Vertegenwoordiging van de patiënt

De wet bevat een apart hoofdstuk over de patiënten die vertegenwoordigd moeten worden: de minderjarige, de verlengd minderjarige en de onbekwaamverklaarde.

De minderjarige patiënt

De ouders of de voogd oefenen de patiëntenrechten uit. De minderjarige wordt betrokken bij de uitoefening van zijn rechten, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. Het is dus niet omdat iemand jonger is dan 18 jaar dat hij niets te zeggen heeft over zichzelf. De mate waarin hij mee mag beslissen hangt af van zijn leeftijd en maturiteit. De zorgverstrekker bekijkt de situatie geval per geval.

Verlengd minderjarig of onbekwaam verklaard

‘Verlengd minderjarigen’ is de juridische term voor mensen die omwille van een mentale handicap een ‘juridische leeftijd’ hebben van minder dan 15 jaar. Ook meerderjarigen kunnen verlengd minderjarig worden verklaard, als blijkt dat zij tijdens hun minderjarigheid al deze mentale handicap hadden. Hun ouders of voogd oefenen de gezondheidsrechten uit. Dat geldt ook voor onbekwaamverklaarden (meerderjarigen die omwille van hun geestelijke toestand niet meer handelingsbekwaam worden geacht, bv. na een ongeval of dementie). Afhankelijk van de mate waarin de patiënt zijn toestand begrijpt, kan hij mee beslissen.

Feitelijk onbekwaam

Naast de ‘juridische categorieën’ van personen die zelf hun rechten niet kunnen uitoefenen, zijn er ook mensen die juridisch wel handelingsbekwaam zijn, maar in de praktijk niet. Ook deze personen hebben het recht zich te laten vertegenwoordigen maar de wet stippelt daar een strikte procedure voor uit.

De toestemming van de patiënt moet op papier staan, met zijn handtekening. Is hij fysiek daartoe niet in staat, dan gebeurt dat door een notaris. Dit geschrift moet een datum vermelden.

De vertegenwoordiging kan tijdelijk zijn.

De vertegenwoordiger is bevoegd om alle rechten van de patiënt uit te oefenen.

Hij heeft dus inzage in het dossier, tenzij de arts dit weigert om de privacy van de patiënt te beschermen.

Heeft de patiënt geen vertegenwoordiger aangeduid, dan worden de rechten uitgeoefend door ofwel de samenwonende echtgenoot of partner, een meerderjarig kind, een ouder, een meerderjarige broer of zus. Weigeren al deze personen, dan zullen de zorgverstrekkers de belangen van de patiënt behartigen.

De wet bepaalt dat de zorgverstrekker in één geval mag afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger, namelijk: ‘in het belang van de patiënt en enkel om een bedreiging van zijn leven of een ernstige aantasting van zijn gezondheid af te wenden’. Dat mag alleen gebeuren als de vertegenwoordiger niet de uitdrukkelijke wil van de patiënt kan aantonen.

A Leen Baekelandt, Annemie Goddefroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content