Wat er verandert

De grensbedragen voor uw aangifte 2014 – inkomsten 2013 vindt u op p. 79, evenals de uitgaven die recht geven op een belasting – vermindering of aftrek. Maar eerst staan we stil bij een aantal fiscale nieuwigheden.

Elektronisch aanslagbiljet

Vanaf dit aanslagjaar (2014) kunt u er voor kiezen uw aanslagbiljet enkel nog elektronisch te ontvangen. Uw aanslagbiljet zal u dan bereiken via internetbankieren. Per mail zult u op de hoogte worden gebracht dat uw aanslagbiljet beschikbaar is. Maar u kunt er uiteraard nog steeds voor kiezen uw aanslagbiljet op papier te ontvangen.

Hou de datum in het oog

De manier waarop u uw aangifte indient, bepaalt voor de administratie de limietdatum ervan. Op het moment dat we in druk gingen, waren de data evenwel nog niet gekend. Maar waarschijnlijk hebt u tot eind juni de tijd voor een paieren aangifte, half juli voor de elektronische aangifte en tot eind september voor een elektronische aangifte via een mandataris (bijvoorbeeld een boekhouder).

Maar uit de rechtspraak blijkt dat er geen wettelijke reden is om iemand die zijn aangifte elektronisch indient daarvoor meer tijd te geven dan iemand die zijn aangifteplicht op papier vervult. Dat wil zeggen dat volgens de rechtspraak iedereen die zijn aangifte voor de uiterste datum indient – namelijk die welke geldt voor een elektronische aangifte via mandataris – nog op tijd is.

Thematische volkslening

Eind 2013 raakte de wet goedgekeurd omtrent de thematische volksleningen. Die leningen zijn bedoeld om particuliere beleggers aan te sporen hun geld over te hevelen naar leningen die thematische projecten financieren waar de maatschappij beter van wordt, zoals de bouw van ziekenhuizen, scholen enz.

De intresten op deze leningen genieten een verlaagd tarief voor de roerende voorheffing: met name 15% in plaats van 25%. In de praktijk is het brutorendement van de volksleningen vergelijkbaar met dat van kasbons, zodat het voordeel van de verlaagde voorheffing moet komen. Noteer ook dat de volkslening onder de staatswaarborg voor spaargeld (tot € 100.000) valt.

Win-winlening uitgebreid

Met de in 2006 in het leven geroepen win-winlening wil Vlaanderen de alternatieve financiering van ondernemingen stimuleren. Particulieren lenen geld aan een ondernemer, die zo toegang krijgt tot alternatieve financiering, buiten de banken om.

Voordeel. Het belastingvoordeel voor de kredietgever bestaat uit een belastingvermindering van 2,5% per jaar op het uitstaande bedrag en dat gedurende de hele looptijd van de lening. Die is vastgelegd op 8 jaar.

Beperkt bedrag. De bedragen die mogen worden uitgeleend en ontleend zijn beperkt. Zo mag een kredietgever maximum €50.000 uitlenen en de kredietnemer maximum €200.000 ontlenen (bedrag sinds 10 augustus 2013, voordien was dat slechts €100.000). Met de nieuwe limiet moet een kredietnemer minstens vier kredietverstrekkers vinden om het maximum van €200.000 te kunnen ontlenen.

Dienstencheques

In het fiscale voordeel voor de dienstencheques werd in 2013 serieus gesnoeid. Het bedrag van de belastingvermindering is quasi gehalveerd en sinds 1 januari 2013 teruggebracht van €2.720 naar €1.380 per persoon. De maximumbedragen gelden voor PWA- en dienstencheques samen.

Omdat de wetswijziging echter pas midden 2013 plaatsvond, blijft de oude grens van toepassing voor de uitgaven die in de eerste jaarhelft van 2013 werden gedaan. De uitgaven die u voor 1 juli 2013 deed, komen dus in aanmerking zolang ze het maximum van €2.720 niet overtreffen. Overtrof u in de eerste jaarhelft het nieuwe maximumbedrag van €1.380, dan geven de uitgaven die u in de tweede jaarhelft deed geen recht meer op een belastingvermindering. Hebt u met de uitgaven die u tijdens de eerste jaarhelft deed het nieuwe maximumbedrag van €1.380 nog niet uitgeput, dan geven de uitgaven die u tijdens de tweede helft van 2013 deed nog recht op de belastingvermindering, op voorwaarde dat het globale bedrag van de uitgaven die u in 2013 deed onder de nieuwe grens van €1.380 blijft.

Aangifteplicht juridische constructies

Dit jaar zult u in uw aangifte voor het eerst moeten melden of u, uw echtgeno(o)t(e) en uw kinderen van wie u het wettelijke genot van de inkomsten hebt, oprichter zijn van een juridische constructie of op een of andere manier of ogenblik begunstigde of potentieel begunstigde zijn van dergelijke juridische constructie.

Deze nieuwe verplichting komt dus bovenop de meldingsplicht van buitenlandse bankrekeningen en levensverzekeringen, en zal waarschijnlijk worden opgenomen in vak XIII Rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland, op het einde van Deel 1 van uw aangifte.

Wat precies met een juridische constructie wordt bedoeld, staat niet omschreven in de wet, maar in het algemeen worden trusts en stichtingen geviseerd. Bedoeling is niet om dergelijke juridische constructies te verbieden, maar om transparantie te creëren. De fiscus wil weten wie waar mee bezig is, om te vermijden dat er belastbare materie verloren gaat.

WEETJE. In antwoord op een parlementaire vraag heeft de minister van Financiën verduidelijkt dat de burgerlijke maatschap, die geregeld wordt aangewend in het kader van de successieplanning, niet als een juridische constructie wordt bestempeld.

Pensioenkapitalen zwaarder belast

Toch nog even uw geheugen opfrissen: op 1 juli 2013 werd het belastingtarief voor wie op 60 of 61 jaar het pensioenkapitaal van zijn groepsverzekering ontving zonder zijn wettelijk pensioen op te nemen, opgetrokken naar respectievelijk 20 of 18% in plaats van 16,5% vroeger.

Dit is belangrijk, want het jaar na de uitbetaling van het kapitaal, moet u dat opgeven in uw belastingaangifte. U ontvangt daarvoor een fiscale fiche 281.11. Op basis van uw aangifte wordt de definitieve aanslag bepaald en wordt ook de gemeentebelasting verrekend.

Centraal register van bankrekeningen

De volgende controleperiode (2014-2015) zal de eerste zijn waarin de fiscus gebruik kan maken van wat officieel het Centraal Aanspreekpunt heet, maar in de praktijk veelal het Centraal Register voor Bankrekeningen wordt genoemd. In dat register worden alle cliënten van een bank en de bankrekeningen waarover ze beschikken opgenomen. Het CAP stelt de fiscus in staat zicht te krijgen op alle bankrekeningen waarover iemand beschikt. De fiscus mag het register echter enkel inkijken als er voldoende aanwijzingen zijn van belastingontduiking of van een indiciair tekort. Als u volgens de fiscus met andere woorden meer hebt uitgegeven dan uw inkomsten verantwoorden.

(Peiling Plus Magazine, 7-13 maart 2014, bij 7.100 personen, waarvan 6.598 55-plussers)

(Peiling Plus Magazine, 7-13 maart 2014, bij 7.100 personen, waarvan 6.598 55-plussers)

Katrien Vandam

35% van de deelnemers aan onze online peiling – die dus vertrouwd zijn met het internet – verkiest zijn inkomsten nog op papier aan te geven.

31% vindt de aangifte moeilijk. Nochtans besteedt 84% er minder dan twee uur aan. Dit laatste kan te maken hebben met het groeiend aantal belastingplichtigen dat een vooraf ingevulde aangifte krijgt, die enkel nagekeken en eventueel aangevuld moet worden.

Partner Content