Welke spaarder bent u?

Belgen zijn spaarders: 238 miljard op spaarrekeningen, dat zegt genoeg. Maar welk soort spaarder bent u en vooral: waar-om spaart u? Deze (en andere) vragen stelde Roularta Research in opdracht van Plus Magazine aan 2.474 personen, van wie 92,5% ouder dan 50 jaar. De exclusieve peiling kwam er op een moment dat de banksector in Cyprus overstag ging en de vraag naar de bescherming van de spaarder in het middelpunt van de belangstelling stond.

VRAAG. Wat is de rol van spaargeld voor een (ons) land?

Bob De Leersnyder, woordvoerder van Febelfin, de koepelorganisatie van de Belgische financiële sector: “Het spaargeld van de burgers is een belangrijke basis voor de economie van een land. Het heeft een kalmerend effect op de internationale financiële markten wanneer burgers een groot netto vermogen hebben. En het betekent dat de overheid enigszins beschermd is tegen schommelingen in de intresten die ze moet betalen voor de financiering van de overheidsschuld. Wanneer overheden obligaties uitgeven, wenden ze zich o.a. rechtstreeks tot de spaarder. Bedrijven doen hetzelfde wanneer ze obligaties uitgeven en aandelen plaatsen.”

“Ook de financiering van de economie via bankkredieten steunt op spaardeposito’s. Het is namelijk zo dat banken, wanneer ze krediet verlenen, de spaardeposito’s die ze aanhouden gebruiken als basis voor het krediet. In België wordt dit mooi geïllustreerd door een aantal cijfers naast elkaar te zetten. Tussen eind 2007 en eind 2012 nam het bedrag op de gereglementeerde spaardeposito’s toe met 87 miljard euro. In dezelfde periode werd 87,5 miljard euro aan krediet verstrekt aan gezinnen, ondernemingen en overheden. Met andere woorden: het geld op spaarrekeningen wordt actief aangewend om de economische activiteit van het land te ondersteunen. Overheden en ondernemingen gebruiken dit geld, al dan niet na bank- tussenkomst, voor het verder ontplooien van hun activiteiten. De gezinnen kunnen er op terugvallen voor ondersteuning van hun consumptie, of bij de aankoop van een woning.”

66% wil een vaste (jaarlijkse) opbrengst

Vooral vrouwen zetten zekerheid voorop, en dat verrast ons niet (73% tegenover 56% van de mannen). Mannen zijn dan weer bereid een beperkt risico te nemen omdat ze willen dat hun geld het beter doet dan de inflatie (36% tegenover 22% van de vrouwen). Noteren we ook nog dat bedienden op financieel vlak minder ‘durven’ dan gepensioneerden, die nochtans ook voorzichtige spaarders zijn.

VRAAG. Is de spaarrekening nog altijd de veilige haven voor de spaarders, zoals dat het geval was bij het uitbreken van de economische crisis in 2008?

Guy Legrand, directeur van Trends: “Geld op een spaarrekening plaatsen lijkt inderdaad een slechte belegging, omdat de opbrengst lager ligt dan de inflatie en u dus op die manier aan koopkracht verliest. Maar dat is net hetzelfde voor de staatsbons bijvoorbeeld. Daar blijft de opbrengst uiteraard altijd gelijk, terwijl die van een spaarrekening kan worden verhoogd als de tarieven stijgen (wat veel economisten niet waarschijnlijk achten in de nabije toekomst). Hoewel de spaarrekening dus geen goede belegging is, is ze uiteindelijk minder slecht dan andere beleggingsvormen. Tot € 100.000 zou je het, dankzij de staatswaarborg, inderdaad nog steeds een veilige haven kunnen noemen. De gebeurtenissen in Cyprus hebben dit principe even aan het wankelen gebracht, maar het vertrouwen is intussen hersteld.”

VRAAG. De oprichting van de coöperatieve bank New B heeft een ongelooflijke start gekend: op tien dagen tijd schreven zich 33.000 coöperanten in! In deze tijden snakken mensen naar een meer participatief en ethisch alternatief. Strohalm of volwaardig alternatief?

Guy Legrand: “Het enthousiasme voor dit initiatief was spectaculair en dat heeft alles te maken met het negatieve imago van de klassieke banken. Op deze manier kan het publiek uiting geven aan zijn ongenoegen. Het coöperatief model heeft vroeger goede resultaten opgeleverd en New B zou een succes kunnen worden, maar dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Coöperanten vinden is één ding, je moet ook klanten hebben.”

53% spaart nog steeds zoals voor de crisis

De economische crisis die al sinds 2008 aansleept, heeft weinig invloed op ons spaargedrag. Meer dan de helft spaart zoals voordien, ook 51% van de gepensioneerden doet dat. Slechts 8% spaart meer dan voor de crisis: vooral kaderleden (17%) en mensen jonger dan 50 (14%). Uit angst voor een mogelijke tegenslag, zoals jobverlies? 22% spaart minder dan voorheen en 1 op 10 zegt sinds de crisis niet meer te sparen.

VRAAG. De recente gebeurtenissen in Cyprus hebben de spaarder opnieuw ongerust gemaakt. Hoe moeten we daar tegenaan kijken?

Guy Legrand: “De reactie van Europa (en in de eerste plaats van de Cypriotische regering) op de bankdeposito’s heeft vooral een psychologische ravage aangericht. Te meer omdat men er voortdurend op wees dat het scenario zich ook elders zou kunnen herhalen. Het is belangrijk te onderstrepen dat het in Cyprus om technische redenen onvermijdelijk was dat een stuk van de spaardeposito’s werd aangetast, maar dat dit in andere landen weinig waarschijnlijk is. Het is intussen duidelijk dat niet aan de eerste € 100.000 zal worden geraakt. Moest dit wel het geval zijn, dan zou dit voor een groot onrechtvaardigheidsgevoel en een paniekreactie zorgen die we tot elke prijs moeten vermijden.”

43% Vlamingen en 34% Franstaligen leggen een buffer aan voor slechtere tijden

We sparen vooral om onze oude dag te kunnen financieren (52%) en een buffer aan te leggen voor slechtere tijden.

Vraag. Hoe kunnen we dit verschil in spaargedrag tussen Franstaligen en Nederlandstaligen verklaren?

Guy Legrand: “Ford Genk heeft een schokgolf door Vlaanderen laten gaan. Plots werd duidelijk dat ook het noorden met structurele problemen kampt, iets waarvan Vlamingen dachten dat dit enkel voor Wallonië gold. Vlaanderen blijkt niet immuun. Ook de chemische sector, één van de pijlers van de Vlaamse industrie, slaat alarm omdat hij geen stand kan houden tegen de VS. Begin jaren 2000 waarschuwde Vlaams economist Rudy Aernoudt al dat de autoindustrie en de chemie wel eens de steenkool- en staalindustrie van Vlaanderen konden worden. In die tijd leek dat hoogst ondenkbaar.”

35% van de Vlamingen tegen 12% van de Franstaligen sparen omdat ze wel eens heel oud zouden kunnen worden

Ons land kent een groeiend aantal honderdjarigen. Maar boven de statistisch gemiddelde leeftijd uitkomen heeft ook een keerzijde: hoe gaat u dat financieren?

VRAAG. Houdt u bij het sparen rekening met het feit dat u wel eens heel oud zou kunnen worden?, vroegen we voor het eerst in een peiling. Uit de antwoorden blijkt dat Vlamingen er veel meer rekening mee houden dan Franstaligen. Eigenaardig?

Johan Adriaens, onafhankelijk vermogensplanner: “Dat er zoveel Vlamingen bij het sparen rekening houden met het feit dat ze misschien wel eens 100 jaar zullen worden, verwondert mij niet. Ik ondervind inderdaad een verschil tussen Vlamingen en Walen. Die laatsten willen genoeg opzij zetten om later zeker goed rond te komen. Vlamingen willen zelf rondkomen, nog wat reserve aanleggen en als het even kan ook nog iets doorgeven aan de kinderen. Onlangs stelde een Waalse klant zelf voor om zijn huis te verkopen en iets te huren zodat hij wat royaler kon leven, meer kon reizen en op restaurant gaan. Dat zie ik een Vlaming niet zo snel zelf suggereren.”

45% vindt dat het spaargeld voor hun (klein)kinderen moet dienen om hen een start in het leven te geven

Eén op drie stelt geen eisen over hoe de (klein)kinderen het geschonken bedrag moeten besteden. Ook ‘een project financieren’ is een belangrijke reden om kinderen en kleinkinderen een financieel duwtje in de rug te geven(29%). Vooral zelfstandigen en mensen met een vrij beroep denken er zo over.

VRAAG. Als ouders geld schenken aan hun kinderen zijn ze wel eens bang voor het Ferrari-syndroom. Ze willen niet dat hun kinderen die zuur gespaarde centen over de balk gooien. Verwondert u dit?

Johan Adriaens: “Typisch Belgisch is willen dat uw kind het minstens even goed heeft als uzelf. Dat houdt voor de meeste Belgen in dat ze willen dat hun kind vastgoed verwerft. Wie een eigen huis heeft, is geslaagd in het leven. Die mentaliteit heerst bij ons veel meer dan in Frankrijk of Nederland. Daarom zijn de ouders bereid hun kinderen een goeie ‘start’ te geven én te helpen als er problemen zijn.”

Anne Vanderdonckt, Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content