Weg met het lawaai!

‘Ik ga kapot aan verkeerslawaai!’. Zelden heeft onze redactie zo veel reacties ontvangen als na de oproep in ons vorig nummer (zie Thema van de maand, pag. 20). Meer en meer mensen worden in hun woning en in hun slaap belaagd door geluiden uit het verkeer. En het gaat echt niet alleen om vliegtuigen.

Reacties van lezers leest u in de rubriek ‘Thema van de maand’, op pag. 20

Het begint omstreeks 4.30 uur ’s morgens”, schreef lezeres Sylvia Stevens. “Vanaf dan trilt ons huis van de voorbijrijdende vrachtwagens in de achterliggende straat. 6 uur: de overbuurvrouw start haar auto om naar haar werk te vertrekken en ik hoor elke decibel van de optrekkende motor. 6.30 uur tot 9 uur: het ochtendverkeer gebruikt onze straat als een sluipweg om de verkeerslichten te vermijden. Hetzelfde herhaalt zich tussen 16 uur en 20 uur. Op dat moment is het vrachtverkeer vrijwel stilgevallen. Rust? Jawel, tot de opgefokte brommertjes en de rijdende discobars verschijnen. Die lijken een voorkeur voor onze straat te hebben. Resultaat: weer eens een nacht van maximaal drie uur slaap.”

De nachtvluchten en het nieuwe spreidingsplan van mobiliteitsminister Bert Anciaux hebben het probleem van het verkeerslawaai op de politieke agenda geplaatst. Het lijkt soms alsof de geluidshinder alleen door vliegtuigen wordt veroorzaakt, maar de realiteit blijkt anders. “Het verkeer op de weg is de belangrijkste bron van geluidsoverlast geworden”, horen we van Erik Grietens, beleidsmedewerker van de Bond Beter Leefmilieu. “Vliegtuiglawaai zorgt weliswaar voor de grootste gezondheidsklachten, maar treft minder mensen. Daarentegen ondervindt één Vlaming op drie vandaag last van geluidshinder door het wegverkeer. En dan spreken we niet over nachtlawaai binnenshuis! 27 % van de Vlamingen heeft thans overdag in zijn woning te maken met verkeerslawaai van gemiddeld 65 tot 70 decibel. Het woord gemiddeld betekent natuurlijk dat we ook pieken ondergaan die daar ver boven uitstijgen.”

Hoge bloeddruk rond de luchthaven

Binnen het wegverkeer blijven vrachtwagens de grootste boosdoeners. Erik Grietens: “De fabrikanten zorgen voor steeds stillere personenauto’s en dat is een goede zaak. Maar die winst wordt tenietgedaan door het groeiende aantal auto’s en vooral door het vrachtverkeer. Het bewijs zien we langs de E40 in Wetteren, waar een permanent geluidsmeetpunt staat opgesteld. Na de plaatsing van duur fluisterasfalt zagen we hier een opvallende daling van de lawaaihinder, maar vandaag meten we terug hetzelfde niveau als vóór de plaatsing. Ook in de komende jaren zal het goederenverkeer verder toenemen, gewoon omdat het te goedkoop blijft in vergelijking met het transport per spoor of over het water.”

Wie vaak aan verkeerslawaai is blootgesteld, wordt prikkelbaar en agressief, ziet zijn stress toenemen, wordt sneller depressief en krijgt concentratie- en gehoorproblemen. Uit onderzoek is ook gebleken dat omwonenden van een luchthaven eerder dan anderen gaan lijden aan hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. In het jaar 2000 deed Christophe Darimont, een huisarts in de gemeente Saint-Georges (naast de luchthaven van Bierset) een rondvraag bij zijn collega’s in een straal van 20 km om de juiste impact van de nachtvluchten op de gezondheid van hun patiënten te kennen. De uitslag loog er toen al niet om: 67 % van de artsen die antwoordden, meldden duidelijke klachten. Bruusk gewekt worden kwam op de allereerste plaats (alle patiënten!), gevolgd door klachten over slapeloosheid (één patiënt op drie), angstgevoelens en depressieneigingen (31 %) en prikkelbaarheid en stress (27 %). In 65 % van de gevallen vroegen de klachten een behandeling met antidepressiva en middelen tegen de angst.

Onvermijdelijk?

Vliegtuigen, treinen, auto’s, vrachtwagens, bestelwagens, opgefokte brommers, grasmaaiers, alarminstallaties, bouwwerven... er is voortdurend lawaai om ons heen. Daar moeten we leren mee leven, zeggen de ‘realisten’ onder ons. We wonen nu eenmaal in een zeer dicht bevolkt en geïndustrialiseerd land en niet op een onbewoond eiland. Daartegenover staan vele mensen (de omwonenden van luchthavens in de eerste plaats) die zich niet neerleggen bij het idee dat lawaai een noodzakelijk kwaad is. Rust en stilte zijn onvervreemdbare mensenrechten, vinden ze. Op z’n minst ’s nachts.

Is dat te veel gevraagd? Voor sommige captains of industry wel. De luchthavendirecties zwaaien altijd met het argument van de werkgelegenheid om het behoud en zelfs een verhoging van het aantal vluchten (overdag én ’s nachts) te verdedigen. Deze economische chantage wordt heel sterk gebruikt voor Zaventem, maar eerder ook al voor Bierset en Deurne. BIAC, de maatschappij die Zaventem exploiteert, herinnert er geregeld aan dat de nationale luchthaven haar verzadigingspunt (450 000 bewegingen per jaar) nog lang niet bereikt heeft. Ook al betekenen de 250 000 bewegingen (landingen en vertrekken) van nu toch al een verdubbeling ten opzichte van 1990!

Subjectief of toch niet?

Vanaf wanneer wordt een geluid hinderlijk? Moeilijk te zeggen, maar algemeen wordt een geluid als hinderlijk beschouwd van zodra het een normaal gesprek, slapen of rusten belet. Vreemd genoeg is lawaai niettemin geen objectieve realiteit. Het ongemak dat het veroorzaakt, varieert van de ene mens tot de andere, al naargelang van zijn gevoeligheid, van de leeftijd of van de context waarin het lawaai optreedt. Er zijn mensen die wakker worden van een druppelende kraan, een tikkende klok of een miauwende kat, terwijl anderen diep slapen in een overvolle trein of naast een lawaaierige fabriek. We moeten ook toegeven dat het lawaai van anderen ons altijd meer irriteert dan ons eigen gebrul. De grasmaaier, het hondengeblaf of het geroep van de kinderen vinden we bij de buren veel erger dan bij ons zelf.

Geluid blijft grotendeels een relatieve en subjectieve gewaarwording. Natuurlijk bestaan er geluidsdrempels die bij overschrijding iedere normale mens last (of zelfs fysieke pijn) bezorgen: een slijpschijf of een trilhamer in het appartement net onder ons, een straalvliegtuig dat op enkele meters afstand opstijgt,... Er werden ook objectieve normen vastgelegd die bepalen vanaf wanneer een geluid hinderlijk wordt. De inmiddels veelbesproken normen van de Wereldgezondheidsorganisatie gaan uit van 50 decibel overdag en 45 decibel ’s nachts (dit komt overeen met het geluid van een normaal gesprek). Het is deze strenge norm die het Brussels gewest zou willen invoeren. Minder bekend is echter dat deze norm ook wordt opgelegd in het inmiddels roemruchte vonnis waarin het hof van beroep de regering verplichtte tot spreiding van de vluchten vanop Zaventem. In dat vonnis kreeg de dwangsom van 50.000 euro per dag alle aandacht, terwijl de opgelegde geluidsnorm uiteindelijk veel belangrijker is. De Vlaamse milieureglementering (Vlarem) geeft als richtwaarden 45 decibel overdag, 40 ’s avonds en 35 ’s nachts, maar die gelden uitsluitend voor woongebieden. Voor industriegebieden stijgen deze normen respectievelijk tot 60, 55 en 55, voor bufferzones tot 55, 50 en 50.

Er is (een beetje) hoop

Als u in uw eigen woonwijk geregeld uit uw slaap wordt gehouden door zwaar vrachtverkeer, bonkende techno-auto’s of opgefokte brommertjes, dan is de kans vrijwel onbestaande dat een klacht bij de politie ernstig wordt genomen, laat staan tot maatregelen zal leiden. Hoe komt het toch dat klachten zo vaak worden weggelachen? Erik Grietens (Bond Beter Leefmilieu): “De reden is eenvoudig: wegverkeer wordt door onze wetgeving gewoon niet beschouwd als een hinderlijke activiteit! Je kunt in je woning dus maar beter last hebben van fabriekslawaai, want daar bestaan gelukkig wel afdwingbare normen voor.”

Toch moet u niet alle hoop laten varen. Enkele gemeenten beginnen de klachten van inwoners wel ernstig te nemen. Brugge en Lanaken hebben een eigen politiereglement over geluidsoverlast goedgekeurd (zie kaderstuk). En misschien komt een deel van de redding wel van Europa. Ten gevolge van de Europese richtlijn over ‘Omgevingslawaai’ van 25 juni 2002 zijn de lidstaten verplicht tegen 2005 zogenaamde geluidskaarten van de lawaaihinder rond luchthavens, wegen, spoorwegen en industrieterreinen op te maken. Eens die geluidskaarten zijn opgesteld, moeten de overheden actieplannen opstellen om de lawaaihinder zo veel mogelijk weg te werken. Bijvoorbeeld met méér ‘zones 30’, méér geluidswallen, méér fluisterasfalt en méér maatregelen om de groei van het autoverkeer af te remmen.

Wat we zelf doen....

Toch bestaat nu al de vrees dat de Europese richtlijn alweer alleen de geluidsoverlast van grote wegen en industrieterreinen zal aanpakken. De zogenaamde ‘kleine hinder’ in woonwijken zal er niet door verminderen. Die kleine hinder komt van sluipwegverkeer, opgefokte brommers, verkeer rond discotheken, auto’s als discobars, grasmaaiers, slijpschijven enz. Vaak zijn het precies die lawaaibronnen die de mensen het meest hinderen en uit hun slaap wekken.

De oplossing? Zelf de handen uit de mouwen steken. Erik Grietens: “Er bestaat geen wettelijke basis om tegen die zogenaamde kleine geluidsoverlast op te treden. Als burger sta je, juridisch gezien, vrijwel machteloos. Je kunt daarom beter een actiecomité vormen dat de mensen in de wijk sensibiliseert om zelf de eigen geluidshinder aan te pakken. De wijkinwoners kunnen bijvoorbeeld vrijwillig een charter ondertekenen waarin ze beloven stil te zijn wanneer ze ’s nachts thuiskomen, grasmaaiers en slijpschijven slechts op bepaalde uren te gebruiken, het volume van muziekinstallaties en televisies lager te zetten vanaf een bepaald uur of op te treden tegen de opgefokte brommertjes van hun kinderen. Minder egoïsme en meer lawaaibewustzijn brengen ons al een stap verder. Zo’n actiecomité kan ook een lobby worden bij het gemeentebestuur om een sluipweg af te sluiten of een politieverordening op te stellen.”

A Karima Amrous – Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content