Waarom we dol zijn op neuzekes

De cuberdon, het zoete kegeltje met de smaak en kleur van framboos, dat uit 19de eeuw stamt, maakt vandaag furore tot ver buiten onze landsgrenzen. Wat zorgt ervoor dat een culinaire traditie plots een hype wordt?

Vlamingen en Walen, allebei eisen we de roots van de cuberdon op. In Vlaanderen gaat het verhaal dat we het recept van de cuberdon te danken hebben aan een pastoor uit Brugge: qua vorm heeft het snoepgoed inderdaad wat weg van een ‘pastoorshoed’, zoals het snoepje vroeger wel eens werd genoemd. Maar volgens de overlevering kwam het recept van het neuzeke – tsjoepke voor de Gentenaars – in 1873 bij toeval tot stand toen de Gentse apotheker De Vynck een siroop maakte om de houdbaarheid van medicijnen te verhogen. Na een paar dagen bleek er zich rond het mislukte preparaat een korst te hebben gevormd, terwijl de kern nog vloeibaar was. En dus groeide de idee om de siroop te commercialiseren als bonbon. Een verhaal waar ook Confiserie Geldhof uit Eeklo, die het recept zou hebben gekregen van de kleinzoon van De Vynck, mee uitpakt. In Wallonië klinkt het dan weer dat de term cuberdon etymologisch een verbastering is van cul de bourdon (het kontje van de horzel) en dat het snoepje oorspronkelijk uit het westen van Henegouwen komt.

Veel meer dan snoep

Natuurlijk heeft het zoete kegeltje veel weg van een neus, maar psychologe Cathy Caulier ziet er meer in: “De cuberdon verrast niet alleen door zijn harde en tegelijk zachte textuur, de afgeronde vorm roept ook een zekere sensualiteit op.” Maar de cuberdon lonkt niet enkel naar ons libido: “hij is ook een op en top Belgisch product, dat op zijn minst het groepsgevoel vergroot”, vindt Mathias De Wind, doctoraatsstudent in de sociale psychologie. Een beetje zoals de Rode Duivels een manier zijn om onze identiteit te bevestigen.

Knapperig, smeuïg, suikerzoet: het neuzeke heeft troeven zat. “Wij mensen zijn verslaafd aan suiker”, aldus Anne-Claire Pirnay, professor consumentenpsychologie aan de EPHEC (École Pratique des Hautes Études Commerciales) in Louvain-La-Neuve. “Een aantal experimenten bij dieren heeft aangetoond dat zij suiker verkiezen boven cocaïne. En zoals in alle domeinen, spelen trends ook op het vlak voeding.” Cathy Caulier: “Modefenomeen of de noodzaak om in te spelen op veranderende smaken en gewoontes een andere invulling te geven,... het is een beetje zoals in ieders leven: balanceren tussen traditie en vernieuwing.”

Cuberdonextase

Daar zijn ook de grote chefs het over eens. Van zeer zoete producten geniet je beter met mate. Dus ook van neuzekes. “Ook al gebruik ik ze niet dagelijks in mijn bereidingen, ik ben dol op dit product. De cuberdon is niet opnieuw in de mode, hij is het altijd al geweest”, zegt Arabelle Meirlaen van het gelijknamige restaurant in Marchin, in 2014 door Gault&Millau verkozen tot chef van het jaar en de enige Belgische vrouwelijk chef met een Michelinster. “Ik vind het heel prettig om in mijn keuken creatief aan de slag te gaan met neuzekes.”

Laury Zioui, van sterrenrestaurant L’Eveil des Sens (Montigny-le-Tilleul): “Iedereen is dol op cuberdons, ze doen ons denken aan onze kindertijd! Wij dienen ze op als lekkernij bij de koffie, als lokaal streekproduct. Geen modegril, maar een terugkeer naar de bron.”

Carl Gillain van restaurant L’Agathopède (Namen) haakt in: “Als je al kan spreken van een mode-effect, dan duurt het wel al vele, vele jaren. De cuberdon is tijdloos. Het snoepje geniet wereldwijde bekendheid. Neuzekes roepen bij elk van ons herinneringen op aan onze kindertijd. De cuberdon is geen voorbijgaande rage, het is een paradepaardje dat ons land op de kaart zet.”

Vakmanschap

De klassieke cuberdon is niets anders dan suiker en siroop op basis van Arabische gom, met een aroma van frambozen. Toch vergt het de nodige behendigheid en knowhow om dit schijnbaar eenvoudige snoepje te maken. De bereiding verloopt in zes fases, die samen zeven dagen duren. Een perfect neuzeke heeft een dun korstje dat in de mond openbarst, waardoor de heerlijke siroop vrijkomt. Wie ten volle wil genieten van die smeuïge binnenkant, moet de lekkernij binnen de 8 weken na productiedatum degusteren. De ingrediënten mogen dan al vlot te krijgen zijn, elke fabrikant houdt zijn recept angstvallig geheim. En vaak is er ook veel research nodig om het precies goed te krijgen.

Hoe cuberdons te rijmen vallen met gastronomie? Arabelle Meirlaen vindt ze geknipt in desserts en bij het aperitief, terwijl Laury Zioui ze ook combineert met hartige bereidingen, zoals eend met rode biet. In de lente verwerkt hij cuberdons in gebak, ijs en crème brûlée. Carl Gillain heeft dan weer een zwak voor de eenvoudige siroop: “Het komt er vooral op aan de hoeveelheid suiker te doseren. De natuurlijke aroma’s zijn erg representatief qua smaak, je weet welk aroma in welke cuberdon zit, daarin schuilt de kracht van het product.”

Bijna 6 miljoen

Enkele ambachtelijke merken die zweren bij de traditie – zoals Cuberdons Léopold – bereiden uitsluitend neuzekes met het natuurlijke aroma van framboos. Maar er zijn ook merken die een dertigtal verschillende smaken aanbieden. Sommige kegeltjes worden zelfs omhuld met een laagje chocolade. Het brede scala maakt ook de trots uit van Belgian Cuberdon, dat snoepgoed en afgeleide producten (zoals siropen) uitvoert tot in China en de Bermuda-eilanden, maar ook van de drie semi-industriële neuzekesproducenten: Geldhof en Confiserie 2000 in Vlaanderen en Bonbons à l’ancienne in Wallonië.

De cuberdonmarkt is goed voor bijna 6 miljoen euro per jaar en groeit nog gestaag: de neuzekes nemen de gestalte aan van ijs, taartjes en zelfs boterhamspread. En ze duiken vooral op in de meest trendy keukens van grote chefs: zij hebben een neus voor kwaliteit en verheffen de cuberdon tot gastronomische hoogtes.

ARNAUD DELLICOUR – FOTO’S THIBAULT BELVAUX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content