We kunnen aids overwinnen

Al 25 jaar houdt hij zich bezig met de aidsproblema- tiek, eerst op het terrein, nu als directeur van het VN-programma ter bestrijding van het hiv-virus. En toch is dr. Peter Piot optimistisch. “We kunnen de ziekte overwinnen, daar bestaat geen twijfel over!”

Wat we nodig hebben, is voldoende politieke wil én engagement aan de basis!”, zegt hij met vuur in de ogen. Geen haar op ons hoofd dat eraan denkt hem tegen te spreken. Want Peter Piot is een WB: een Wereldberoemde Belg wiens autoriteit door niemand meer wordt betwist.

Plus Magazine: Als jong onderzoe- ker ontdekte u het ebolavirus en later trok u naar Kinshasa op zoek naar de oorsprong van het hiv-virus. Mist u het pionierswerk niet?

Peter Piot: Mijn onderzoeksjaren aan het Tropisch Instituut in Antwerpen, in het begin van de jaren 80, waren heel boeiend. Wij voelden dat we met iets belangrijks bezig waren maar we hadden natuurlijk nooit gedacht dat deze nieuwe en onbekende ziekte een dergelijke impact zou hebben op het leven van miljoenen mensen. Begin jaren 90, toen de omvang van het probleem duidelijk werd, voelde ik de drang om ook zelf iets te ondernemen. Ik wou de wereld niet langer bestuderen, maar ook veranderen. Vandaag volg ik de evoluties van het onderzoek natuurlijk nog altijd op maar mijn blik is nu breder. Dat heb ik ook nodig in mijn positie.

Onlangs hebt u diverse kandidaten voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen ontmoet. Wat hebt u met hen besproken?

In de Verenigde Staten draait alles rond lobbying. Het is onder meer mijn taak mensen met beslissingsmacht te overtuigen om ons te helpen in de strijd tegen aids. Nu kun je veel zeggen over president Bush maar dat hij de wereld-aidsbestrijding een enorme duw in de rug heeft gegeven, is onbetwistbaar. In zijn State of the Union van 2003 kondigde hij aan een bedrag van 15 miljard dollar vrij te maken voor programma’s in de meest geteisterde gebieden ter wereld. Ik hoop dat de volgende president die weg verder zal bewandelen. Ik heb alvast gemerkt dat alle kandidaten ervan overtuigd zijn dat we nog lang niet klaar zijn met aids.

Vindt u dat de wereld lessen getrokken heeft uit het aidsprobleem?

Zeker. Vandaag gebeurt wat tot vijf jaar geleden nog voor onmogelijk werd gehouden, namelijk dat 2,5 miljoen aidspatiënten in de ontwikkelingslanden met dure retrovirale aidsremmers worden behandeld. Dat is alleen mogelijk door een wereldwijde politieke mobilisatie en omdat de patiënten zelf activisten zijn geworden. Het is een compleet nieuw maatschappelijk fenomeen dat eigenlijk indruist tegen de klassieke visie van ontwikkelingssamenwerking. Het toont de kracht aan van politiek engagement op het hoogste niveau, gekoppeld aan een brede beweging aan de basis. Als we dat willen, kunnen we bergen verzetten! De ziekte heeft ons ook verplicht over seksualiteit te praten.

Aids als motor van verandering...

Meer dan welke andere ziekte ook, brengt aids onderhuidse maatschappelijke problemen aan de oppervlakte waardoor die bespreekbaar worden. Neem de emancipatie van homo’s. Zonder aids had die veel langer op zich laten wachten. Of de combinatie van seksueel geweld met de discriminatie van vrouwen in Afrika. Door aids komt de directe relatie tussen seksueel geweld en de dood zo manifest naar voren dat die samenlevingen hun gedrag wel moeten aanpassen.

Was het dat sociale aspect dat u deed beslissen uw leven aan de bestrijding van aids te wijden?

Ik ben niet ver van het geboortehuis van pater Damiaan opgegroeid en hij heeft mij zeker geïnspireerd. Damiaan werkte met melaatsen, zieke mensen met wie niemand iets te maken wou hebben. Het stigma dat op aids rustte, heeft ongetwijfeld meegespeeld. Dat ik eind vorig jaar het voorzitterschap van de Koning Boudewijnstichting heb aanvaard, past ook in dat kader. Het is een organisatie die zich bezighoudt met samenlevingsproblemen, intergenerationeel en intercultureel.

Toch is wat de bespreekbaarheid van aids betreft een hele weg afgelegd.

We hebben inderdaad al veel vooruitgang gemaakt sinds de jaren tachtig, maar dat is niet overal ter wereld het geval. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld zie je nooit reclame voor condooms op televisie.

Hoe zit het met de moslimlanden?

Daar ligt het thema nog gevoeliger, maar anderzijds is de ziekte er minder verspreid omdat seksuele contacten er meer aan banden worden gelegd. Daar duikt een ander probleem op: in Iran bijvoorbeeld is er een vrij groot aidsprobleem, maar dat heeft meer met drugs te maken die uit het buurland Afghanistan komen. Om dit probleem te bestrijden, werd een goed actieplan uitgestippeld. Maar als homoseksueel riskeer je er wel je leven.

Is aids vooral een probleem van jongeren?

In grote mate wel, maar in een aantal landen – zeker in de Verenigde Staten – zien we een opflakkering van besmettingen bij oudere bevolkingsgroepen. Mensen leven langer en dankzij nieuwe geneesmiddelen zoals Viagra blijven ze ook langer seksueel actief. In Florida lopen speciale preventiecampagnes omdat daar veel gepensioneerden wonen die er een gevarieerd seksleven op nahouden.

Regelmatig bezoekt u landen waar het virus een ware ravage onder de bevolking heeft aangericht. Is de Bel-gische situatie dan niet bijkomstig?

Je moet alles in zijn context zien. In België zijn we erin geslaagd na de initiële opstoot in de jaren 80 het aantal nieuwe besmettingen naar beneden te brengen, maar wat me wel ongerust maakt is de heropflakkering van nieuwe hiv-infecties de laatste jaren, vooral bij homo’s. En wij kunnen hier niet met excuses afkomen die wel gelden in ontwikkelingslanden, zoals armoede of onderdrukking van vrouwen. Het probleem is dat aids een te-ver-van-mijn-bedshow is geworden. Door de nieuwe geneesmiddelen is het leven van de patiënten serieus verlengd. Wij hebben dus een efficiënte oplossing gevonden voor de behandeling, maar op het gebied van preventie zullen we nooit klaar zijn. Op dat vlak heeft de overheid de laatste jaren ook veel minder gedaan. Momenteel staat de opwarming van het klimaat veel meer in de schijnwerpers. Aids is wat op de achtergrond gesukkeld. Nochtans hoor ik dat er in vele scholen nog geen behoorlijke seksuele voorlichting wordt gegeven. En als er al over gesproken wordt, gaat men niet diep in op de diversiteit van het seksleven. Het reële seksuele gedrag van de mensen ziet er heel anders uit dan het ideaalbeeld dat ons wordt voorgehouden.

U figureerde op de lijst van de grootste Belgen aller tijden. Voor wie zou u zelf gekozen hebben?

Voor pater Damiaan of Paul Janssen van Janssen Pharmaceutica, voor wie ik een grote bewondering had. Wie een fantastisch product als Imodium heeft uitgevonden, had al lang de Nobelprijs moeten krijgen! n

Filip Godelaine – Foto’s: Frank Bahnmüller

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content