Voetbal is een alternatief voor oorlog

Roland Duchâtelet (65) krijg je niet in één vakje geperst. De voorzitter van Standard is een succesvol zaken-man, een fervent danser, een tevre-den pater familias, vader op piepjon-ge en oudere leeftijd, lokaal politicus én overtuigd wereldburger.

De plaats van afspraak – het Grand Café in Sint-Truiden – blijkt een stijlvol deel van het stadion van voetbalclub STVV, waar Roland Duchâtelet destijds opstapte om voorzitter en eigenaar te worden van de meer prestigieuze eersteklasser Standard. Geen spoor van rancune nochtans bij de Truienaars, die vriendelijk knikken als de ex-voorzitter zijn intrede doet. Eentje wil hem zelfs absoluut op een drankje trakteren.

Plus Magazine: Blijkbaar neemt niemand hier u de overstap kwalijk?

Roland Duchâtelet: Er zijn wel kwaaie reacties geweest. Och ja. Toen ik hier nog voorzitter was, waren er die Duchâtelet buiten! riepen. En toen ik dan naar Standard trok, waren het dezelfde die boos waren omdat ik ‘de club in de steek liet’. (schouderophalend) Zo’n supporters heb je overal. Die zijn nooit tevreden.

Voorzitters zijn zowel bij spelers, trainers als supporters vaak de kop van jut. De ene dag opgehemeld, de volgende verguisd.

Dat trek ik me niet aan. Als voorzitter mag je niet té emotioneel betrokken zijn, geen té grote supporter zijn van je club. Dat is trouwens ook niet goed voor die club.

Vaak verliezen voorzitters ook hopen geld aan hun club.

Voetbal is meestal niet winstgevend. De meeste voetbalclubs maken verlies, zeker in de lagere klassen. Maar het is wel mogelijk om met voetbal bezig te zijn en niet failliet te gaan. Vandaar dat ik voorstander ben van een Belgisch-Nederlandse competitie, zoals volgend seizoen in het vrouwenvoetbal van start gaat. Dat gaat de clubs hogere budgetten opleveren, zodat we weer op het niveau van Frankrijk, Duitsland en Spanje komen. Bondsvoorzitter François De Keersmaecker staat daar ook achter en ook de Nederlandse clubs zijn bereid om er mee over na te denken. Ook voor de minder grote ploegen zou het een goede oplossing zijn: die krijgen dan in eerste nationale een mooie competitie.

Is dat een droom die u hebt waargemaakt, voorzitter zijn van een voetbalploeg?

Nee, het was gewoon iets wat zich op dat moment aandiende en voetbal was en is nog altijd een erg goedkope manier om naambekendheid te krijgen. Kijk naar Dexia dat zichzelf nu moet verkopen als Belfius. Die naamsverandering op de truitjes van Club Brugge is spotgoedkoop in vergelijking met de dure campagnes die ze anders nodig zouden hebben om hun naam ingang te doen vinden.

Die naambekendheid had ik toen nodig voor Vivant. Als nieuwe politieke partij was het niet makkelijk om onze ideeën tot bij de kiezers te krijgen. Ik heb lang gedacht dat politiek heel eenvoudig was. Ik vond dat ik schitterende ideeën had om onze economie beter te laten werken. Ik dacht dat als ik mijn ideeën goed zou uitleggen, de journalisten zouden schrijven of zeggen dat ik dat goed bedacht had en dat de bevolking dat dan ook zou vinden waardoor ik genoeg stemmen zou krijgen om ze uit te voeren. Maar zo werkt dat niet. Om te beginnen krijgen kleine partijen niet de kans om op tv uit te leggen wat ze willen doen. Zelfs betalend mag het niet.

Bent u teleurgesteld in de politiek?

Ik ben vooral ontgoocheld in de politieke partijen. Kijk, dat mensen hun eigen belang voor ogen hebben, daar is niets mis mee, dat is normaal. Maar politieke partijen hebben enkel nog hun eigenbelang voor ogen en veel te weinig het belang van iedereen, en dat is kortzichtig. Begin de jaren ’60 werkten er 600.000 mensen voor de overheid, nu zijn dat er al 1,3 miljoen. Terwijl er intussen toch computers het werk komen vergemakkelijken zijn. Maar politieke partijen durven geen overheidsjobs afschaffen, ze delen ze liever uit. En zo blijft de overheid maar geld kosten en de belastingen stijgen. Dat is zo verschrikkelijk kortzichtig.

En dan het succes van het nationalisme, een voorbijgestreefde doctrine uit de 19de eeuw die deze eeuw – de eeuw van het internet nota bene – wordt opgepoetst. Dat is toch ongelooflijk? Die indeling in Vlamingen en Walen, waar is dat voor nodig? Ik heb in Brussel gewoond en toen moest ik kiezen of ik een Nederlandstalige identiteitskaart wou of een Franstalige. Terwijl ik, zoals zoveel mensen die in Brussel wonen, gewoon tweetalig ben. Ik sprak Frans met mijn vader, die rijkswachtofficier was, Nederlands met mijn moeder. Mijn oudste broers en zus zijn in Luik geboren, nadien verhuisden ze naar het Antwerpse, waar ik geboren ben. Nu zouden we daardoor van Walen plots in Vlamingen veranderen, dankzij een stukje politieke spitstechnologie.

U bent nog wel lokaal actief in de politiek?

Ja, ik ben voorzitter van de gemeenteraad in Sint-Truiden. En wat we hier hebben verwezenlijkt, geeft me heel veel voldoening. Sint-Truiden is een stad waar je kwaliteitsvol kan wonen. Het is een bruisende stad, waar mensen van overal naartoe komen om te winkelen of uit te gaan, maar waar je ook meteen in het groen zit.

Over wat in uw leven bent u het meest tevreden?

Over mijn familie, mijn toffe kinderen en kleinkinderen. We hebben een hechte band. Ik probeer er te zijn als ze me nodig hebben, als ze mijn aandacht nodig hebben (lacht). Op sommige momenten zien ze me liever niet dan wel.

U hebt duidelijk een puber in huis.

Mijn jongste dochter is 13, ja.

Uw zoon Roderick treedt in uw voetsporen en heeft de Hongaarse voetbalclub Ujpest gekocht. Vraagt hij u om raad?

We spreken daar uiteraard over als we in familiekring zijn en soms vraagt hij iets. Dat doet wel plezier, maar eigenlijk vind ik dat gewoon.

U bent nu 65. Hebt u moeite met ouder worden?

Ik heb nooit veel tijd gehad of genomen om daarover na te denken. Het is leuk om nog 20 te zijn, maar er zijn voordelen aan 65 zijn als je een goed geheugen hebt en lessen trekt uit de fouten die je hebt gemaakt.

Er zijn dingen die ik niet gedaan heb en ook niet meer zal doen, maar er is zoveel te beleven in de wereld. Er zijn zoveel zaken die je kunt doen. Vandaar dat ik niet begrijp dat je in je hele leven maar één beroep doet, in plaats van gaandeweg nieuwe, andere dingen te ontdekken.

Dat snap ik ook niet aan het debat over langer werken. Het is niet omdat je jarenlang hard labeur verricht hebt, dat je daarom moet stoppen met werken, je kan ook lichter werk doen.

U bent 65 en nog niet met pensioen.

Ik doe het wel kalmer aan, probeer minder te reizen, niet te veel aan nieuwe dingen te beginnen. Ik probeer dingen te doen die ik graag doe. Zoals bezig zijn met voetbal dus.

Eigenlijk is het toch merkwaardig dat voetbal alle grenzen overschrijdt, dat zoveel mensen, zonder onderscheid van politieke overtuiging, geloof of sociale klasse, daar zo kunnen in opgaan. Het is een onschadelijk alternatief voor oorlog. Niet voor niets zijn voetbaltermen zo oorlogszuchtig: aanvallers, verdedigers, schieten...

Dat is een heel contrast met die andere hobby uit uw jeugdjaren: ballet.

Ja, dat heb ik zo’n vier jaar gedaan (lacht). Het was natuurlijk dé gelegenheid om hópen meisjes te ontmoeten. Ik danste graag. Ik dans nog altijd heel graag.

Ariane De Borger – Foto’s Frank Bahnmüller

Die indeling in Vlamingen en Walen, waar is dat nu nog voor nodig?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content