Wat u zelf mag doen, en wat zeker niet

Natuurlijk lopen we niet voor elk wissewasje naar de dokter en natuurlijk weten we zelf wel raad met eenvoudige kwaaltjes. Maar waar ligt de grens tussen onschuldige middeltjes en gevaarlijke experimenten?

Iedereen heeft wel een huisapotheek met naast de obligate pleisters wat pijnstillers en restjes van geneesmiddelen. En in de warenhuizen en op het internet zijn er winkelrekken vol pilletjes, zalfjes, siropen en sprays die een mens verleiden om zelf aan zijn gezondheid te sleutelen. Maar experimenteren is niet altijd ongevaarlijk. Dat heeft de auteur van Een lang leven gezond, ook bekend als woensdagbijzitter in “De Laatste Show”, zelf ondervonden. “Ik zat in mijn eerste jaar geneeskunde en was echt bloednerveus voor mijn eerste examen”, vertelt dokter Hendrik Cammu. “Maar mijn tante wist raad: ze had daar een goed pilletje voor. En ja hoor, mijn zenuwen verdwenen inderdaad, maar het resultaat was een dikke buis. Ik was zo verdwaasd dat ik niet de moeite nam om deftig te antwoorden op de vragen. Het kon me allemaal niet schelen. Dat pilletje was namelijk een valium...”

Nooit het pilletje van iemand anders

Met die anekdote belanden we meteen bij de belangrijkste van alle don’ts bij zelfmedicatie: neem nooit een pilletje dat een arts voor iemand anders voorgeschreven heeft. Een dokter houdt immers rekening met een hele hoop karakteristieken van zijn patiënt, zoals de medische voorgeschiedenis, de leeftijd, het gewicht en de leefomstandigheden, én natuurlijk de specifieke aandoening.

“De ene hoofd- of buikpijn is de andere niet. Een bepaald ongemak kan bij de ene mens een symptoom van iets heel anders zijn dan dat bij een andere mens”, verduidelijkt dr. Cammu. “Zo kan een geneesmiddel bij iemand anders een totaal andere, zelfs tegenge-stelde uitwerking hebben. Zomaar iets nemen dat voorgeschreven werd voor iemand anders, kan dan ook ronduit gevaarlijke situaties veroorzaken. Bovendien zijn er zo ontzettend veel geneesmiddelen op de markt waarvan je als leek maar heel moeilijk kunt weten of ze goed voor je zijn. Zelfs ik als dokter weet van een aantal geneesmiddelen uit andere specialisaties dan de mijne zo weinig af dat ik ze zonder gespecialiseerd advies van een collega nooit zou durven of willen nemen.”

Met of zonder voorschrift

“Wat je zeker nooit mag doen, is op eigen initiatief antibiotica gaan slikken”, waarschuwt dr. Cammu. “De in-schatting of antibiotica echt nodig zijn én de dosering daarvan laat je echt beter aan een arts over. Meestal hebben doe-het-zelvers dan de neiging om te weinig te nemen en daar kun je bepaalde problemen serieus mee verergeren.” Dat de apotheker een voorschrift vraagt voor dat soort geneesmiddelen is dus geen toeval. Alleen al het feit dat u daarvoor eerst bij de dokter langs moet, zou een (alarm)belletje moeten doen rinkelen.

Met restjes uit de huisapotheek moet u sowieso voorzichtig omspringen. Wat de dokter u in een bepaalde siutuatie heeft voorgeschreven, is niet altijd later nog bruikbaar of noodzakelijk. Nogal wat mensen blijven bijvoorbeeld laxeermiddelen veel te lang doornemen, waardoor ze hun lichaam niet de kans geven om zelf weer een evenwicht te vinden. Op deze manier kan een tijdelijk probleem bestendigd worden.

Hetzelfde geldt voor Imodium, de redding voor wie door buikloop geplaagd wordt. Een overdosis om zéker niet in problemen te komen kan u met een pijnlijke constipatie van een paar dagen opzadelen.

Vaste prik in huisapotheken zijn de populaire hoestsiropen. Hoewel die de ongemakken van een vervelende hoest kunnen verlichten, moet u er heel bedachtzaam mee omspringen. Hoest kan immers een symptoom zijn van iets ernstigers dan een kou en het is bovendien een belangrijk hulpmiddel van ons lichaam om ongewenste indringers buiten te krijgen. Dat mechanisme stilleggen door een stevige hoestsiroop is dus niet altijd een goed idee.

Ook neusdruppels zijn een klassieker bij verkoudheden. Een simpele zoutoplossing kan dan afrekenen met verstopte neuzen, al moet u zich wel aan een paar vuistregels houden: u mag ze niet langer dan een week gebruiken en élk verkouden gezinslid moet zijn eigen druppels of spray gebruiken!

Brandwonden

Vooral bij brandwonden is een snelle, maar vooral veilige reactie van enorm belang. “Eerst water, de rest komt later” is dan de enige goede handelswijze. Met water wordt dan bedoeld dat er 15 à 30 minuten lang fris (geen ijskoud!) en liefst zachtstromend water langs de brandwonde moet geleid worden. Als de gevolgen zo kunnen beperkt worden tot een kleine eerstegraadswonde (rood en pijnlijk, maar geen blaren of verkleuring) en de oppervlakte niet groter is dan een geldstuk, mag er eerst een kleurloze ontsmetter en dan een brandzalf zoals Flammazine op, en dan steriel verband. In andere gevallen – of als er sowieso een dokter moet bijkomen – nooit zalf (of erger nog: boter, melk of olie) aanbrengen op een brandwonde. Die zal er namelijk opnieuw moeten afgehaald worden en dat is heel pijnlijk.

“Stromend water is overigens niet alleen bij brandwonden essentieel”, merkt dr. Cammu op. “Het is het beste middel om vuil uit wonden te halen en zo ontstekingen te vermijden.”

Extra kracht uit een potje

Vitamines en voedingssupplementen vertellen een heel ander verhaal. Zij zijn dan wel zonder voorschrift verkrijgbaar, maar toch is voorzichtigheid geboden. “Geef ze in ieder geval nooit zonder doktersadvies aan kinderen”, raadt dr. Cammu aan. “Verder durf ik te betwijfelen of ze nuttig zijn als ze niet specifiek voor een bepaald tekort voorgeschreven werden. Het probleem van zo’n vitamines en mineralen in voedingssupplementen is dat ze niet of nauwelijks door het lichaam opgenomen worden. Het is namelijk heel moeilijk om een vitamine in zo’n pilletje stabiel te houden, zodat ze er blijft inzitten tot ze in het lichaam is terechtgekomen. Het probleem is nu dat de stabiele vormen van zo’n vitamine zich niet zomaar door het lichaam laten opnemen – net omdat ze zo stabiel zijn. Gevolg is dat die vitamines wel allemaal in dat pilletje kunnen zitten, maar dat het nog niet zeker is dat ze er wel uitkomen op een manier die de gezondheid iets bijbrengt.

Het grote drama van de voedingssupplementen is dat ze niet alle controles moeten doormaken die wel aan geneesmiddelen opgelegd worden. Je hebt dus vaak het raden naar de efficiëntie ervan.”

Opgelet met kruiden

Tenzij er zware overdosissen van worden genomen, zijn vitaminesupplementen niet schadelijk. Anders ligt het als er met kruiden gewerkt wordt. “Het is niet omdat iets van kruiden gemaakt is, dat het ook onschadelijk is. Neem als voorbeeld die fameuze hopextracten tegen menopauzekwaaltjes: niemand beseft dat blijkbaar, maar die zijn dus op geen enkele mens getest! Als je dan weet dat de werkzame stof erin ooit nog aangeprezen werd voor vrouwen die grotere borsten wilden en dat ze op de oestrogeenreceptoren inwerkt... Ik denk echt dat u daar beter afblijft. Kijk naar de gevolgen van het gebruik van Chinese kruiden, die een tijd geleden aangeprezen werd. Een aantal mensen hebben daar ernstige nierproblemen aan overgehouden! Er zou echt meer controle moeten komen op voedingssupplementen.”

Ook de interactie van voedingssupplementen met geneesmiddelen is een probleem dat vaak door leken onder-schat wordt. Er kan niet genoeg op gedrukt worden dat alle gebruik van voedingssupplementen aan de behandelende artsen moet gemeld worden, ook al lijken ze onschadelijk. Als zelfs het (overdreven) drinken van pompelmoessap een negatieve invloed kan hebben op bijvoorbeeld antistollingsmiddelen, kan iedereen zich wel voor-stellen wat geconcentreerde pillen en drankjes kunnen veroorzaken.

Huis-, tuin- en keukenmiddeltjes

De meeste mensen houden eenvoudige huis-, tuin- en keukenmiddeltjes tegen de meest courante kwaaltjes binnen handbereik. Op zich is dat niet slecht, al is het wel verstandig om die even aan de huisarts voor te leggen. Soms worden de dokters daar zelfs wijzer van.

“Eind jaren tachtig vertelde een Britse uroloog op een congres dat een aantal patiëntes beweerden dat ze veel minder last hadden van aandoeningen aan de urinewegen als ze geregeld veenbessensap dronken. Toen is er onderzoek naar de werking van veenbessensap gedaan en dat bleek inderdaad te werken. Vandaar dat er pilletjes met veenbessenextract op de markt gekomen zijn. Die zijn onschadelijk, al moet ik eraan toevoegen dat je een blaasontsteking meestal ook wegspoelt als je gewoon veel drinkt – veenbessensap of water.”

Soms brengen zo’n middeltjes het ver: sint-janskruid is inmiddels een officieel geneesmiddel, dat ingezet wordt als antidepressivum. “Maar alweer: kruiden zijn niet per se onschuldig: sint-janskruid kan de werking van antistollingsmiddelen, cyclosporines en anti-epileptica verstoren”, zegt dr. Cammu. Een andere bekende bijwerking van schijnbaar onschuldig gebruik van kruiden, kwam een tijd geleden aan het licht toen bleek dat kleine jongens door het gebruik van lavendelolie plots borstjes begonnen te ontwikkelen.

Niet altijd naar de dokter

Welke vormen van zelfmedicatie zijn volledig veilig? Of moeten we nu echt voor elke uitbarsting van hoofdpijn of oprispend maagzuur richting huisarts? “Absoluut niet”, meent dr. Cammu. “Het is helemaal geen probleem als je tegen maagzuur iets neemt dat een filmpje op de maag legt, genre Maalox of Gaviscon.Zo’n producten heffen het symptoom op en het zijn vrij onschuldige geneesmiddelen. Hetzelfde geldt bij hoofdpijn. Neem dan gerust een product met paracetamol, zoals bijvoorbeeld Dafalgan: je moet daar al een enorme overdosis van nemen – 18 tabletten of zo per dag – alvorens dat nare gevolgen heeft. En als er iets ernstigers aan de hand is en de paracetamol niet helpt, heb je uiteindelijk maar een paar uur verloren.”

In de huisapotheek zitten vaak ook nog andere pijnstillers, onder meer ontstekingsremmers, die een arts of tandarts bij een vorige gelegenheid voorgeschreven heeft. Die neemt u ook beter niet als u wat hoofdpijn hebt, hoewel u ze wel achter de hand kunt houden voor het geval u bijvoorbeeld tandpijn hebt en niet meteen kunt worden geholpen. U vraagt dan best telefonisch aan de tandarts of huisarts wat u het best neemt en in welke dosering. Hetzelfde geldt voor pijnstillers die een combinatie zijn van verschillende werkzame stoffen, zoals paracetamol en codeïne. Die neemt u beter ook niet automatisch.

Aspirine slikken is niet altijd een goede keuze. “Hoewel heel veel mensen bij hoofdpijn naar aspirine grijpen, is dat in zo’n geval geen veilig alternatief. Elk jaar houden tientallen mensen een maagbloeding over aan aspirine en dat is een compleet overbodig risico als je evengoed paracetamol kunt innemen.”

Toch is het nuttig om aspirine – dat overigens met een behoorlijke hoeveelheid water ingenomen moet worden! – een vast plekje in de huisapotheek te geven. “Het kan zelfs uw leven redden”, vertelt dr. Cammu. “Mensen die vermoeden dat ze een hartaanval gaan krijgen omdat hun borstkas aanvoelt alsof ze in een bankschroef zitten, die plots koud zweet hebben en zo, kunnen het best een aspirine nemen terwijl ze op de huisarts of de 100 wachten. Dat kan een hartaanval afwenden of vertragen. In zo’n situatie is het risico op een maagbloeding natuurlijk van minder belang dan de tijdwinst.”

Eenzelfde overweging geldt voor de noodpil, een anticonceptiemiddel dat een zwangerschap kan dwarsbomen na onveilige seks. “In zo’n gevallen is snelheid enorm belangrijk en door een tussenstap als een doktersafspraak uit te sparen, kun je sneller ingrijpen. Dan is het dus heel doeltreffend en verstandig om zelf dokter te spelen.”

Vertrouwen in goed opgeleide patiënten

Mensen die al een tijd aan een ziekte als diabetes lijden of hartpatiënt zijn, kunnen uiteraard vaak zelf ingrijpen als ze voelen dat er iets mis is. “Die mensen zijn zo uitgebreid geïnstrueerd door hun arts of het medisch team dat hen behandelt, dat hun kennis op het gebied van hun ziekte vaak deze van een goed opgeleide dokter evenaart. Bovendien, en dit is zeer belangrijk, hebben zij geleerd naar hun lichaam te luisteren, zodat ze weten wat ze moeten ondernemen.”

Aan dergelijke patiënten kunnen artsen ook vaak het testen van bepaalde lichaamswaarden overlaten die ze bij andere patiënten zelf moeten bepalen. Dit uiteraard in die mate dat het voor hun ziekte van toepassing is. “Die mensen weten bijvoorbeeld perfect hoe ze een glucosetest moeten gebruiken en hoe ze de waarden moeten interpreteren. Of hoe ze hun bloeddruk moeten meten en wat ze met die waarden moeten aanvangen.”

Dan hebben we het uiteraard over tests of meters die na professioneel advies zijn gekocht, dus niet over de overvloed aan zelftests die tegenwoordig op het internet furore maken. Toen de Nederlandse gezondheidsinspectie onlangs twintig tests om zelf nierschade en bepaalde kankers op te sporen onder de loep nam, bleken liefst zeventien van die tests niet te voldoen. Ze waren niet betrouwbaar, onduidelijk of misleidend. Niet alleen traden er behoorlijk veel valse resultaten op – wat de mensen een vals gevoel van (on)veiligheid gaf-, maar ook bleek het risico groot dat er andere, voor de patiënt onbekende, aandoeningen over het hoofd gezien werden. n

Ariane De Borger

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content