Vuistregel 1: Geef uw activiteit aan

Wie bijverdient bij zijn pensioen, moet daarvan zowel de pensioendienst als zijn werkgever verwittigen.

Bij de pensioendienst

Welke activiteit? U moet aangifte doen van elke activiteit die u uitoefent in België, in het buitenland of in dienst van een internationale of supranationale organisatie, als die activiteit een inkomen kan opleveren. Met een inkomen wordt bedoeld: een loon of bezoldiging in de privé- of openbare sector, maar ook bijv. de winst van een industriële of handelsuitbating.

Wie doet de aangifte? De gepensioneerde die een beroepsactiviteit uitoefent doet daarvan aangifte. Als u een gezinspensioen geniet, doet degene die werkt de aangifte. Werkt u allebei, dan doet u beiden de aangifte.

Waar? Als u recht hebt op een pensioen als werknemer, bij de RVP(zie kader Adressen, p. 87)

Als u recht hebt op een pensioen als zelfstandige, bij het RSVZ (zie kader Adressen, p. 87):

Als u recht hebt op beide pensioenen, hebt u de keuze: ofwel bij de RVP, ofwel bij het RSVZ.

Wanneer? U moet aangifte doen voor u de activiteit aanvat, ten laatste binnen de 30 dagen na de kennisgeving van uw pensioen (dit in het geval u uw activiteit voortzet na uw pensioen). Bent u al met pensioen en besluit u na een tijdje opnieuw te gaan werken, dan doet u de aangifte ten laatste binnen de 30 dagen na de aanvang van uw beroepsactiviteit.

Telkens wanneer zich een wijziging van de aangegeven beroepsactiviteit voordoet, moet u een nieuwe aangifte doen. Dit geldt bijvoorbeeld als u of uw echtgenoot verandert van werkgever, als uw inkomsten de toegelaten grenzen overschrijden, als u of uw echtgenoot de beroepsactiviteit stopzet,...

Hoe? Vraag het officiële formulier Pensioen, beroepsactiviteit en sociale uitkeringen. Verklaring van de (toekomstige) gepensioneerde. Dit formulier kunt u vragen bij uw gemeentebestuur, bij de RVP of bij het RSVZ. Stuur het ingevulde formulier aangetekend terug.

Bij de werkgever

Als u na de ingangsdatum van uw pensioen, een beroepsactiviteit als werknemer (in de privé- of de openbare sector) voortzet of hervat, moet u uw werkgever verwittigen dat u een pensioen geniet. Dat geldt ook wanneer u van werkgever verandert.

U brengt uw werkgever aangetekend op de hoogte, binnen dezelfde termijn (d.w.z. van 30 dagen) als de aangifte aan de pensioendienst.

De werkgever die een gepensioneerde tewerkstelt, moet van die tewerkstelling ook aangifte doen bij de pensioendienst (RVP, RSVZ of Administratie van Pensioenen), ten laatste de dertigste dag volgend op het aangetekend schrijven van de werknemer aan zijn werkgever. Hij doet dat aan de hand van het officiële formulier Verklaring van de gepensioneerde werknemer en van de werkgever betreffende een beroepsactiviteit. Het formulier is beschikbaar bij de gemeentebesturen, bij de RVP en het RSVZ.

Bij geen of laattijdige aangifte...

Hebt u geen aangifte gedaan of kwam uw aangifte te laat, dan zijn er sancties voorzien. Ze verschillen naargelang de situatie:

u bent de pensioengerechtigde en u werkt: als u de uitoefening van een activiteit niet tijdig hebt gemeld aan de pensioeninstelling of als u uw pensioentoestand niet tijdig hebt gemeld aan uw werkgever, wordt de betaling van uw lopende pensioen een maand geschorst. Bij herhaling (als u al eens gesanctioneerd werd), wordt de betaling van uw pensioen drie maanden geschorst.

u geniet een gezinspensioen en uw echtgenoot werkt: als de echtgenoot de uitoefening van zijn beroepsactiviteit niet tijdig heeft gemeld aan de pensioeninstelling, wordt het lopende gezinspensioen gedurende een maand verminderd tot een pensioen als alleenstaande. Bij herhaling wordt het lopende gezinspensioen drie maanden verminderd tot een pensioen als alleenstaande.

uw werkgever deed niet op tijd aangifte: hij moet een vergoeding betalen van minimaal 3 X het minimum maandinkomen (sinds 1 oktober 2004 is dat euro 1258,18).

Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet, m.m.v. Annemie Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content