Waarom onze kinderen zo laat het nest verlaten

In Vlaanderen en Wallonië woont bijna de helft van alle jonge mannen en zowat één derde van de vrouwen in de leeftijd 18-35 jaar nog thuis. We zien ook meer en meer kinderen die na een echtscheiding naar huis terugkeren of na hun huwelijk eerst enkele jaren inwonen. Wat maakt ‘Hotel Mama’ zo aantrekkelijk? En wat zijn de gevolgen daarvan?

Vijftigplussers die thuis nog volwassen kinderen hebben wonen, vormen geen minderheid meer. Steeds meer twintigers, dertigers en zelfs veertigers blijven in het ouderlijke nest. De trend is wel sterker uitgesproken bij jongvolwassen mannen dan bij vrouwen en is zowel in Vlaanderen als in Wallonië merkbaar.

Het Centrum voor Bevolkings- en Gezindsstudie (*) heeft de cijfers van 2004 vergeleken met deze van 1992. De evolutie is onmiskenbaar. In 1992 woonde 57 % van de Vlaamse mannen en 42 % van de Vlaamse vrouwen tussen 18 en 29 jaar nog bij pa en ma. In 2004 was hun aantal gestegen tot 63 % van de mannen en tot 50 % van de vrouwen. Een gelijkaardige ontwikkeling is er in Wallonië: bij de mannen van 56 % naar 58,7 % en bij de vrouwen van 41,6 naar 46 %.

Brussel is een geval apart. Hier ligt het aantal thuisblijvers opvallend lager (zie kaderstuk Hotel Mama: de cijfers), maar dat is een typisch fenomeen van de grootstad. De anonimiteit, de uitgaansmogelijkheden en het wonen in de buurt van het werk trekken singles aan. Dit is het zogenaamde sex-and-the-city effect.

Studentenkoten lopen leeg

Voor het eerst zullen in dit academiejaar honderden koten in onze universiteitssteden niet verhuurd geraken. De hoge huurprijs weegt nu blijkbaar zwaarder door dan de vroeger zo geroemde vrijheid. Studerende jongeren willen niet meer zo snel mogelijk op eigen benen staan en zijn best bereid te pendelen.

Ook bij de dertigers (30-35 jaar) is het aantal thuisblijvers met 1,5 % toegenomen in beide gewesten, althans bij de mannen. Opvallend is verder de groei van de groep jonggehuwden die eerst enkele jaren inwonen bij één van de ouderparen en zich dan settelen. In Vlaanderen is dat zelfs het geval met 7,3 % van alle mannen tussen 18 en 29 jaar – bijna een verdubbeling ten opzichte van 1992.

En dacht u met een gerust hart een nieuw leven te kunnen opbouwen nadat uw laatste kind het huwelijksbootje heeft genomen? Nee, hoor. Van het aantal uit de echt gescheiden mannen tussen 30 en 35 is 11 % vorig jaar naar de ouders teruggekeerd. Ook hier liggen de cijfers voor de vrouwen flink lager. De hulpeloze man die niet kan of wil koken, plassen, wassen en strijken is blijkbaar nog altijd een realiteit. En als zijn medevoelende mama dat (opnieuw) in zijn plaats wil doen, zal zoonlief zelden neen zeggen. Vrouwen kunnen zich als alleenstaande meestal beter redden.

Luxe laat je niet gemakkelijk achter

De huur- en vastgoedprijzen die records blijven breken, de schrik voor jobverlies en de onzekere economische situatie vormen wellicht de voornaamste redenen waarom kinderen langer in het ouderlijke nest blijven. Wanneer onze kinderen alleen gaan wonen, moeten ze dikwijls inboeten op de luxe die ze thuis gewoon zijn. Thuisblijven betekent dat ze langer kunnen sparen voor een eigen huis of meer geld overhouden voor reizen en ontspanning.

Toch verklaart geld niet alles. Het aantal twintigers dat er bewust voor kiest alleen te gaan wonen, is in de onderzochte periode niet afgenomen. Wel zien we dat andere jongvolwassenen almaar later starten met een langdurige relatie of een eigen gezin. Ze hebben er ook steeds minder problemen mee om na hun huwelijk eerst enkele jaren in te wonen. Of om na een relatiebreuk terug te keren naar pa en ma.

Ondanks alle communicatiemogelijkheden hebben twintigers en dertigers het vandaag veel moeilijker dan vroeger om de man of vrouw van hun leven te ontmoeten. Korte relaties en one night stands, allemaal geen probleem. Maar de ware vinden én houden is andere koek. Waarom zouden onze kinderen trouwens de knusse zekerheid van thuis opgeven? Ze hebben toch een toffe relatie met hun ouders?

Leve het generatieconflict?

“Ik ben thuis altijd kort gehouden en dat heeft vanaf mijn vijftiende tot scherpe conflicten met mijn ouders geleid. De dag toen ik op kot mocht, voelde ik me bevrijd”, getuigt Anita (58) die nu nog een dochter van 29 thuis heeft wonen. “Mijn man en ik hebben ons indertijd voorgenomen het anders te doen met onze kinderen. We hebben getracht conflicten meteen uit te praten, veel te knuffelen en te zorgen voor een warm nest. Mijn dochter en ik zijn dikke vriendinnen geworden.”

Mooi, maar misschien doen we wel te hard ons best om goede maatjes te blijven met onze kinderen. Met het verdwijnen van het generatieconflict is bij onze kinderen ook een prikkel verdwenen om op eigen vleugels te gaan vliegen. Vroeger accepteerde je het strenge gezag van je ouders en zodra het kon, ging je op eigen benen staan. Vandaag wijzen alle onderzoeken uit dat kinderen alleen sneller uit het nest vliegen wanneer ze een moeilijke relatie met hun ouders of een echtscheiding meegemaakt hebben.

Details om niet te vergeten

Samenleven met een volwassene kan belangrijke praktische en juridische consequenties hebben waaraan u niet meteen denkt op het ogenblik dat u uw kind liefdevol in de armen sluit.

1. De vergoeding voor ‘kost en inwoning’

Als zoon- of dochterlief werkt en gebruikmaakt van uw hotelservice, is het billijk dat hij of zij een vergoeding betaalt. Elke situatie is anders. Toch lijkt 300 euro per maand geen overdreven bedrag voor de inwoning (logies + verwarming + elektriciteit + televisie + water + schoonmaak). Voor de kost (inclusief boodschappen en afwas) klinkt 5 euro per dag billijk. Doet u de was en de strijk, dan is a 50 per maand een redelijk bedrag om de elektriciteit, de wasmiddelen, de afschrijving van de toestellen en uw werkuren te compenseren. Totaal: a 500 per maand.

2. De fiscale gevolgen

Als uw meerderjarig kind nog thuis woont en er ook zijn domicilie heeft, kan het fiscaal ten uwen laste zijn. Dit heeft niets met zijn leeftijd te maken, maar alles met zijn inkomen. Hij mag per jaar niet meer persoonlijke inkomsten hebben dan a 2540 netto als u zelf gehuwd bent (a 3670 als u alleenstaand bent).

3. De invloed op uw uitkering,

brugpensioen of pensioen

U krijgt een werkloosheidsuitkering: alleen wanneer u een alleenstaande bent, heeft dit een invloed. Zolang uw kind thuis woont en een eigen inkomen heeft, kunt u slechts de uitkering van een samenwonende krijgen en niet de hogere uitkering van een alleenstaande. Belangrijk: als u nu de uitkering van een alleenstaande krijgt en als uw kind een inkomen heeft en terug thuis komt wonen, dan zult u terugvallen op de uitkering van een samenwonende.

U bent met brugpensioen: een thuiswonend volwassen kind met eigen inkomen heeft geen invloed op uw brugpensioen als u gehuwd bent of officieel samenwoont. Het wordt anders als u alleenstaande bent. Als u dan een kind met een eigen inkomen thuis hebt wonen, wordt u beschouwd als samenwonende. Uw brugpensioen zal bruto nog altijd 60 % van uw laatste brutosalaris bedragen (met een maximumgrens), maar het nettobedrag kan lager liggen dan als alleenstaande, een gevolg van de sociale inhoudingen.

U bent met pensioen: uw pensioenbedrag is gebaseerd op uw loopbaan en heeft niets te maken met thuiswonende kinderen. Ook het bedrag van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) wordt er niet door beïnvloed.

4. De invloed op uw voordelen bij het ziekenfonds

Als gepensioneerde kunt u een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds genieten, op voorwaarde dat uw gezinsinkomen niet meer dan euro12.986,37 per jaar + euro 2404,13 per persoon ten laste bedraagt. Woont uw kind onder uw dak, dan wordt ook zijn inkomen meegerekend en kunt u de verhoogde tegemoetkoming verliezen.

5. De gevolgen als uw meerderjarig kind schulden heeft

Ouders zijn niet aansprakelijk voor de schulden van hun meerderjarige kinderen, ook niet als ze bij hen wonen. Er zijn echter twee uitzonderingen. Als u zich borg hebt gesteld voor uw kind zult u wél worden aangesproken als het zijn schuld niet afbetaalt. Hebt u zich geen borg gesteld, dan kan de schuldeiser beslag laten leggen op de volledige inboedel van de woning van uw kind – en dat is in dit geval ook uw woning! Die situatie kunt u gemakkelijk vermijden op deze manieren:

Zorg dat alle aankoopfacturen op uw naam staan. Op die zaken kan de deurwaarder dan nooit beslag leggen.

Maak duidelijk dat uw meerderjarige kind zijn eigen woongedeelte heeft. Bij voorbeeld door een bel en een brievenbus op zijn naam te plaatsen en door zijn naam op de deur van zijn woongedeelte aan te brengen. Dan kan alleen beslag gelegd worden op zijn meubels.

Verder is het veilig een familiale verzekering ten nemen, want die dekt alle mensen die onder hetzelfde dak wonen voor de schade aan derden.

6. De regeling met niet-thuiswonende broers of zussen

Is het duidelijk dat uw kind voor lange tijd onder uw dak zal blijven, dan is het een goed idee de afspraken voor kost en inwoning (zie punt 1) door een advocaat of een notaris in een schriftelijke overeenkomst te laten gieten. Bij gebrek aan een schriftelijke regeling kan er later, bij de verdeling van de nalatenschap, immers ruzie ontstaan tussen de broers en zussen. Zij kunnen bijvoorbeeld een groter deel opeisen omdat de thuisgebleven broer of zus door de inwoning in het verleden al genoeg voordelen zou hebben gehad. n

Een gastcolumn over dit onderwerp leest u op p. 41.

(*) Meer informatie over het onderzoek van het CBGS vindt u op de website www.cbgs.be (doorklikken op ‘Uit het Onderzoek’ en daarna op ‘Huishoudens’).

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content