Wandelen langs de Belgische Compostelaroutes

Vandaag kunnen we opnieuw wandelen langs de pelgrimspaden die in de middeleeuwen dwars door België naar Santiago de Compostela liepen. Plus Magazine ‘deed’ drie stukken van de Via Brugensis. Heerlijke dagwandelingen vol historische sporen!

Plannen voor een tocht naar Santiago de Compostela? Dan is er dubbel goed nieuws. 2010 is een heilig jaar in Compostela omdat de naamdag van Sint-Jacobus dit jaar op een zondag valt (25 juli). Ten tweede kunt u uw tocht voortaan al in België starten. Dankzij het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela en de Association Belge des Amis de Saint Jacques de Compostelle worden de oude pelgrimsroutes door België weer in kaart gebracht en beschreven, inclusief voordelige overnachtingsmogelijkheden.

“Het precieze tracé van de historische paden is vandaag niet meer te achterhalen. Vergeet niet dat de hoofdperiode van de tochten tussen 1100 en 1400 lag, sindsdien is er veel veranderd in het landschap”, horen we van Paul De Marez. Deze ambtenaar van de stad Kortrijk heeft meegewerkt aan de uitwerking van de Via Brugensis, die van Sluis naar het Noord-Franse Sebourg loopt. In augustus vertrekt hij zelf op voettocht naar Compostela om zijn pensioen te vieren. “Toch doen we de geschiedenis geen geweld aan. Voor de nieuwe routes hebben we immers de historische plaatsen die een rol speelden in de middeleeuwse pelgrimstochten (steden, kerken, overnachtingsplaatsen...), met elkaar verbonden via de bestaande wandelnetwerken, RAVeL-paden en GR-routes.”

Samen met Paul De Marez liepen we drie stukken van de al genoemde Via Brugensis af. Telkens ongeveer 20 km, een dagtrip dus. De bedoeling is dat we met de auto of met de trein naar het eindpunt rijden en daar het openbaar vervoer naar ons beginpunt nemen. Vervolgens wandelen we de tocht naar het eindpunt, waar we de trein of de auto terugvinden. Voor een gedetailleerde beschrijving van de routes: zie de kaderstukken op de pagina’s 114 en 116.

Sluis – Brugge: 23 km

Een zalige lentetocht door het polderland ten noorden van Brugge. Dit stuk van de Via Brugensis volgt delen van de Damse Vaart. Al snel botsen we op de pelgrimstraditie. Het zelfbedieningsveer waarmee we onszelf over de vaart moeten trekken, heet toevallig Kobus (van Jacobus, zoals in Compostela). Het sfeervolle kerkje van Hoeke ligt nu verloren in de polder, maar speelde ooit een grote rol in de bedevaarten. Het beeld boven het portaal herinnert daaraan.

Na een doortocht door het mooie Damme trekken we richting Brugge en wandelen we door het hart van de Reienstad. In de Moerstraat zien we de eerste sint-jakobsschelpen in een bas-reliëf aan de gevel van nr. 40. In diezelfde straat wacht de grote Sint-Jakobskerk, een belangrijk vertrekpunt van Compostelabedevaarten in de middeleeuwen. “Je moet eens opletten hoe groot de Sint-Jacobskerken in heel Europa zijn”, zegt onze gids. “Ze moesten dienen om honderden pelgrims op te vangen.”

Nog een tip: net buiten onze route ligt het intrigerende witte dorp Lissewege. De imposante kerk zou te danken zijn aan de schenkingen van rijke Scandinavische pelgrims. Eén van de kruisgewelven in de kerk loopt uit op een afbeelding van Baphomet, de afgod met de kattenkop. Dit zou erop wijzen dat ook de Tempeliers hier gepasseerd zijn. En hoe heet het café op het dorpsplein? Sint-Jacobshuis!

Start en aankomst: neem de trein of rijd met de auto naar Brugge. Aan het station neemt u de bus naar Sluis (lijn 42 van De Lijn, om het uur). De route brengt u terug naar Brugge.

Lichtervelde -Roeselare: 18 km

Dit stuk door het hart van West-Vlaanderen begint alweer in een Sint-Jacobskerk. Die vinden we deze keer op de Markt in het stadje Lichtervelde. Dwars door de akkers wandelen we vervolgens naar Gits, waar opnieuw een Sint-Jacobskerk wacht – een bewijs hoe belangrijk de verering van de heilige bij ons geweest is. In deze kerk krijgt u al een voorsmaakje: het grote Sint-Jacobusbeeld is een trouwe kopie van het beeld uit de kathedraal van Santiago.

Vanaf Gits krijgen we het gevoel over een Franse of Spaanse camino te lopen. De route volgt kronkelende beken (Onledebeek en Krommebeek), snijdt door de industriële buitenwijken van Roeselare en eindigt in een parel: het provinciaal domein Sterrebos. Dit landgoed strekt zich uit rond één van de mooiste renaissancekastelen van België. Tijd om te relaxen in het prieeltje op het stervormige kruispunt van dreven.

Start en aankomst: neem de trein of de auto naar Roeselare en daar de trein naar Lichtervelde. Op het eindpunt (Sterrebos) kunt u bus 6 of 7 nemen naar het station van Roeselare.

Pecq – Doornik – Antoing: 18 km

Een historisch geladen route langs de Schelde. In Pecq lopen we naar de oever: dit is de plek waar de Via Scaldea (vanuit Gent) en de Via Brugensis samenkomen. We volgen de stroom en na een goede 2 kilometer botsen we alweer op een parel: het romaanse kerkje van Esquelmes. Omgeven door het oude kerkhofje heeft het de eeuwen getrotseerd. We bereiken Doornik aan de middeleeuwse Pont des Trous. De stad vormde een belangrijke etappeplaats voor middeleeuwse pelgrims en dat is eens te meer te merken aan de grote omvang van de Sint-Jacobskerk, die teruggaat tot de twaalfde eeuw. Geen probleem om hier de heilige, zijn pelgrimsstaf en zijn schelpen te vinden. Voor onze doortocht volgen we de historische route van de pelgrims via de koperen schelpen die de stad in de trottoirs heeft aangebracht.

Buiten Doornik vinden we de Schelde terug en die blijven we nog 7 km volgen tot Antoing. Sinds eeuwen is dit stadje de hoofdstad van Le Pays Blanc, de streek van de kalksteengroeven. Ook hier eindigen we aan een kasteel: Antoing wordt gedomineerd door het neogotische kasteel van de prinsen de Ligne, verbouwd door Violet-le-Duc.

Start en aankomst: neem de trein of de auto naar Doornik en aan het station de bus naar Pecq (lijn 2: Doornik-Moeskroen van de Tec, om de 2 uur). In Antoing neemt u de trein terug naar Doornik. n

Ludo Hugaerts – Foto’s Bart Degrande

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content