Welk pensioen na een gemengde loopbaan?

Hebt u ook problemen met (de raming van) uw pensioen omdat u naast loontrekkende ook nog zelfstandige en/of ambtenaar bent geweest? Plus Magazine organiseerde een rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van de drie pensioenstelsels, confronteerde hen met uw vragen en legde de drie belangrijkste pijnpunten van hun samenwerking bloot.

In ons land kunt u werken onder drie verschillende statuten: als loontrekkende, als zelfstandige of als ambtenaar. Ook onze pensioendiensten kennen deze drievuldigheid. Gelukkig voor mensen met een gemengde loopbaan worden er meer en meer bruggen geslagen tussen deze drie diensten. Plus Magazine peilde bij zijn lezers naar de (on)tevredenheid over deze (samen)werking en legde de probleempunten voor aan een specialistenpanel. Rond onze tafel zaten (van links achteraan naar rechts op de foto): Micheline Schaus (adjunct-adviseur bij de communicatiedienst van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen – RSVZ), Dominique Blampain (directrice Communicatie bij de Pensioendienst voor de overheidsector – PDOS), Dominique Lemaire (coördinator gemeenschappelijke projecten), Vik Beullens en Christophe Blérot – resp. Nederlandstalige en Franstalige attaché Externe communicatie bij de Rijksdienst voor pensioenen – RVP). Op de rug: onze journalisten Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet.

Eerste vaststelling: 50% van de mensen die reageerden, verklaart zich tevreden over de (samen)werking van de pensioendiensten!

Tweede vaststelling: de problemen die er nog zijn, kunnen we herleiden tot drie grote pijnpunten:

de moeilijkheid om een raming te krijgen voor wie in verschillende stelsels (of het buitenland) heeft gewerkt

de algemene samenwerking tussen de pensioendiensten

de harmonisering van de wetgeving: mensen met gemengde loopbanen moeten in de 3 stelsels voldoen aan de voorwaarden. Dat is niet eenvoudig.

Pijnpunt 1: De raming van het pensioenbedrag

“Gezien ik al vele jaren werkloos ben, kan ik mijn pensioen niet laten berekenen met de internettoepassing MyPension van de RVP. Hoe kan ik dan wel te weten komen hoeveel pensioen ik zal ontvangen?”

Lutgarde Hillen, Hechtel-Eksel

Antwoord van het panel: Zowel MyPension als Kenuwpensioen zijn internetprogramma’s die rekening houden met gelijkgestelde periodes, zoals werkloosheid. Het is wel belangrijk dat u alle zones goed invult. Als u een lange periode werkloos was, bijv. van 1985-1995, dan moet u uw laatste reële loon invullen, nl. dat van 1984. Op die manier worden werkloze periodes meegerekend voor het pensioen. Hebt u niets ingevuld, dan houdt het programma er uiteraard geen rekening mee.

EEN GOEDE RAAD Lees de gebruiksaanwijzing bij elke zone. Voor de lonen bijvoorbeeld moet u het brutobedrag invullen, voor afhouding van socialezekerheidsbijdragen.

“Het pensioenformulier op het internet houdt enkel rekening met gewerkte jaren in België. Zelf heb ik verschillende jaren in Nederland gewerkt. Hoe kan ik mij als grensarbeider een idee vormen van mijn pensioen? Er is blijkbaar geen overleg tussen de pensioendiensten van België en Nederland. Waar kan ik terecht voor informatie?”

Chris Vissers, Dilsen-Stokkem

Antwoord van het panel: Wat de raming betreft zijn er nog geen afspraken, laat staan een internationale reglementering. Maar dat is wel het geval voor de pensioenaanvraag zelf! De Belgische pensioeninstelling brengt de buitenlandse op de hoogte van een pensioenaanvraag, maar niet van een aanvraag voor een raming. Vóór de pensioenleeftijd is het dus heel moeilijk om informatie te krijgen. We proberen dit te omzeilen door bilaterale akkoorden te sluiten. Zo hebben we een akkoord met Duitsland en Marokko, we staan op het punt er een te sluiten met Nederland en we onderhandelen met Frankrijk.

Een andere moeilijkheid is dat andere landen een andere berekeningswijze van het pensioen hanteren. Momenteel kan iemand die een aantal jaren in het buitenland gewerkt heeft en een raming wenst, nog het best zelf contact opnemen met de buitenlandse pensioendiensten. We zijn niet het enige Europese land dat ramingen maakt, dat doet ook Zweden, Frankrijk, Denemarken, Polen,... Een exact beeld zal dit niet geven, maar u zult minstens de optelsom van beide kunnen maken. Uw pensioen kan eventueel méér bedragen maar zeker niet minder want er gelden geen cumulregels meer. Als u een goede reden hebt, kunt u een dergelijke berekening uitzonderlijk ook aan de RVP vragen, maar die moet dan ‘op grootmoeders wijze’ worden gemaakt.

“De wachttijd om een raming te krijgen is wel erg lang. Ik heb een raming gevraagd in april en nu (november) nog steeds niets ontvangen.”

Jacqueline Van Dam, Deurne

Antwoord van het panel: Er zijn twee mogelijke redenen voor een lange wachttijd:

een gemengde loopbaan: hebt u in meerdere stelsels gewerkt, dan moet de ene dienst gegevens doorgeven aan de andere. Hebt u enkel als loontrekkende gewerkt, dan is het eenvoudiger: dan kunt u een antwoord verwachten binnen de week.

een probleem met de identificatie: het gebeurt wel eens dat iemand anders (bijvoorbeeld de echtgenoot) de aanvraag doet in plaats van de persoon in kwestie, wat voor verwarring en vertraging kan zorgen.

EEN GOEDE RAAD Dien maar één aanvraag voor een raming in, bij één organisme, het maakt niet uit welk. Uw dossier wordt hoe dan ook doorgegeven van de ene pensioendienst naar de andere!

Pijnpunt 2: De samenwerking tussen de diensten

“Ik heb een heel gemengde loopbaan achter de rug: een deel als loontrekkende, maar ook een deel als zelfstandige en een deel in het onderwijs. Op een zitdag van de pensioendienst voor loontrekkenden werd ik goed geholpen maar ik wacht nog steeds op een antwoord van de RSVZ.”

Marc Van Massenhove, Eeklo

Antwoord van het panel: Wie een gemengde loopbaan en vragen daarover heeft of een raming wenst, kan terecht in een Pensioenpunt waar iemand van elk van de drie pensioendiensten aanwezig is. Zij kunnen u doorverwijzen naar de collega van het stelsel waar het probleem zich voordoet. Zo hoeft u geen drie kantoren of zitdagen meer aan te doen! Vandaag bestaan er 20 Pensioenpunten. U vindt ze op www.rvponp.fgov.be (klik op: Toekomstige gepensioneerde, Contact en Pensioenpunten in uw buurt), op www.pdos.fgov.be of www.rsvz-inasti.fgov.be.

“Sinds een jaar probeer ik te weten te komen hoeveel mijn pensioen zal bedragen. De PDOS moet informatie krijgen van de RVP. Binnen een maand ga ik met pensioen en ik ken mijn toestand nog altijd niet!”

S.V., Temse

Antwoord van het panel: Wanneer iemand in meer dan één stelsel gewerkt heeft, dan moet het pensioen in de verschillende stelsels worden berekend. De diensten moeten op elkaar wachten voor de definitieve beslissing. Dit gebeurt steeds in dezelfde volgorde: eerst komt de beslissing van de PDOS, dan de RVP en dan het RSVZ. Het is dus logisch dat dit wat langer duurt dan voor iemand met een homogene loopbaan. Een jaar is echter heel lang. U kunt het best contact opnemen met een Pensioenpunt.

“Ik heb ingelogd met mijn eID om mijn toekomstig pensioen te kennen. Maar er was bitter weinig te zien. Ik werk bij de overheid. Zijn overheidspensioenen misschien geheim?”

Pierre Wauters, Sint-Gillis-Waas

Antwoord van het panel: Met uw eID kunt u inloggen in het systeem MyPension maar dit programma is enkel bedoeld om een zicht te geven op het toekomstige pensioen van een loontrekkende. Voor ambtenaren komt er ook een automatische raming op 55 jaar. Midden 2011 zal het programma Capelo operationeel zijn. Dat staat voor Carrière publique électronique – Elektronische loopbaan overheid. Het doel is een gegevensbank van de loopbanen van ambtenaren te realiseren. Meer info vindt u op www.capelo.be

WEETJE In de loop van 2011 zal de PDOS ook over een telefonisch Contact Center beschikken.

“Mijn echtgenoot is overleden, na een gemengde loopbaan. Ik krijg dus een overlevingspensioen van verschillende diensten. Hoewel we in het computertijdperk leven, moet je toch nog eindeloos met formulieren van de ene dienst naar de andere huppelen. Gelukkig heeft mijn ziekenfonds dat in orde gebracht.”

R.T. , Temse

Antwoord van het panel: Dat is een terechte opmerking, want soms gebeurt er wel eens dubbel werk. De pensioeninstellingen proberen hieraan wel te verhelpen, bv. door de ambtshalve opening van een overlevingspensioendossier. Ziekenfondsen en vakbonden kunnen helpen met het invullen van de documenten. Gemeentehuizen ook maar daar werd de dienstverlening wat teruggeschroefd omdat je de pensioenaanvraag ook elektronisch kunt doen. U moet enkel uw naam, rijksregisternummer, de begindatum van uw pensioen en de stelsels waarin u gewerkt hebt ingeven. Er worden zo weinig mogelijk extra vragen gesteld. Wanneer er toch bijkomende informatie nodig is, zal dat via de fameuze formulieren moeten gebeuren.

“Hoe kun je het bedrag van je pensioen controleren?”

Hubert Bruyere, Boussu

Antwoord van het panel: De controle gebeurt op twee niveaus:

tijdens de loopbaan krijgt de werknemer elk jaar een pensioenfiche. Op basis daarvan wordt het pensioen berekend.

op de website van de pensioendienst staan alle elementen die nodig zijn om de juiste berekening te kunnen maken (loonplafonds, herwaarderingscoëfficiënten, enz.).

We kunnen toekomstig gepensioneerden geruststellen: het grootste deel van de pensioenberekening gebeurt via een computer die zich niet vergist. Bovendien wordt elk dossier verplicht nagekeken en getekend door minimaal twee personen. Een derde controle vindt plaats bij de betaling en dan is er ten slotte nog een kwaliteitscontrole die steekproefs-gewijs gebeurt.

Pijnpunt 3: Harmonisering van de wetgeving

“Mijn echtgenote heeft in de privé en voor de overheidssector gewerkt. Voor de overheidssector is een vervroegd pensioen wel mogelijk. Voor het privégedeelte moet zij echter wachten tot ze 65 is vooraleer zij haar pensioen kan ontvangen. Dit omdat zij niet aan de 35 vereiste loopbaanjaren komt om recht te hebben op een vervroegd pensioen. Nochtans heeft ze in totaal een loopbaan van veel meer dan 35 jaar, maar dus niet in één en dezelfde sector. Wordt het niet tijd om de wetgeving en de reglementeringen op dit vlak op mekaar af te stemmen?”

L.S., Soignies

Antwoord van het panel: Dit is een teer punt, maar er wordt aan gewerkt:

De reglementering voor de loontrekkenden en de zelfstandigen werd al op mekaar afgestemd: de jaren als zelfstandige en loontrekkende worden samengeteld om te zien of de persoon in kwestie ten minste 2/3de van een volledige loopban heeft gewerkt. Is dat het geval, dan heeft hij recht op het minimumpensioen voor een gemengde loopbaan. Let op, dit bedraagt minder dan het minimumpensioen van een loontrekkende of een zelfstandige.

De regels voor het vervroegde pensioen (tussen 60 en 65 jaar) zijn niet dezelfde in de privé- als in de overheidssector. In de privésector kan iemand maar met vervroegd pensioen gaan als hij minstens 35 loopbaanjaren telt. Deze voorwaarde geldt niet bij de overheidssector. Dat kan problemen opleveren, zeker wanneer iemand in de privé gewerkt heeft en nadien in het onderwijs. Op 58 jaar kunnen leerkrachten immers ter beschikking worden gesteld en zij moeten verplicht met pensioen op 60 jaar. Ze krijgen dan hun pensioen voor het loopbaandeel in het onderwijs, maar voor het deel in de privésector moeten ze wachten tot 65 jaar omdat ze niet aan de voorwaarden voor een vervroegd pensioen in dat stelsel voldoen. Resultaat: gedurende 5 jaar kunnen ze een deel van hun pensioen niét krijgen. Zo’n beslissing ligt echter niet in de handen van de pensioendiensten. Dit probleem moet politiek worden opgelost.

Dan zijn er nog de regels over de loopbaanbreuk. Ons pensioen wordt berekend op 45 loopbaanjaren. Als iemand langer werkt, worden de financieel minst interessante jaren weggelaten. Maar als u als zelfstandige én als loontrekkende hebt gewerkt en u overschrijdt 45/45ste, dan worden eerst jaren als zelfstandige weggelaten, ook al zijn ze niet noodzakelijk de financieel minst interessante! Het meetellen van bepaalde loopbaan-jaren gebeurt immers trapsgewijs (in het jargon: in cascade): eerst worden de jaren als ambtenaar gerekend, dan die als loontrekkende, daarna die als zelfstandige. De jaren als zelfstandige worden dus eerst weggelaten. Er werden al een aantal parlementaire vragen gesteld om de minst voordelige jaren weg te laten, ongeacht het stelsel, maar een beslissing daarover is nog niet genomen.

Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet – foto’s Frank Bahnmüller

“In 2011 zal de PDOS een Contact Center hebben.”

“Via MyPension volgt u uw dossier als werknemer. ”

“De Sociale Verzekerings-kas moet ook info geven. ”

“Er zijn nu 20 Pensioen-punten in heel het land”

“We maken een brug tussen de drie diensten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content