Vogels in uw tuin Hoe lokt u ze?

Roodborstjes, mezen, misschien een boomklever of zelfs een specht: zo verleidt u de mooiste gevederde vrienden tot een bezoek aan uw tuin.

Tip 1. Zorg voor vluchtroutes voor kleine vogels

Vogels willen veilig kunnen eten. Kijk dus door vogeloogjes als u een voederplank installeert. Een dichte haag met stekelige struiken (mei- of sleedoorn) waarin kleine vogels zich kunnen verschuilen en katten niet makkelijk bij kunnen, is ideaal. Zet de voedertafel niet te dicht bij ramen: daar kunnen vogels in paniek tegen vliegen als er een vijand opduikt.

Tip 2.Voeder het hele jaar

Vroeger dacht men dat vogels enkel bij strenge kou mochten bijgevoerd, maar eigenlijk mag dat het hele jaar door. Geef granen en noten, verdeel stukjes appel over uw tuin zodat merels niet hoeven te ruziën. Vet hangt u best aan een dun twijgje. De acrobatische mezen hebben geen moeite met zo’n wiebelende vetbol, dikkere vogels daarentegen... Of smeer een half gesmolten vetbol uit over de schors van een boom: de spechten zullen u dankbaar zijn! Beperk het voeren van vet wel tot de winterperiode. In het belang van de vogels, maar ook in het uwe, want in het voorjaar is het beter dat vogels vette rupsen eten, toch?

Tip 3. Maak broedplekjes

Trekvogels zorgen voor variatie in uw tuin. U trekt ze vanzelf aan met tevreden standvogels. En om die blij te houden, zijn broedplekjes nodig. Nestkastjes zijn een goed idee als u ze volgens de regels der kunst ophangt (zie www.natuurpunt.be/tuin). Rommelige hoekjes met oude bloempotten of een oude jas zijn perfecte broedplaatsen voor vinken, winterkoninkjes en roodborstjes. Heggemussen maken graag nesten van mos in coniferen en wat klimop op een muur volstaat voor merelpaartjes. Op een (stads)terras kunt u een spreeuwenpot hangen of een halfopen nestkastje voor een zwarte roodstaart. Een hoge gevel met dakoversteek is een prima plaats voor een nestkast voor zwaluwen. Voorzie ook een mestplankje. In ruil voor uw gastvrijheid vangen de beestjes duizenden insecten.

Tip 4. Bestudeer vogels die u wilt aantrekken

Als u weet hoe vogels leven, kunt u daarop inspelen. Wie bijvoorbeeld graag de gekraagde roodstaart of de bonte vliegenvanger op bezoek wilt krijgen, hangt best een extra mezenkast in april. Die vogels komen dan pas terug uit hun overwinteringsgebieden en tegen die tijd hebben pimpelmezen en koolmezen al vaak de andere nestkasten ingepalmd. Verder kunt u de beplanting aanpassen en genoeg bloemen voorzien, zodat insecten aan hun trekken komen en insectenetende vogels al evenzeer.

Tip 5. Onthoud u van vooroordelen

Eksters en kauwen zijn geen boemannen die zangvogels weghouden: zo simpel zit de natuur niet in elkaar. Sommige soorten gedijen nu beter dan voordien, maar zodra ze met te veel zijn, gaat hun aantal dalen en doen andere soorten het weer beter. U kunt op uw eentje dat evenwicht niet herstellen. Bovendien zijn er geen slechteriken: zo eten kauwen en eksters in de broedtijd veel slakken.

Tip 6. Houd het rustig

Vogels hebben een rothekel aan lawaai en al helemaal aan vuurwerk. Maar ook lichtvervuiling is een probleem: een studie heeft net nog uitgewezen dat mannelijke merels er op termijn zelfs steriel van kunnen worden. Zorg dus voor rustige, donkere plekjes in uw tuin.

Ariane De Borger

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content