Wandelen door het ‘nieuwe’ Antwerpen

Vanaf 23 april draagt Antwerpen, na Madrid, Alexandrië en New Delhi, een jaar lang de titel Wereldboekenstad. Wilt u ook nog één van de Rubenstentoonstellingen meepikken, dan is er in de komende weken aanleiding genoeg voor een dagje bruisend Antwerpen.

Ik zal het maar meteen bekennen: sinds dat schoolreisje in de zesde klas was ik niet meer in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal geweest. In mijn verre herinnering was het een donkere kerk en dat maakt de verrassing nu zo groot. De ruimte baadt vandaag in een zee van licht dat van overal lijkt te komen. Tijdens de renovatiewerkzaamheden werden de muren en zuilen gezandstraald en gewit. Als je je blik naar boven laat gaan, lijken de immense zuilen recht de hemel binnen te lopen. Tegelijk symboliseert het monument de voorspoed van de Sinjorenstad in de 15de en 16de eeuw: ze is de grootste gotische kerk van de Benelux. Al even monumentaal zijn de vier schilderijen van Rubens die u hier kunt zien. Let vooral op de Tenhemelopneming van Maria boven het hoofdaltaar. Onbewust blijven uw ogen niet rusten op de figuur van Maria maar op de vrouw in het rood in de onderste helft van het doek. Het is Isabella Brant, Rubens’ eerste vrouw.

Verpozen in een bonbondoos

Wanneer u weer buiten op de Grote Markt staat, komt u via de Kaasrui en de Wijngaardstraat vanzelf op het Conscienceplein. Op dit stemmige 17de-eeuwse pleintje staat vanaf 7 mei de letter A van Antwerpen Boekenstad: een paviljoen met betonnen muren en strategisch opgestelde spiegels. Zij zorgen ervoor dat het daglicht en het uitspansel binnendringen in de gesloten ruimte. Dankzij slimme projecties lijkt het nieuwe gedicht van Tom Lanoye, Antwerpse Luchten, in de hemel te zweven.

Op datzelfde Conscienceplein ligt de Carolus Borromeuskerk, zowat het schoolvoorbeeld van de barokke jezuïetenkerk uit de de contra-reformatie. De punchballs van Kathelijne Adriaenssens (eigentijdse kunstwerken die hier nog tot 15 juni hangen) geven de kerk iets speels.

Via de Wijngaardstraat komt u uit op de Sint-Katelijnevest en de Minderbroedersrui. Hier liepen de wallen van de middeleeuwse stad. Als u de Sint-Katelijnevest even in de noordelijke richting volgt, komt u aan een volgende literaire hotspot. Aan de Pottenbrug huldigt een mooi beeld van Wilfried Pas de experimentele dichter Paul van Ostaijen, de rebel uit de jaren twintig. En als u een oud boek zoekt, zit u goed in de bekende antiquariaatswinkel Talboom. Wat verderop kunt u rechts de Minderbroederssstraat inslaan. Op het einde van deze straat wenkt het poortgebouw dat toegang geeft tot de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Ooit volgde een al even rebelse Vincent van Gogh hier les. Tijdens de schooluren kunt u rondlopen in het parkje û een oase die weinig toeristen kennen.

We keren terug op onze stappen en wandelen via de Sint-Katelijnevest naar de Meir. Nog altijd is deze straat Antwerpens winkelparadijs bij uitstek, ook al werden de statige panden al lang ingenomen door ketens die je overal vindt. Halverwege de Meir kunt u de Wapper niet missen. Op dit plein ligt het Rubenshuis, waar tot 13 juni de hoofdtentoonstelling van het Rubensjaar loopt ( Een huis vol kunst: Rubens als verzamelaar). In een paviljoen kunt u alle info over de Rubens-activiteiten in Antwerpen vinden. En op nummer 2 van hetzelfde plein wacht het hoofdkwartier van Antwerpen Wereldboekenstad.

Als u toe bent aan een pauze, loopt u het best nog even verder tot de Bourlaschouwburg aan de Komedieplaats. Dit halfronde theater uit 1827 is een schat van een bonbondoos vol rode pluche, bladgoud en engeltjes. Een hapje of een drankje in de ronde foyer is een aanrader û laat u bedienen door kelners in lange schorten en verbaas u over de muur- en plafondschilderingen.

Van het modehart tot pure art deco

Uitgerust en verkwikt wandelen we naar de Groenplaats. Op het moment dat u voorbij de Boekentoren komt, hangt hier misschien al het 600 m2 grote spandoek met het gedicht dat stadsdichter Tom Lanoye voor het boekenjaar maakte. Op de Groenplaats slaan we de Nationalestraatin. Samen met de Kammenstraat en de Sint-Antoniusstraat vormt ze het modehart van België. Het begon allemaal in 1988 met zes jonge ontwerpers. Deze Zes van Antwerpen (Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck, Dries Van Noten, Dirk Van Saene en Marina Yee) zetten België op de internationale modekaart en kregen navolging van creatieve geesten als Veronique Branquinho, Martin Margiela, Raf Simons, Anna Heylen, A.F. Vandervorst en anderen. Heel deze ontwikkeling kunt u volgen in het MoMu, het modemuseum in de Nationalestraat 28. De échte mode ziet u in de winkels in de genoemde straten. Niet te missen: Dries Van Noten (Nationalestraat 16), Fragma (Nationalestraat 35), Anna Heylen (Lombardenvest 44) en Walter Van Beirendonck (Sint-Antoniusstraat 12). Voor Ann Demeulemeester moet u een eind verderop zijn: aan de Verlatstraat 38, een zijstraat van de Volksstraat.

In de Nationalestraat slaat u rechts de Sint-Andriesstraat in en meteen staat u in het Sint-Andrieskwartier, de volkse wijk die in menig Antwerpse roman een rol speelt. In de Pompstraat werden zowel Hendrik Conscience als Lode Zielens geboren en een gewoon café heet hier Multatuli. Langzaam maar zeker is ook deze wijk zich aan het vernieuwen. De pastoor van de Sint-Andrieskerk hulde zijn madonnabeeld in een creatie van Ann Demeulemeester en het parkje aan de Muntstraat viel dankzij een bewonersactie niet ten prooi aan projectontwikkelaars. In de plaats daarvan hebben graffitikunstenaars geheel legaal alle blinde muren herschapen in een kleurenzee.

Via de Oever bereikt u de Scheldekaaien. Neem uw tijd om het gebouw van de voetgangerstunnel binnen te lopen en met de prachtige houten roltrappen ruim dertig meter onder de straat af te dalen. De tunnel werd gebouwd tussen 1928 en 1933 en vormt een gaaf bewaard stuk functionele art deco. Zowel de tegels als de roltrappen zijn nog in perfecte staat.

Langs de kaaien

Als u nu even op uw stappen terugkeert, komt u op de Vrijdagmarkt. Wat nu het Plantin-Moretus Museum heet, was ooit de rijke patriciërswoning van drukker Christoffel Plantijn en zijn opvolgers, én de beroemdste drukkerij van Europa. Zowel de woning als de drukkerij zijn in hun oorspronkelijke staat bewaard. Het Rubensjaar en het boekenjaar komen er symbolisch samen. Tot 13 juni loopt hier een tentoonstelling van de boeken die Rubens zelf voor zijn bibliotheek aankocht. Let zeker op voorwerp nr. 12. U ziet een in het Latijn geschreven werkje van Joannes Brantius, de schoonvader van de schilder. Heel profetisch ligt het boekje open op een hoofdstuk waarin de schrijver van leer trekt tegen corruptie en het aanvaarden van geschenken door stadsbestuurders. Zou hij het woord Visa al gekend hebben?

Als u wilt kunt u hier uw stadswandeling beëindigen en terugkeren naar de Grote Markt. Maar hebt u nog wat energie over, wandel dan even langs de Schelde in zuidelijke richting. Om de stroom echt te zien moet u wel door de parkings naar de oever lopen, want echt mooi kan je het waterfront van Antwerpen nog altijd niet noemen. Via de Sint-Michielskaai en de Scheldestraat komt u op de open ruimte van de gedempte zuiderdokken. Aan één zijde strekt zich de Vlaamse, aan de andere kant de Waalse Kaai uit. Deze wijk is de jongste tien jaar uitgegroeid tot een trendy buurt en dat ziet u aan de vele wereldkeuken-restaurants en de hippe winkels. Aan het nummer 47 van de Waalse Kaai ging eind maart het vernieuwde Provinciaal Fotomuseum open. In het kader van het boekenjaar loopt hier nog tot 6 juni de leuke tentoonstelling Kroongetuigen. Covers van bekende internationale en Belgische tijdschriften tussen 1840 en 2004 bezorgen u gegarandeerd momenten van herkenning en nostalgie. Nooit gedacht dat Playboy ooit zo braaf is geweest.

U bent nu nog maar 500 meter van de plek die vanaf 2005 het nieuwe Antwerpen moet uitstralen: het futuristische gerechtsgebouw aan de Bolivarplaats. De bouw is al zo ver gevorderd dat u het nu al baanbrekend of lelijk kunt vinden... n

Ludo Hugaerts – Foto’s: Daniël Rys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content