Wat zeg ik tegen een kind?

Als kinderen over de dood en hun verdriet praten, bekruipt volwassenen vaak een grote schroom. Want hoe ga je om met kinderen die rouwen? Wat kunt u doen? Wat moet u doen? En wat kunt u beter vermijden?

Kinderen die een broer, zus, ouder of grootouder verliezen, kunnen vaak niet onbeperkt bij hun vader of moeder terecht, omdat die het zelf moeilijk heeft en bovendien een hoop praktische beslommeringen te verwerken krijgt. Vandaar dat ze zich met hun vragen en twijfels niet zelden tot andere volwassenen richten: grootouders, opvoeders, buren. Natuurlijk willen die best troosten, maar hoe help je een kind dat net zijn wereld heeft zien instorten? En hoe vermijd je dat je daarbij in conflict komt met de opvoeding van de ouders en het geloof dat die hun kinderen willen meegeven? Moeilijke vragen voor Lut Celie, psychotherapeute met een jarenlange ervaring in de rouwbegeleiding van kinderen.

Komt een kind niet vanzelf uit die rouwperiode, ben ik verplicht er zoveel aandacht aan te besteden?

“Rouw die niet verwerkt is, wordt opgekropt en blijft problemen opleveren. De uitbarsting daarvan komt soms pas jaren nadien, en uit zich dan vaak in gedrag dat op het eerste gezicht niets met de oorzaak te maken heeft. Er zijn veel mensen die zo’n trauma’s hun hele leven met zich meedragen. Kinderen moeten de ruimte krijgen om te rouwen.”

Welke houding neem ik dan het best aan?

“Het is belangrijk een kind het gevoel te geven dat het bij jou terecht kan met zijn verdriet, zijn pijn en twijfels. Als het er uit zichzelf over begint, moet je de tijd nemen om te luisteren en te praten. Blijf ook alert voor sig-nalen. Als hij of zij boos of verdrietig rondloopt, kun je er gewoon naar vragen: Ik zie dat je verdrietig bent,... Een visje uitgooien mag best. Door bijvoorbeeld te zeggen dat je het ook zo erg vindt wat er gebeurd is, dat je daar best af en toe wil over praten. Zodra het kind uit zijn schulp gekropen is, is het goed na te gaan hoe het zich het makkelijkst uit. Is dat tijdens een wandeling, door muziek te maken, te tekenen, te schrijven? Soms hangt het samen met een plaats waar het zich goed voelt, veilig en beschermd. Als je dat eenmaal weet, kun je vlugger dat nest creëren, waarin het kind zijn ei kwijt kan. Houd ook in het oog hoe het kind getroost wil worden. Door een knuffel, een kaars aan te steken, naar foto’s te kijken. Boekjes over doodgaan kunnen een rol spelen, maar beter nog zijn verhalen van vroeger, van hoe jij vroeger met zoiets omging, of herinneringen aan de overleden persoon.”

Kan ik een kind niet beter afleiden, zodat het aan iets anders denkt?

“Dat doe je nu net beter niét. Maak gebruik van de kansen die je krijgt om te praten. Kinderen zijn niet dom en voelen echt wel aan dat ze er beter niet over praten, dat is nefast. Het is niet omdat ze er zomaar plots over beginnen – of plots weer verder spelen – dat ze er niet mee bezig zijn: kinderen kunnen heel goed een blij moment naast een verdrietig stellen. Maar het zijn zo’n goede aanknopingspunten om het hen te helpen verwerken dat je er beter op ingaat. Door bijvoorbeeld te vragen of ze geen zin hebben om er een tekening over te maken.”

Kinderen kunnen soms heel kwaad zijn tijdens hun rouwproces, moet ik dan straffen of laten begaan?

“Gedrag dat niet door de beugel kan, moet je niet door de vingers zien. Kinderen hebben behoefte aan een duidelijke structuur, zeker als ze angstig zijn omdat er een zekerheid is weggevallen. Maar natuurlijk moet je daardoor kijken, en ingaan op de oorzaak van die woede. Want na zo’n verlies is er vaak meer woede dan verdriet. Ik geef mensen vaak de raad om dan met een boze doos te werken. Dat is een doos die je samen kunt uitzoeken en versieren. Je kunt vellen papier en waskrijtjes voorzien waarmee ze hun woede kwijt kunnen. En dan kunnen ze dat papier verfrommelen, verscheuren en in die doos stoppen. Ze moeten ergens een plek hebben waar ze boos mogen zijn.”

“Belangrijk is ook dat de omgeving beseft dat het vaak voorkomt dat kinderen – al dan niet tijdelijk – stoppen in hun ontwikkeling door het verlies van een dierbare. En dat daar op een adequate manier op gereageerd wordt. Ik heb al meegemaakt dat een leraar ouders aanraadde om een kind van het eerste leerjaar terug naar de derde kleuterklas te sturen omdat het de leerstof niet aankon. Dat kind had een zusje verloren. Was het niet normaal dat het zich niet op cijfers en letters kon concentreren? En had het niet genoeg meegemaakt om nu ook nog uit het vertrouwde klasje gehaald te worden?”

Wat als kinderen vragen stellen over wat er na de dood gebeurt? Ik wil niet in het vaarwater terecht-komen van de ouders, die hun kind een bepaalde overtuiging willen meegeven.

“De vraag herhalen, en dan vragen hoe het kind dat zelf ziet, is altijd goed. Je kunt bijvoorbeeld voorstellen een tekening te maken over waar mama nu is en hen die te laten uitleggen. Ik heb ooit een meisje van drie gehad dat een heleboel strepen op papier had gezet. Dat was voor haar de hemel. En een jongen die zichzelf op de speelplaats tekende met zijn papa vliegend boven zijn hoofd. Wat de ouders of grootouders ook denken, het komt eropaan een kind de ruimte te geven om zich een eigen voorstelling te maken.”

Wat als kinderen vragen naar de omstandigheden?

“Ze hebben recht op de waarheid. Vertel de feiten zoals ze zijn, maar interpreteer ze niet en spreek geen waardeoordeel uit. Gebruik heldere woorden als dood en kanker, verdoezel die niet want dat zet hun fantasie aan het werk zodat de kans groot is dat ze het nog erger gaan maken dan het is. Forceer niets. Laat het over aan het ritme van het kind om te vernemen wat het wil weten zodra het dat wil weten. Stel dus dingen voor, maar zonder iets op te dringen. Zou je graag... is een goede beginzin.”

“Het is ook belangrijk kinderen duidelijk te maken wat dood zijn juist betekent. Dat ze heel goed weten dat je geen pijn meer hebt, niets meer hoort, ziet, dat je hart niet meer klopt. Als ze dat niet beseffen, is het vreselijk voor hen om te weten dat de dode begraven zal worden, of gecremeerd.”

Ik heb het zelf zo moeilijk met mijn verdriet. Als ik er met een kind over spreek, ga ik vast huilen...

“Je verdriet tonen is goed. Dat maakt zo’n kind meteen duidelijk dat er niets mis is met verdrietig zijn en dat te tonen. Hoe opener je daarover bent, hoe makkelijker je het maakt voor een kind om zelf zijn emoties te uiten en hoe minder groot de last wordt die het meesleept.”

Wat als een kind afscheid wil nemen?

“Laat het kind de keuze. Als ik kinderen daarbij begeleid, stel ik voor dat ik eerst zelf ga kijken. Daarna breng ik uitgebreid verslag uit: hoe de dode er ligt, wat hij of zij aan heeft, of er verwondingen te zien zijn. Heel belangrijk: of de ogen helemaal dicht zijn of piepen, dat vinden ze belangrijk om te weten. Zo kunnen kinderen zich visueel voorstellen hoe het is. Dan laat ik het aan hen over of ze gaan kijken en van welke afstand.”

Doe ik er goed aan een soort herdenkingsplekje te voorzien?

“Dat is heel belangrijk. Soms besluiten mensen het na verloop van tijd te laten verdwijnen, omdat ze er zo voortdurend aan herinnerd worden. Maar zo werkt dat niet. Doe dat voor-al niet zonder er met het kind over te spreken. Voorwerpen zijn belangrijk voor een kind. Het iets laten uitzoeken dat van de overledene geweest is, kan veel troost schenken.”

Ariane De Borger

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content