© ISTOCK

Vertrouwen in de arts Ongerust over de zorg

Artsen en apothekers genieten volop jullie vertrouwen, maar de kwaliteit van het zorgsysteem baart jullie zorgen. Heel wat vijftigplussers zijn er bovendien niet gerust op dat ze ook in de toekomst zullen kunnen rekenen op degelijke medische zorg.

96% heeft een vaste huisarts

Ruim acht op de tien deelnemers aan onze peiling heeft een zeer groot vertrouwen in zijn arts. Ook aan het oordeel van de apotheker wordt quasi niet getwijfeld (80% heeft veel vertrouwen). Terwijl de overheid, de kerk en de media volop aan geloofwaardigheid inboeten, houden de medische beroepen opvallend goed stand. “Klopt, al is er ook hier een lichte achteruitgang te zien in vergelijking met eerdere enquêtes zoals de Eurobarometer, waar ruim 90% aangeeft een groot vertrouwen te hebben in artsen”, merkt gezondheidseconoom prof. Lieven Annemans (UGent) op.

Dat vertrouwen in artsen vertaalt zich ook in het feit dat bijna alle vijftigplussers (96%) een vaste huisarts hebben. Een band die niet zelden (44%) al ruim 20 jaar teruggaat. Aan Franstalige kant zijn dat overwegend artsen met een solopraktijk (82%), aan Nederlandstalige kant wenden al bijna vier op de tien mensen zich tot een groepspraktijk. “Vlaanderen is al verder gevorderd met die trend van groepspraktijken, maar ook in Franstalig België wordt dat een onafwendbare realiteit. Solo-artsen verdwijnen en worden vervangen door groepspraktijken, waar ook andere paramedische beroepen, zoals kinesitherapeuten, diëtisten, psychologen, verpleegkundigen enz. bij aansluiten. Zo kan je als patiënt voor heel wat gezondheidsproblemen op één plek terecht en dat bevordert de samenwerking en de efficiëntie van de zorg.”

58% heeft vertrouwen in ons zorgsysteem

Tegelijk valt op dat het vertrouwen in ons ooit zo geroemde zorgsysteem afbrokkelt. Amper 58% behoudt nog het volste vertrouwen. Prof. Annemans: “In vergelijking met andere landen scoorde ons zorgsysteem altijd hoog, maar ik heb de indruk dat de ongerustheid groeit. Dat heeft te maken met de meestal terechte mediaberichten over allerhande problemen in de zorgsector. Ons zorgsysteem is nog steeds van topkwaliteit, maar sommige zaken kunnen beslist beter. Wat de perceptie van de mensen ook beïnvloedt, zijn hun eigen negatieve ervaringen – ze hebben een ziekenhuisinfectie opgelopen, moesten overbodige onderzoeken ondergaan, enz.”

“Om de kwaliteit van ons zorgsysteem veilig te stellen zijn hervormingen nodig”, benadrukt professor Annemans. “Dat proces is al bezig, maar die evolutie gaat traag. De effecten laten te lang op zich wachten. Zo is er recent een beoordelingssysteem ingevoerd waarbij de ziekenhuizen die goede kwaliteit afleveren beloond worden door de overheid met een bonus. Nieuw daarbij is dat ook de stem van de patiënt een rol zal spelen. Door dat systeem verder uit te breiden, zullen ziekenhuizen gestimuleerd worden om patiënten nog meer als een klant te zien – in de zin van: klant is koning -, die zo goed mogelijk moet worden behandeld. Een andere hervorming waarvoor wij pleiten, is het afschaffen van het systeem waarbij artsen uitsluitend per prestatie worden vergoed. Dat kan overbodige onderzoeken in de hand werken en het ontmoedigt de noodzakelijke samenwerking, want voor die inspanning worden ze niet verloond.”

65% denkt nog op goede zorg te kunnen rekenen

Vijftigplussers zien de toekomst van onze zorgsector ook niet meteen door een roze bril. Zo is slechts 65% ervan overtuigd dat ze zullen kunnen blijven rekenen op goede medische zorg.

Opvallend is wel dat Franstaligen de toekomst een stuk somberder tegemoet zien dan Nederlandstaligen. Zo denkt amper 57% van de Franstaligen dat ze later nog een beroep zullen kunnen doen op goede zorg, bij de Nederlandstaligen is dat een optimistische 72%. “Mogelijk speelt hier het beleid een rol. Gezondheid is deels een regionale bevoegdheid. In Vlaanderen wordt al tien jaar een andere koers gevaren dan in Wallonië en Brussel. Zeker qua preventie en organisatie van de zorg worden in Vlaanderen zeer veel initiatieven genomen, wat resulteert in meer vertrouwen in de toekomst.”

Het inzetten van apps en robots in de medische zorg boezemt nog niet veel vertrouwen in. Amper een kwart van jullie kijkt daar naar uit. “Bij lezingen merk ik dat mensen wel de voordelen inzien van opvolging door handige medische apps, maar tegelijk hoor ik vaak de vrees dat deze technologie ook eenzaamheid in de hand werkt. Een app als steun is prima maar mag het menselijk contact niet vervangen.”

43% vertrouwt de klassieke medicatie

Ook het vertrouwen in de klassieke geneesmiddelen – 43% van de 50-plussers heeft er een groot vertrouwen in – en de generische of goedkope middelen (45% heeft er veel vertrouwen in) scheert geen superhoge toppen. Vijftigplussers kijken er eerder kritisch tegenaan. Hierover lopen de meningen van Franstaligen en Nederlandstaligen wel uiteen. In het zuiden van het land staan ze wantrouwiger tegenover de klassieke medicatie (slechts 38% heeft er een groot vertrouwen in tegenover 49% van de Nederlandstaligen), terwijl homeopathische middelen in het zuiden van het land dan weer meer vertrouwen genieten (26% heeft er veel vertrouwen in) dan in het noorden (19%). Het aantal Franstaligen (53%) dat al eens beroep doet op zogeheten alternatieve behandelingen zoals homeopathie, acupunctuur of osteopathie ligt eveneens beduidend hoger dan het aantal Nederlandstaligen (35%).

Vertrouwen in de arts Ongerust over de zorg
© ISTOCK

Professor Annemans: “Vlaanderen leunt cultureel meer aan bij Nederland, waar een groot geloof in de zogeheten wetenschappelijk bewezen geneeskunde overheerst. Er bestaan over enkele homeopathische middelen ook wel degelijke wetenschappelijke studies, maar door de band genomen worden ze eerder nog als alternatief en minder bewezen bestempeld.”

“Er is ook een duidelijk mentaliteitsverschil tussen het noorden en zuiden van het land”, voegt dr. Guy Beuken, verantwoordelijk van de cel geneesmiddelen binnen de SSMG, de Franstalige wetenschappelijke vereniging van huisartsen, eraan toe. “Zonder een waardeoordeel te geven, hebben Nederlandstaligen een meer noordelijk temperament, ze zijn strikter, ze leven de regels en voorschriften na zonder zich daar veel vragen bij te stellen. Franstaligen zijn zuiders, zijn vaker geneigd dingen uit te proberen, hebben minder vertrouwen (in onder meer geneesmiddelen) en leven minder nauwgezet de aanbevelingen van hun arts na.”

68% wantrouwt online medicatie

Online medicatie bestellen is hoegenaamd niet ingeburgerd bij vijftigplussers. Bijna 70% van jullie staat er argwanend tegenover. De overgrote meerderheid opteert voor de apotheker. “Een positieve trend en dat is ook de verdienste van onze apothekers”, meent prof. Annemans. “Zij profileren zich steeds duidelijker als specialisten van de farmaceutische zorg, bij wie mensen niet enkel terechtkunnen met vragen over hun medicatie, maar die ook zelf initiatief nemen en ruimte maken voor adviesgesprekken. Merkt de apotheker dat iemand te laat zijn dosis chronische medicatie ophaalt, dan kan hij/zij de patiënt daarop aanspreken en wijzen op het belang van therapietrouw. Studies bewijzen dat zo’n proactieve houding een positief effect heeft op de gezondheid. Ook de invoering van de huisapotheker, naar analogie met de huisarts, werkt die vertrouwensband in de hand.”

78% drinkt geregeld een glas, slechts 7% rookt

Veel minder wakker liggen vijftigplussers van de impact van alcohol op hun gezondheid. Bijna vier op de vijf (78%) heft geregeld het glas bier of wijn. Bij Nederlandstaligen ligt dat wat hoger dan bij Franstaligen, en mannen drinken nog steeds frequenter dan vrouwen. “Over alcohol circuleren heel wat tegenstrijdige studies, wat voor discussie zorgt. Zo wordt een glas wijn de ene keer aanbevolen als preventie van hartziekten, maar wordt het door andere onderzoeken afgeraden als risicofactor voor kanker. En dan is er ook de nieuwe strengere alcoholrichtlijn van de Hoge Gezondheidsraad. Die aanhoudende verwarring maakt allicht dat heel wat mensen hun vertrouwd glaasje er niet voor laten staan. Het beste advies komt van het Instituut Gezond Leven: drink niet meer dan tien standaardglazen alcohol per week, spreid je gebruik over meerdere dagen tijdens de week, drink enkele dagen per week geen alcohol.”

De sigaret heeft dan weer wel afgedaan. Slechts 7% van de vijftigplussers is vandaag nog roker. Opvallend als je weet dat uit onderzoeken blijkt dat vandaag één op de vijf volwassen Belgen rookt. Daarmee scoren vijftigplussers beduidend beter dan jongeren. “Dat is des te opmerkelijker omdat deze generatie nog is opgegroeid in een tijd dat het schadelijke effect van tabak nog niet helemaal gekend was. Heel wat vijftigplussers hebben bovendien ooit gerookt, maar uit de cijfers en in de praktijk merk je dat velen er intussen mee gestopt zijn.”

91% gelooft in een oplossing voor kanker

Denk je dat de geneeskunde nog veel vooruitgang zal boeken en een oplossing of genezing zal vinden voor ziekten als dementie, kanker en parkinson? Hier lopen de meningen aan beide kanten van de taalgrens erg uiteen. Het vertrouwen piekt aan Nederlandstalige kant: 96% gelooft dat er een oplossing zal worden gevonden voor kanker, tegenover 87% van de Franstaligen. En 85% van Nederlandstaligen denkt ook dat dementie behandeld zal kunnen worden, tegenover 48% van de Franstaligen. Zelfde beeld als het om parkinson gaat: 89% tegenover 83%.

Prof. Annemans: “Hier speelt wellicht het verschil in mediaberichtgeving een rol. Dementie kwam onlangs negatief in het nieuws omdat enkele grote farmaceutische bedrijven hun onderzoek naar medicatie zijn gestaakt, maar er waren ook hoopgevende berichten van andere onderzoekers op dit terrein. Aan Nederlandstalige kant ligt het accent vaak meer daarop. In Vlaanderen is er enorm veel aandacht voor kankercampagnes, voor de vele ontwikkelingen van biotechbedrijfjes, en mogelijk sijpelen die positieve berichten meer door dan aan Franstalige kant.”

Dat vooruitgangsdenken van de Nederlandstalige vijftigplussers is volgens professor Annemans terecht: “Er zijn al genetische testen op komst waarmee voorspeld zal kunnen worden of iemand vroegtijdig dement zal worden. En er zullen zeker middelen worden ontwikkeld om dat te voorkomen. Op het vlak van kanker is er met de succesvolle immuuntherapie al een revolutionaire stap voorwaarts gezet, waardoor vandaag heel moeilijk te behandelen tumoren kunnen worden aangepakt.”

43% wil geen terugbetaling meer voor rokers

Een gevoelig debat dat al eerder voor opschudding zorgde, is dat rond de verantwoordelijkheid voor je eigen gezondheid. Ruim vier op de tien vijftigplussers vinden dat mensen die door hun levensstijl (roken, te veel drinken, enz.) hun eigen gezondheid ondermijnen, bepaalde medische zorg niet meer terugbetaald mogen krijgen. Nederlandstaligen (48%) blijken daar nog sterker van overtuigd dan Franstaligen (38%).

Professor Annemans: “Een groot deel van de vijftigplussers zet met andere woorden de solidariteit op de helling. Aan de basis van deze redenering ligt het foute idee dat wie blijft roken of drinken daar zelf voor kiest. Maar eigenlijk zijn zij het slachtoffer van een verslavingsziekte. Mensen die hiermee kampen zijn ooit via onze maatschappij met die middelen in aanraking gekomen. Dat maakt dat hun ziekte ook mee de verantwoordelijkheid is van de samenleving, die hen niet mag laten vallen.”

Maar er bestaan al wel tussenoplossingen op dit terrein, stelt Annemans vast: “Zo kan iemand die ten gevolge van een alcoholverslaving een levertransplantatie nodig heeft, alleen een donororgaan krijgen, als hij/zij al minstens zes maanden droog staat. Bij rokers die een hartkwaal of longkanker oplopen, zou een gelijkaardige regeling kunnen worden toegepast. Hun medische kosten worden vergoed, maar je zou dat bijvoorbeeld kunnen koppelen aan hun engagement om binnen een bepaalde periode te stoppen met roken, liefst onder begeleiding. Dat blijft een moeilijke discussie, want het is aangetoond dat een deel van de rokers en alcoholverslaafden er zelfs met de beste begeleiding nooit in slaagt om hun verslaving definitief te overwinnen.”

Een positief alternatief is motiveren via beloningen. “Een Schotse studie die zwangere vrouwen beloonde met een cadeaubon voor gezonde voeding wanneer ze erin slaagden met roken te stoppen, bleek een schot in de roos. Zo kan het dus ook!”

Deze peiling werd uitgevoerd door Roularta Research bij 2.729 mensen van 50 jaar en ouder, tijdens de maand maart 2018.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content