Wat telt er mee voor je pensioen?

De regering kondigt nieuwe pensioenmaatregelen aan. Die zullen – op zijn zachtst gezegd – een extra inspanning vragen. Positieve noot: je pensioen zal dichter aansluiten bij je werkelijke loopbaan.

Vanaf 1 januari 2015

Zes maatregelen, uitgewerkt door de vorige regering, gaan in op 1 januari 2015. We belichten er drie.

Het laatste gewerkte jaar telt mee

In de privésector wordt je pensioen gevormd door al je gewerkte jaren op te tellen, ook de gelijkgestelde periodes. Het loon dat je elk jaar verdient, wordt geherwaardeerd en telt mee voor 1/45ste van je pensioen, rekening houdend met je gezinstoestand (pensioen als alleenstaande, gezinspensioen).

Vandaag. Nog tot eind dit jaar tellen de maanden van je laatste gewerkte jaar niet mee voor de berekening van je pensioen. Voor wie nog op 1 december 2014 met pensioen gaat, betekent dit dat de 11 gewerkte maanden (januari tot eind november) van 2014 niet meetellen voor de pensioenberekening. Zo gaat bijna een volledig gewerkt jaar verloren! Daarom kregen werknemers vaak de raad om aan hun werkgever te vragen na 65 jaar verder te mogen werken om zo het laatste jaar te vervolledigen. Voor wie dan in januari van het volgende kalenderjaar met pensioen ging, telde het vorige kalenderjaar integraal mee.

Vanaf 1 januari 2015 is die truc niet meer nodig en tellen alle gewerkte maanden mee, ook die van het jaar waarin je met pensioen gaat. Op dat moment kent de pensioendienst het loon van je laatste gewerkte jaar nog niet en zal hij je pensioenaandeel van het jaar dat je pensioen ingaat als volgt berekenen: het totale loon van het voorgaande jaar, maal het aantal maanden voorafgaand aan de maand waarop je pensioen ingaat, gedeeld door 12.

Meer dan 45 jaar werken

Vandaag. Je pensioenloopbaan wordt uitgedrukt in 45sten. Wie 45 loopbaanjaren op de teller heeft staan, heeft recht op een volledig pensioen. Langer werken dan 45 jaar verandert niets aan de berekening. Wel worden enkel de 45 voordeligste jaren meegerekend. Heb je bijvoorbeeld 46 jaar gewerkt, dan wordt het minst voordelige jaar geschrapt.

Vanaf 1 januari 2015 zal er niet meer in jaren maar in dagen worden geteld, met een maximum van 14.040 dagen. Zit je boven dat maximum, dan zullen de dagen met de laagste pensioenopbrengst per dag niet worden meegeteld voor je pensioenberekening. Deze maatregel moet ervoor zorgen dat wie onvolledige loopbaanjaren heeft omdat hij/zij deeltijds heeft gewerkt, toch een pensioen kan krijgen van meer dan 45 loopbaanjaren.

Wat betekent dit concreet?

Voor wie een volledige loopbaan voltijds heeft gewerkt, verandert er niet zoveel. Momenteel geldt een maximum van 45 jaren, vanaf 1 januari is dat 14.040 dagen. Vermits elk jaar 312 gewerkte dagen telt, wordt ook het nieuwe maximum na 45 jaar bereikt (312 x 45 = 14.040). Wel leidt de telling in dagen tot een iets hoger jaarbedrag. De berekening is dus iets gunstiger dan voorheen.

Deeltijdse werknemers hebben wel baat bij de berekening in dagen. Momenteel wordt er per jaar berekend. Ook al heb je een bepaald jaar heel weinig dagen gewerkt, het jaar wordt afgesloten voor de berekening. Vanaf 1 januari 2015 worden de dagen geteld, zodat deeltijdsers die meer dan 45 jaar willen werken, zo hun pensioen zullen kunnen opkrikken.

Ook werknemers die hun loopbaan heel vroeg begonnen zijn (voor ze 20 werden) hebben baat bij de nieuwe berekeningswijze. Nu wordt geen rekening gehouden met de gewerkte jaren voor je 20ste verjaardag. Vanaf 1 januari 2015 gelden 14.040 voltijdse dagen, ook die van voor je 20 werd.

En de toekomst? In het regeerakkoord staat dat het principe van de eenheid van loopbaan (45/45) progressief zal worden afgeschaft, zodat wie langer dan 14.040 dagen werkt, pensioenrechten blijft opbouwen.

Overlevingspensioen wordt overgangsuitkering

De nieuwe wetgeving geldt voor de langstlevende huwelijkspartner wiens echtgeno(o)t(e) ten vroegste op 1 januari 2015 overleden is. Het overlevingspensioen wordt vervangen door een overgangsuitkering voor de langstlevende partner die jonger is dan 45 jaar. De leeftijdsgrens zal tegen 2025 worden opgetrokken van 45 naar 50 jaar. Wie aan de leeftijdsvoorwaarde voldoet, zal nog recht hebben op een overlevingspensioen als hij/zij één jaar getrouwd was. Wie eerst wettelijk samenwoonde en nadien getrouwd is en zo aan één jaar komt, voldoet aan de voorwaarde.

Wat (later) op ons afkomt

Van de maatregelen in het federale regeerakkoord 2014, zijn er al een aantal goedgekeurd op de ministerraad van 15 oktober 2014. Dit wil niet zeggen dat ze al in wetgeving zijn gegoten, maar de eerste aanzet daartoe is gegeven. We sommen er een aantal op en komen hier later uitgebreider op terug.

In het regeerakkoord en goedgekeurd op de ministerraad van 15 oktober 2014

Vervroegd pensioen. Momenteel zijn de voorwaarden om vervroegd met pensioen te kunnen: 39 jaar gewerkt hebben en minstens 61 jaar zijn. De vorige regering had beslist dat tegen 2016 de voorwaarden 62 jaar en 40 loopbaanjaren zouden zijn. In het nieuwe regeerakkoord staat dat ook de voorwaarden voor het vervroegd pensioen zullen wijzigen.

in 2017: 62,5 jaar en 41 loopbaanjaren

in 2018: 63 jaar en 41 loopbaanjaren

in 2019: 63 jaar en 42 loopbaanjaren

Onbeperkt bijverdienen. Onbeperkt bijverdienen wordt versoepeld. Momenteel mag enkel wie een loopbaan heeft van minstens 42 jaar (als werknemer, zelfstandige, ambtenaar) op het moment dat hij met pensioen gaat, onbeperkt bijverdienen. Wie op dat moment minder loopbaanjaren telt, wordt gesanctioneerd als hij de bijverdiengrens overschrijdt. In het regeerakkoord staat dat onbeperkt bijverdienen zal kunnen voor:

iedere gepensioneerde die de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt

OF 45 jaar loopbaan heeft bereikt. De grensbedragen blijven behouden.

Geen bonus geen malus. Er is lang sprake geweest van het invoeren van een pensioenmalus, zoals die vroeger bij zelfstandigen gold. Dit voorstel heeft het niet gehaald, maar anderzijds zal er ook geen pensioenbonus meer worden toegekend. De huidige regels blijven behouden voor wie op 1 januari 2015 al een bonus aan het opbouwen was.

In het regeerakkoord, maar nog niet goedgekeurd

De wettelijke pensioenleeftijd gaat omhoog De wettelijke pensioenleeftijd (nu 65 jaar) zou worden opgetrokken:

naar 66 jaar tegen 2025

naar 67 jaar tegen 2030

Gelijkgestelde periodes. Een aantal periodes van inactiviteit zullen op een minder gunstige manier worden meegerekend. Het is de bedoeling dat er een sterkere band komt tussen de effectieve arbeidsprestaties en de hoogte van het pensioen.

Maatschappijtrends. Algemeen streeft men naar een hervorming van de afgeleide rechten. Dat zijn rechten die de ene partner krijgt op basis van de tewerkstelling van de andere partner. Er gaan terug stemmen op om een pensioensplit door de voeren voor het wettelijke en het aanvullende pensioen. De bedragen zouden door twee worden gedeeld bij een scheiding – of zelfs sowieso bij alle koppels.

De gezinspensioenen zullen worden herbekeken en er wordt gestreefd naar een billijker overlevingspensioen. Nu houdt een weduwe/weduwnaar die zelf een lange loopbaan heeft en een klein overlevingspensioen, soms minder over dan een weduwe/weduwnaar met een korte loopbaan en een groot overlevingspensioen.

Verder is het ook de bedoeling de rechten van wettelijk samenwonenden en gehuwden op één lijn te brengen.

ANNEMIE GODDEFROY

De pensioenhervorming van 2011 voorzag voor sommige werknemers overgangsmaatregelen tot 2016. Die blijven ook na 1 januari 2015 van toepassing.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content