Welkom in winterland

Wanneer de Belle Province haar sneeuwmantel aantrekt, hangt er magie in de lucht. De zachte vlakten in de buurt van Quebec lijken de machtige Sint-Laurensrivier uit te dagen, gevangen als hij is in het ijs. Maar de mensen van deze Canadese provincie zijn legendarische levensgenieters. Zij laten de barre winter niet aan hun hart komen.

Halfzeven in de ochtend. Met een sappig accent brengt de nieuwslezer op de radio het weerbericht. ” Va faire ben froid. Présentement, -25°C ben givrés”, zegt hij joviaal. Frisjes wordt het inderdaad, want met de windfactor meegerekend, ligt de gevoelstemperatuur ergens in de buurt van de -32°C. Het is een van de koudste dagen van de winter. De zon begint langzaam aan haar klim aan een azuurblauwe hemel. De lucht is kristalhelder. Nog slaperig onder een dik pak sneeuw, wordt de stad wakker. Quebec s’éveille. Gevoerde laarzen, dikke overjassen, warme wanten, sjaals, alles is klaar om een bijtende dag te beginnen.

Wereldpatrimonium, en terecht

De stad Quebec, de wieg van de Franse beschaving in de Nieuwe Wereld en door Unesco uitgeroepen tot Wereldpatrimonium, bekoort al bij de eerste blik. Elk steegje is een brok geschiedenis. De hoofdstad van de Belle Province krioelt van het leven en toch wordt het nooit stresserend of beklemmend. Daarom is Quebec, omgeven door een grootse en ongerepte natuur, een van de aangenaamste plaatsen ter wereld om te wonen. Op minder dan een half uur rijden van de stad wachten prachtige natuurparken op de liefhebbers van oppeppende wandelingen in een beschermde en voorbeeldig bewaarde natuur. De gehechtheid aan de zuivere basiswaarden, samen met een intense levensvreugde, vormen misschien wel het geheim van de vriendelijkheid en de eigenheid van deze unieke parel.

Vooral in de bovenstad, het versterkte gedeelte aan de rand van Cap Diamant, is het schouwspel van de alomtegenwoordige natuur aangrijpend. De Sint-Laurens strekt zich tot aan de horizon uit, beladen met grote ijsschotsen. Als de rivier niet volledig dichtgevroren is, is het leuk om een tochtje te maken met de overzetboot die de pendelaars naar Levis brengt, de stad aan de overkant. Het is een indrukwekkende tocht, terwijl het ijs gevaarlijk kraakt en de boot opbokst tegen de krachtige stroming van de rivier. Een rustiger alternatief vormt een wandeling door de benedenstad. Rond de schitterend gerestaureerde place Royale herbergen mooie straatjes met eeuwenoude huizen tal van restaurants en winkels. Een schattige buurt met een leuke naam: Petit-Cham-plain. Hier neemt u de trap, de Casse-Cou (wat ‘halsbreker’ betekent en dat is zeker in de winter niet overdreven!) of de kabelbaan naar het indrukwekkende kasteel Frontenac, het echte embleem van Quebec. Als u de kans krijgt om de stad in de kerstperiode te bezoeken, mag u vooral niet aarzelen, want dan wordt ze pas helemaal sprookjesachtig. Ontelbare versieringen, kerstbomen en lampjes versterken dan het toch al romantische karakter.

Schitterend decor onder de blote hemel

Trek de deur van de herberg La Miscoutine open en de muziek schettert de koude sterrenhemel tegemoet. Een plaatselijk jazzorkestje, waarvan alle leden vanzelfsprekend het legendarische geruite houthakkershemd dragen, zorgt ervoor dat het enthousiaste publiek het warm krijgt, net voor ze opnieuw de winterkou gaan trotseren.

Een tocht in de gulle natuur, al dan niet met de sneeuwmobiel, blijft een onvergetelijke ervaring. De overheid is zich al ettelijke jaren bewust van het buitengewone patrimonium van de provincie en doet haar best om de 22 nationale parken van Quebec te beschermen en aan te leggen. Het is vooral de bedoeling om het typische natuurlijke milieu van elke regio te beschermen, maar er worden ook ludieke of educatieve activiteiten in de open lucht georganiseerd. Sinds enkele jaren is er een groeiend aanbod van aantrekkelijke vakantiemogelijkheden. Stuk voor stuk formules die een opvallend succes kennen. Een van de interessantste plaatsen is het station Duchesnay, op dertig minuten van de stad. Het is erg in trek, met zijn natuurcentrum dat het grote publiek bewust maakt van het belang van de kennis en de bescherming van de wouden. Maar er zijn ook tal van andere activiteiten mogelijk, zoals wandelingen op sneeuwschoenen of avontuurlijke tochten met de hondenslee. In hetzelfde station moet u vast en zeker het Hôtel de Glace bezoeken, een hotel met 34 kamers waar alles van ijs is: van de bar tot de discotheek, de kapel en zelfs de bedden. Een huiveringwekkende ervaring maar vergeten zult u ze nooit!

De ‘suikertijd’ breekt aan

Carnaval wordt in Quebec met minder drukte en praal gevierd dan bij ons, maar dat neemt niet weg dat ook hier de ogen van de kinderen schitteren wanneer ze officieel afscheid nemen van ‘Vadertje Winter’. En dan komen de lang verwachte maand maart en het schuchtere intrede van de lente. Dan kan de ‘suikertijd’ eindelijk beginnen. Het is een ogenblik waarop heel de familie zich traditioneel rond een rijkgevulde tafel verzamelt. Erwtensoep, bonen met spek, vleespastei, oreille de crisse (gefrituurde spekzwoerd), eieren en pannenkoeken, allemaal overvloedig overgoten met heerlijke esdoornstroop, vers uit de boom.

In deze periode van het jaar zitten de suikerhutten, echte houten blokhutten, stampvol. En iedereen, autochtonen en reizigers, wordt uitgenodigd om deel te nemen aan het feest van het bruine goud van Quebec: de esdoornstroop.

Druppels nectar

Volgens de overlevering werd de esdoornstroop ontdekt door een indiaanse vrouw die warm esdoornwater wilde drinken maar indommelde bij het vuur. Toen ze wakker werd, ontdekt ze tot haar verrassing een bruine, subtiel zoete en uiterst lekkere vloeistof.

Vandaag heeft men de techniek van de winning en het koken van esdoornsuiker helemaal onder de knie. Op het einde van de winter trekken de acériculteurs (de stroopmakers) hun sneeuwschoenen aan en zoeken ze de esdoornplantages op, die op dat ogenblik nog altijd onder een uitgestrekt wit deken liggen. Dan begint het lange, zware werk van het snijden. Met een zwengelboor wordt een 5 centimeter diep gat in de stam gemaakt. Er wordt een rietje in geduwd waarlangs het suikerwater van de boom druppel per druppel zal ontsnappen. Een emmer, de chaudière, wordt eronder gezet en vangt in het begin van de lente het kostbare vocht op, dat twee keer per dag wordt geoogst. Normaal wordt er in elke boom van dertig jaar of ouder één gat gemaakt om zijn sap te leveren, maar bij nog oudere exemplaren of bij stevige kerels met een grotere diameter (40 tot 60 centimeter) kan men twee tot uitzonderlijk zelfs drie insnijdingen in de stam maken.

Simpele pleziertjes

Bij het koken van de stroop komt heel wat vakmanschap en geduld kijken. Felix roert al 35 jaar in de kostbare nectar. Waakzaam laat hij het sap rustig verdampen en brengt hij het daarna voorzichtig aan de kook om, afhankelijk van de temperatuur, stroop of andere bijproducten te krijgen. “Je moet oppassen voor de luchtdruk”, zegt hij met een bezwerend blik. “Als je esdoornwater kookt en een halve graad te hoog of te laag zit, gaat het mis!”

De temperatuur is inderdaad van cruciaal belang! Bij 104°C is de stroop perfect. Bij 110°C wordt de afgekoelde en (15 tot 30 minuten) omgeroerde vloeistof esdoornboter. Bij 111°C is de stroom sterker geconcentreerd en maakt men er tire van, een snoep waar ze in Quebec met z’n allen dol op zijn: de hete stroop wordt op ijs uitgegoten en dan rond een stokje gerold. Bij 118°C krijgt men harde suiker en bij 112°C korrelsuiker. Als u op zoek zou zijn naar een product met vele toepassingen...

De nectar van de esdoorn heeft zijn vaste plaats in de tradities van Quebec en dat is geen toeval. De winning en het genieten ervan staan garant voor gezellig-heid en eenvoudig plezier. Met andere woorden: dit is Quebec! n

A Tekst en foto’s: Hervé Diard / Planet Pictures

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content