Wek de vroegere bewoners tot leven

Om de exacte geschiedenis van je woning te achterhalen, moet je in de archieven duiken. Net als bij een stamboom vertrek je van recente documenten en ga je almaar verder terug in de tijd. “De belangrijkste bron heb je al in handen”, klinkt het bij dr. Laurence Druez (Rijksarchief, Luik). “Als je eigenaar bent van een pand, beschik je over een verkoopakte waarin de eigendom wordt overgedragen. Deze notariële akte bevat informatie die je in staat stelt om verder te graven.”

Met wat geluk vermeldt het document alle voorgaande eigenaars of op zijn minst van wie de vorige eigenaar het pand heeft gekocht en welke notaris die akte heeft verleden. Theoretisch is het dus mogelijk om, akte na akte, alle opeenvolgende eigenaars van je woning te achterhalen. “Aktes die minder dan 75 jaar oud zijn, worden bewaard door de notaris (of diegene die het notariaat heeft overgenomen). Daar kan je een afschrift opvragen. Voor oudere aktes moet je naar het Algemeen Rijksarchief (ARA)”, aldus Laurence Druez. Met een beetje geluk kan je heel ver terug in de tijd, want het beroep van notaris bestaat al sinds de 16de eeuw. Helaas ontbreekt er soms één document in de rij, vernietigd tijdens een conflict, een brand of gewoon zoekgeraakt. Gelukkig wordt al enige tijd elke verkoopakte van een onroerend goed geregistreerd door een hypotheekkantoor, dat na 30 jaar zijn archieven overmaakt aan het Rijksarchief.

Een strak plan

De notariële akte geeft ook een bondige beschrijving van het onroerend goed en de ligging, onder meer aan de hand van een kadasternummer. Op basis van kadasternummers kan je de meer recente kadastrale plannen raadplegen”, legt Laurence Druez uit. “Je vraagt gewoon een kopie van de plannen op bij de Regionale Directie van het kadaster. Alleen als het om heel oude documenten gaat, moet je naar het Algemeen Rijksarchief.

De informatie op kadasterplannen is beperkt maar niet oninteressant: ze bevatten de oppervlakte van het perceel – die met de jaren misschien is gewijzigd omdat het perceel werd opgedeeld – maar ook de vorm én oppervlakte van de bebouwing. Zo kan je achterhalen wanneer een bepaalde vleugel werd bijgebouwd of afgebroken.” Op oude percelenplannen kan je ook zien in wat voor omgeving je huis vroeger stond. Vandaag staat het tussen flatgebouwen, maar destijds werd het misschien te midden de velden gebouwd!

Gezichten uit het verleden

Als die stappen achter de rug zijn, kan je uitvissen wanneer je huis precies werd gebouwd en wat er in de loop der jaren allemaal aan veranderd werd. “Vanaf de 19de eeuw kan je aan de hand van bouwvergunningen of stedenbouwkundige vergunningen iets minder droge gegevens achterhalen”, voegt Druez er aan toe. “Het gaat om vergunningen die het gemeentebestuur aflevert voor elke nieuwe constructie of elke ingrijpende wijziging van het gebouw. In de gemeentearchieven vind je dossiers terug die almaar beter gedocumenteerd zijn. Soms zitten daar schitterende oude foto’s of grondplannen bij, die het eigenlijk verdienen om ingelijst in je woonkamer te hangen. Meteen kom je ook meer te weten over de eigenaars: wie zijn woning verbouwt, is doorgaans vermogend... Beetje bij beetje maken de zuiver administratieve gegevens plaats voor anekdotes.”

Wie weet slaag je erin de voormalige bewoners een gezicht te geven: tal van verenigingen en architectuurarchieven bezitten uitgebreide fotoarchieven van huizen en buurten. Was je woning vroeger een winkel, dan heeft de vroegere eigenaar misschien ooit trots voor zijn etalage geposeerd. Of kwam de vrouw des huizes op het moment van de foto nieuwsgierig aan de deur piepen. Maar zelfs als de gezichten ontbreken, dan nog leren deze foto’s je heel wat over de buurt (was het een volksbuurt of een chique wijk? Was het er druk?) en over de staat van het gebouw in een welbepaalde periode.

Als het spoor doodloopt

Je merkt het: de geschiedenis van je woning reconstrueren tot in de 19de eeuw is al een hele klus op zich. Als het huis nog ouder is, moet je de archieven van het ancien regime bestuderen en dat is bepaald niet evident voor een leek. De mogelijke bronnen worden talrijker en ingewikkelder, de geschriften zijn moeilijker te ontcijferen, sommige documenten zijn opgesteld in het Latijn. De documenten worden onnauwkeuriger, bestaan niet (meer) of zijn verdwenen. “De hele evolutie van je woning traceren, wordt soms onmogelijk. Misschien moet je je zoekopdracht uitbreiden tot een hele straat of wijk om nog iets van informatie te vinden. Zo begeef je je meer en meer op het domein van de sociale geschiedenis.” Je oude woning zal wellicht niet al haar geheimen prijsgeven. En misschien is dat maar goed ook.

Nuttige websites en adressen

Waar bevindt zich het Algemeen Rijksarchief? Waar kan je de dossiers van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers raadplegen? In welk boek over architectuur vind je interessante informatie? Voor al deze praktische zaken verwijzen we je door naar www.plusmagazine.be/hetverhaalvanjehuis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content