultants in Brussel, één van de grootste outplacementbureaus van ons land.

“Vorige zomer hebben we een peiling georganiseerd bij Belgische personeelschefs over de vraag wat bij hen de doorslag geeft om iemand te kiezen voor een job (zie het kaderstuk p. 29). Daaruit bleek dat personeelsdirecteurs veel meer belang hechten aan zogenaamde zachte troeven (de hele persoonlijkheid, de motivatie en de indruk die een sollicitant maakt) dan aan diploma’s of salarisverwachting. Zorg er dus voor dat uw motivatie en de interesse voor de functie van u afstralen. Komt uw leeftijd ter sprake in het sollicitatiegesprek, zeg dan Ik ben misschien 52, maar dat betekent dat ik mijn ervaring nog een volle dertien jaar voor u kan inzetten.”

Vuistregel 3: houd vol

Ook al bent u de wanhoop nabij na een aantal vergeefse sollicitaties, de aanhouder wint! De mensen die wij hier aan het woord laten, hebben langer dan een jaar moeten volhouden, maar hun volharding werd beloond met een zinvolle job.

Vijftig-plussers moeten nog meer gemotiveerd zijn dan dertigers. Als het te lang duurt, kunt u interimwerk overwegen (vuistregel 5), maar ook dan moet u blijven solliciteren naar vast werk. Bij het al genoemde outplacementbureau duurt het voor kaderleden gemiddeld acht maanden eer ze een nieuwe baan hebben, voor bedienden een kleine zeven maanden.

Vuistregel 4: wees niet bang van de VDAB

Nu de overheid ons hersenspoelt dat we met z’n allen langer moeten werken, zien we nieuwe initiatieven ontstaan om 50-plussers aan een job te helpen. Staatssecretaris Kathleen Van Brempt (Welzijn op het werk) start dit jaar nog tien projecten met jobs die alleen voor deze groep openstaan. In Brussel werkt de organisatie Seniorflex als een denktank en vakbond voor werkzoekende vijftigers. Maar ook de officiële (en kosteloze!) overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening (in Vlaanderen: VDAB, in Brussel: BGDA, in Wallonië: FOREM) hebben niet stilgezeten.

Vrijwel alle VDAB-centra organiseren nu en dan een ’45+-week’. Die omvat onder meer een aantal informatiesessies waarop u te weten komt op welke overheidssteun u recht hebt en welke opleidingen u kunt volgen.

Nog belangrijker is ‘Traject 50+’. Deze nieuwe dienstverlening van de VDAB werd vorig jaar voor het eerst toegepast in Antwerpen, Oostende en Mechelen en wordt vanaf dit voorjaar uitgebreid naar alle VDAB-centra. “Traject 50+ is niet verplicht, het gebeurt op vrijwillige basis. De betrokkenen hebben er echter alle belang bij want we gaan hier heel ver in de individuele begeleiding”, vertellen Sandra Bosmans en Denise Teeuwissen, consulentes van VDAB Antwerpen. “We beginnen met een intensief intakegesprek waarin we een soort van bezinning houden: het beroepsverleden, de ervaring, de capaciteiten, de interesses, de jobs die de kandidaat interesseren, deeltijds of voltijds enz. Is er bijscholing nodig, dan gaan we de mogelijkheden voor de betrokkene na.

Ook IBO (individuele beroepsopleiding in een onderneming) is mogelijk. Wil de werkzoekende zich heroriënteren, dan zorgen we dat hij een week lang naar een Oriëntatiecentrum van de VDAB kan gaan. Gedurende vijf halve dagen zoekt men hier naar antwoorden op de vragen ‘Wat kan ik? Wat wil ik? Wat is mogelijk?’. De volgende fase in het Traject 50+ is sollicitatietraining: waar vind ik vacatures, hoe schrijf ik een cv, hoe voer ik een gesprek enz. We tonen de kandidaten hoe ze op internet kunnen zoeken en hun cv via internet kunnen verspreiden. En we geven hun zelfs postzegels voor hun sollicitatiebrieven! Daarna gaan we over tot een individuele trajectbegeleiding. We voeren een maandelijks gesprek, maken een selectie van vacatures, krikken het moreel op en bellen zelfs naar werkgevers om de kandidaat te promoten. Dat laatste doen we echter alleen als de betrokkene dat zelf wil en in zijn bijzijn. Op de 58 trajecten die we op ons kantoor in 2003 hebben opgestart, hebben er 14 werk gevonden in een termijn van 6 maanden.”

Vuistregel 5: uitzendwerk of PWA in afwachting?

Indien het wachten op nieuw werk naar uw gevoel te lang aansleept, kan werk via een plaatselijke werkgelegenheidsagentschap (PWA) of interimwerk een oplossing bieden, al was het maar tijdelijk. De uitbreiding van de dienstencheques zal de vraag naar PWA-ers en uitzendkrachten zeker doen stijgen.

Randstad, waarvan alle kantoren een aparte afdeling ‘Randstad 45+’ hebben, heeft in 2003 zo’n 5000 mensen van 45 of ouder aan werk geholpen. De uitzendketen schat dat haar kantoren gemiddeld één derde van alle kandidaten die ze inschrijven een baan bezorgt. Slechts een goede helft van de 45-plussers die hun cv naar Randstad sturen, wordt echter aanvaard. Kandidaturen met een ‘onhaalbaar cv’ (zoals iemand van Randstad dat noemde) worden al meteen geweigerd.

Vuistregel 6: denk nooit ‘voor die job zijn er te veel jongere kandidaten’

In principe is geen enkele job onmogelijk voor 50-plussers, hoeveel jongere kandidaten er ook zijn. De motivatie en het persoonlijke profiel blijven belangrijker dan de diploma’s. Maar dat neemt niet weg dat de arbeidsmarkt is wat ze is. Zo blijft werk vinden het makkelijkst in alle zogenaamde knelpuntberoepen waar veel vraag is naar mensen met ervaring en met ’twee rechterhanden’. We spreken dan over lassers, bewakingsagenten, geschoolde bouwvakkers, verplegenden en leraars, automecaniciens, boekhouders, chauffeurs, verwarmingsinstallateurs en zeer gespecialiseerde ingenieurs... In Brussel hebben 45-plussers met enige talenkennis het minder moeilijk in de commerciële en administratieve jobs. Voor arbeiders gaat het meestal iets vlotter dan voor bedienden. Het moeilijkst te plaatsen zijn de hogere en middenkaders (wegens te duur).

Vuistregel 7: u hoeft niet minder te verdienen

Om een job te krijgen hoeft u niet meteen te zeggen of te schrijven dat u een stapje terug wilt zetten en minder wilt verdienen. Ten eerste omdat dit een slechte indruk geeft (‘zodra hij een betere job vindt, is hij hier opnieuw weg’, redeneert een werkgever dan) en ten tweede omdat het niet hoeft. Uw ervaring en knowhow zijn hun prijs waard. Vaak is het zelfs verkieslijk nog wat langer te wachten op een baan die wél bij uw capaciteiten en uw salarisverwachting aansluit.

Lynn Coutigny: “Uit onze rondvraag bij personeelschefs bleek dat het gevraagde salaris pas de voorlaatste prioriteit inneemt in de overwegingen om iemand aan te werven. Aan de andere kant moet u natuurlijk wél soepel blijven. Wij adviseren de sollicitanten voor zichzelf een limiet te stellen inzake nettosalaris, een grens waar ze niet onder willen gaan.”

Personeelschef Marc Boumans ( zie ook het kaderstuk: ‘Egemin vindt geen 54-plussers!, p. 32): “Voor een product dat je aanstaat (in dit geval een kandidaat met motivatie, capaciteiten en enthousiasme), wil je als werkgever de prijs betalen. Gaat het bovendien ook nog om een bekend merk (dankzij de grote ervaring van de kandidaat), dan ben je ook bereid die meerwaarde te betalen.”

Vuistregel 8: blijf toch realistisch

Al het bovenstaande neemt niet weg dat de arbeidsmarkt voor 50-plussers momenteel zeer ongunstig blijft. De huidige wetgeving (vooral inzake brugpensioen) en de jacht op schijnzelfstandigen werken zeer contraproductief. Daarbij speelt ook nog de mentaliteit van het Belgische bedrijfsleven een rol.

Lynn Coutigny van Right Management Consultants: “In de privésfeer en in de openbare opinie stralen 50-plussers steeds meer een dynamisch en jong imago uit. Ze voelen zich ook veel jonger dan ze zijn. Maar die mentaliteitsverandering is nog lang niet doorgedrongen tot het Belgische bedrijfsleven. Dat blijft zeer conservatief. Als er één mentaliteit dringend moet veranderen, is het dié!”

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content