Wat vinden de grootouders ervan?

De mededeling dat hun kind homoseksueel is, betekent voor de meeste ouders een schok. Beseffen dat ze ook nooit kleinkinderen zullen krijgen, een tweede klap. In de pers heeft het wetsvoorstel dat adoptie door homokoppels mogelijk wil maken veel stof doen opwaaien. Maar wat vinden de kandidaat-grootouders? Primeert de hoop of de afwijzing?

Toen het tv-journaal ons koningspaar toonde dat op bezoek ging bij prinses Astrid na de geboorte van Laetitia Maria, in april 2003, heb ik het heel moeilijk gekregen. Ineens besefte ik dat mijn verlangen naar een kleinkind veel dieper zat dan ik mezelf had wijsgemaakt op het moment dat onze dochter vertelde dat ze lesbisch is”, vertelt Chris Baes uit Aalst. “Toen zij zich outte, was het mijn man die in een eerste reactie zei: we zullen niet meer moeten hopen op kleinkinderen. Zelf wilde ik eerst niet bij deze conclusie stilstaan. Ook bij heterokoppels kan het gebeuren dat ze geen kinderen kunnen of willen krijgen, herhaalde ik telkens opnieuw tegen mezelf. Pas toen ik een huilbui kreeg bij die beelden van ons konings-paar, heb ik het willen toegeven. Ik had het feit dat ik nooit een normale oma kon zijn, eigenlijk niet aanvaard.”

Vandaag zijn we bijna drie jaar verder. Chris is ondertussen grootmoeder geworden via haar andere dochter. Het wetsvoorstel dat adoptie voor homo-echtparen mogelijk maakt, is begin december door de Kamer goedgekeurd. En daar heeft Chris een goed gevoel bij. Een volledig wettelijk kleinkind via haar lesbische dochter behoort nu tot de mogelijkheden.

Vier woordjes maar een wereld van verschil

Op dit moment hebben holebi’s in België al de wettelijke mogelijkheid om een kind te adopteren, maar ze kunnen dit uitsluitend doen als alleenstaande, net als heterosingles trouwens. Is de adoptievader of adoptiemoeder wettelijk gehuwd met iemand van hetzelfde geslacht, dan heeft zijn/haar partner geen enkele juridische band met het kind. Hij/zij kan het evenmin erkennen. Wanneer ze het adoptie-kind samen opgevoed hebben, kan dit tot drama’s leiden als het homopaar zou scheiden of als de adoptievader of -moeder overlijdt.

Het wetsvoorstel dat door de Kamer is goedgekeurd, schrapt enkel de vier woorden “personen van verschillend geslacht” in de bestaande adoptiewetgeving. Hierdoor zullen de beide partners in een homohuwelijk van alle wettelijke banden, rechten en plichten tussen ouders en kinderen kunnen genieten. Hetzelfde geldt voor de ouders van het homopaar: ook zij krijgen de wettelijke rechten die er nu al bestaan tussen grootouders en kleinkinderen (met name het bezoekrecht in geval van een scheiding).

Voor vele ouders van holebi’s is dit positief nieuws nadat ze eerst de outing van hun zoon of dochter hebben moeten verwerken en nadien het besef dat ze van die zoon of dochter nooit een kleinkind zouden krijgen. Het wetsvoorstel staat nu op de agenda van de Senaat. Die heeft tot eind februari de tijd om het goed te keuren, te verwerpen of te amenderen. In de laatste twee gevallen keert het terug naar de Kamer, die dan het laatste woord krijgt.

“Liefde en aandacht: belangrijker dan het geslacht”

“Toen mijn enige zoon me in een brief schreef dat hij homo is, was hij 18. Na die eerste schok kwam de tweede. Ik ga nooit een kleinkind hebben, drong het in een flits tot me door”, begint Linda (50) uit Lokeren haar verhaal (*). “Ik heb dat onderwerp verder nooit met hem besproken, want ik wil hem niet met schuldgevoelens opzadelen. Als hij hetero was geweest, had hij er ook voor kunnen kiezen geen kinderen te nemen. Toch blijft dat gevoel knagen. Mijn zus heeft al twee kleinkinderen van 4 en 5. Ik ben beslist niet jaloers op haar, maar wanneer ik haar met Sinterklaas of Nieuwjaar met hen bezig zie, gaat er een steek door mijn hart. Het wetsvoorstel over de homoadoptie heeft me dan ook veel hoop gegeven. Mijn zoon is nu 21. Hij studeert nog, voelt zich prima in zijn vel en heeft momenteel geen relatie. Kinderen zijn nog ver van zijn bed en ik wil hem absoluut niet pushen. Hij kan moeilijk een kind adopteren alleen om mij een plezier te doen. Als hij echter ooit zou trouwen en met zijn partner een kind zou adopteren, dan weet ik nu al dat dit een doordachte beslissing zal zijn. Het kind zal héél gewenst zijn en de beste opvoeding krijgen. Als kleuteronderwijzeres word ik elke dag geconfronteerd met kinderen uit heterogezinnen die aandacht, liefde en verzorging missen. De liefde en de aandacht die een kind krijgt en de intensiteit waarmee het gewild is, spelen een veel grotere rol dan het geslacht van de ouders. En zijn gescheiden ouders, weduwen of weduwnaars ook slechte ouders omdat ze hun kinderen alleen opvoeden? Waarom zou ik niet evenveel recht op een kleinkind hebben als andere moeders? Ik kom uit een zeer katholiek nest, maar een (klein)kind ontzeggen aan mensen die daar bewust voor kiezen, vind ik onchristelijk.”

“Het belang van het kind primeert!”

“We hebben, echt waar, alle begrip voor de strijd die homo’s in onze samenleving nog altijd moeten voeren. En voor de persoonlijke tragiek van hun ouders. Maar hun kleinkinderwens moet ondergeschikt blijven aan het belang van het kleinkind, dat hier de zwakste partij vormt”, meent Kris Vleugels van Actie voor het Gezin, de drukkingsgroep die zich tegen het wetsvoorstel blijft verzetten. “Vanuit een egocentrische visie op geluk claimen we het recht op een kind of een kleinkind, zonder ons af te vragen wat het beste is voor dat (klein)kind. Welnu, een man en vrouw die elkaar perfect aanvullen in een stabiele relatie, vormen volgens ons de beste garantie voor een evenwichtige opvoeding van een kind. Opvoeding door een lesbisch koppel of een homopaar kan een kind ontwrichten. Voor dat standpunt hebben we trouwens onverwacht de steun van pedagogen gekregen.”

Ouders van holebi’s zouden volgens Actie voor het Gezin hun kleinkinderwens moeten vergeten. En niet alleen in het belang van hun eventuele kleinkind. Kris Vleugels: “Het leven is niet maakbaar. Ingrijpen in de natuur doe je niet zonder gevolgen. In de komende generaties krijgen we de rekening gepresenteerd van de tegennatuurlijke beslissingen die we vandaag in een snel tempo nemen. Onze Europees-christelijke cultuur is gebaseerd op een monogaam gezin van twee mensen van verschillend geslacht. Met het homohuwelijk hebben we dat opzijgeschoven, met het wetsvoorstel op de homoadoptie glijden we nog verder af. Wat wordt de volgende stap? Waar eindigt dit? Vinden we onze eigen behoefte aan een kleinkind belangrijker dan al de risico’s?”

Ouders van holebi’s hebben voor dit standpunt echter weinig begrip. “Ik voel me geen egoïste”, reageert Chris Baes. “Ik gun de goedkeuring van het wetsvoorstel vooral aan mijn dochter en aan alle holebi’s. Als mijn kleinkinderwens al zo groot is, hoe sterk moet hun verlangen naar een kind dan niet zijn?”

(*) Linda is lid van een Werkgroep Ouders van Holebikinderen en vindt daar veel steun. Zulke werkgroepen bestaan op zeven plaatsen in Vlaanderen. Info: tel. 09 223 69 29

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content