Verkassen naar onze kust?

Steeds meer kiezen we ervoor om na ons (brug)pensioen naar de kust te verhuizen. Genieten van de gezonde lucht en een permanent vakantiegevoel! Maar hoe seniorvriendelijk zijn onze badplaatsen? En hoe kunnen we het makkelijkst inburgeren?

Opvallend: het aantal Belgen dat na het pensioen of brugpensioen permanent naar zee verhuist, blijft almaar toenemen. De aantrekkingskracht van onze kleine kuststrook lijkt groter dan ooit. Sterker nog: acht van de tien kustgemeenten tellen vandaag de oudste bevolking van ons land. De gemiddelde leeftijd van alle vaste inwoners samen ligt hier tussen de 44 en 48 jaar, het aandeel 60-plussers schommelt er tussen 33 en 38% (zie het kadertje Aandeel 60-plussers in de kustgemeenten op de rechterpagina). Daarmee vormen ze een voorafspiegeling van het vergrijsde België dat zich de komende jaren zal laten voelen. Zeebrugge en Bredene vormen de uitzonderingen. Van Zeebrugge zijn geen aparte cijfers voorhanden omdat deze gemeente deel uitmaakt van Brugge, in Bredene voert het gemeentebestuur zeer bewust een beleid van woningbouw voor jonge gezinnen.

Dezelfde aanzuigkracht als de Azurenkust

“Er is een breed onderzoek gebeurd waarin de Belgische kust vergeleken werd met kuststroken in Frankrijk. Eén van de verrassende conclusies was dat onze kust exact dezelfde aanzuigkracht heeft als... de Azurenkust en ook dezelfde kenmerken vertoont: een oudere bevolking, veel hoogbouw en veel kleine zelfstandigen.”

Aan het woord is Hilde Coudenys, die bij het provinciebestuur van West-Vlaanderen instaat voor het Steunpunt Sociale Planning. Zij volgt alle bevolkingsontwikkelingen op de voet: “Eigenlijk mogen we niet zeggen dat onze kust de oudste bevolking van België heeft. Veel gemeenten in het binnenland kennen een intensere vergrijzing. We zien namelijk het fenomeen dat heel wat pensioenmigranten na een aantal jaren terugkeren. Wanneer ze zorgbehoevend (dreigen te) worden, emigreren ze naar de gemeente waar zich hun sociaal netwerk van vroeger bevindt. En waar hun (klein)kinderen wonen. In onze badplaatsen wonen vandaag echter vooral mensen tussen 55 en 75 jaar. Met een wetenschappelijke term noemen we hen pensioenmigranten. Na hun (brug)pensioen of na een erfenis verkopen ze hun huis in het binnenland om een appartement in de kuststrook te kopen. Anderen maken van het tweede verblijf dat ze al hadden hun vast domicilie, eventueel na een grondige renovatie.”

Het eeuwige vakantiegevoel

Waarom willen we na ons vijftigste zo graag verkassen naar de kust? De gezonde lucht en de aantrekkingskracht van de zee spelen zonder twijfel een rol. “Toch is de grootste troef wellicht het ruime aanbod aan recent gebouwde appartementen”, meent Hilde Coudenys. “Voor mensen die kleiner willen gaan wonen, is dat aanbod echt uniek. Vaak zijn 50-plussers ook degenen die zich de hoge vastgoedprijzen kunnen permitteren. De 0% aanvullende personenbelasting in Knokke-Heist en Koksijde zorgt daarbij voor extra troeven voor deze gemeenten.”

Toch verklaren de leuke appartementen en het geld niet alles, de aanzuigkracht gaat dieper. “Wie hier woont, heeft het gevoel echt te kunnen onthaasten”, zegt Danny De Backere. Hij is voorzitter van de vereniging met de opvallende naam Bond der Aangespoelden (*). De term aangespoelden wordt ietwat denigrerend door kustbewoners gebruikt om migranten uit het binnenland aan te duiden, maar deze vereniging gebruikt hem als eretitel. Ze is actief aan de middenkust en telt 700 leden. Met haar activiteiten wil ze nieuwkomers helpen om contacten te leggen met lokale bewoners, een netwerk uit te bouwen en vereenzaming te voorkomen. “Je hebt hier géén stress en nauwelijks files, maar wel een omgeving die voortdurend vakantiegevoelens oproept. Voeg daarbij de vele mogelijkheden om aan lichaamsbeweging te doen en je hebt aan de kust onmiskenbaar het gevoel dat je langer jong blijft.”

Winkels mét tijd

Dat kan allemaal best zijn, maar hoe vriendelijk en gastvrij zijn de badplaatsen voor hun nieuwe inwoners?

“Ik heb het gevoel dat de middenstand zich als eerste aan het aanpassen is”, meent Anne Vandermeulen, verantwoordelijk voor studies en projecten rond leefbaarheid bij het provinciebestuur van West-Vlaanderen. “Opvallend is dat je aan de kust veel minder grote ketenwinkels vindt dan elders in België. De zelfstandige winkels beheersen het straatbeeld en hun aanbod is zeer ruim. Dat gaat van kleine supermarkten over slagers, bakkers, inte-rieurzaken en kledingwinkels tot kunstgalerijen. De nieuwkomers nemen graag hun tijd om te shoppen en de uitbaters en de verkopers in de winkels hebben zich daarop ingesteld. Vooral géén jachtig gedoe meer. Ze weten dat hun klanten kritisch zijn en gunnen ze alle tijd om hun keuze te maken. Er wordt sneller een praatje geslagen en ook de service lijkt beter dan in het binnenland. Nergens vind je zoveel winkels die thuis leveren als aan de kust, om nog maar te zwijgen van het aantal wellness-centra. Idem voor de horeca. Restaurants in de middenklasse worden in het binnenland een zeldzaamheid, maar kennen hier opnieuw een bloeiend bestaan. Ze hebben zich aangepast aan het feit dat ze ’s middags vaak meer gasten hebben dan ’s avonds.”

Het potentieel van al die 50-plussers

In de winkels en de horeca zijn we zeer welkom, maar is dat ook het geval bij de gemeentebesturen? “Natuurlijk kennen de lokale besturen de huidige samenstelling van hun bevolking, maar ze beseffen nog niet altijd de impact of de gevolgen ervan”, zegt Hilde Coudenys. “Ze proberen vooral jonge gezinnen te lokken, maar vergeten daarbij dat vijftigplussers vaak de enigen zijn die zich de hoge vastgoedprijzen kunnen veroorloven. Pensioenmigranten betalen minder belastingen, verdedigen die gemeentebesturen zich, maar ze profiteren wel van onze voorzieningen. Hun ouderenbeleid is zeer sterk gericht op zorg, dus vooral op mensen vanaf pakweg 80 jaar. De nieuwkomers zijn, zoals gezegd, echter vooral mensen tussen 55 en 75.”

De conclusie? De kustgemeenten moeten de nieuwe realiteit dringend beter onder ogen zien. En vooral focussen op de kansen die pensioenmigranten bieden, beklemtoont Hilde Coudenys nog. “De nieuwkomers besteden royaal geld. Ze zijn erg dynamisch, doen de horeca en de wellnesscentra bloeien en ze kunnen het verenigingsleven oppeppen. Ze bieden bovendien een groot potentieel aan vrijwilligers. Dat wordt nu veel te weinig aangeboord, terwijl de noden toch groot zijn, zoals in de kinderopvang vóór en na schooltijd. Vele 50-plussers wonen bovendien in villa’s die perfect kunnen aangepast worden tot kangoeroewoningen. Op die manier kunnen ook jonge gezinnen aan een betaalbare woonplek raken. Misschien moeten gemeentebesturen deze formule beter bekend maken.”

Van winterse spookwijken tot gezellige buurthuizen

Zeggen dat de lokale gemeentebesturen niets doen voor het onthaal van pensioenmigranten zou verkeerd zijn. Vrijwel alle kustgemeenten hebben een onthaalbrochure samengesteld. In Knokke-Heist, Blankenberge, Middelkerke en De Panne zijn dienstencentra actief. Knokke-Heist, Blankenberge en De Panne hebben een ouderenadviesraad en in Zeebrugge (Brugge) en De Panne heeft de gemeente een specifiek ouderenbeleidsplan uitgewerkt. Bovendien ligt de tijd dat de kust in de winter dood was, al lang achter de rug. Toch kun je je ’s winters in hoogbouwappartementen waar tachtig percent van de woningen uit tweede verblijven bestaat, nog altijd in een spookwijk wanen.

“Voor nieuwkomers is dat vaak schrikken, als ze niet zo vaak buiten de weekends en de vakanties aan de kust zijn geweest”, zegt Anne Vandermeulen van de provincie West-Vlaanderen. “Misschien hebben ze het niet zo begrepen op de klassieke verenigingen en voor ouderenverenigingen voelen ze zich nog te jong. Indertijd zijn ze als koppel naar de kust komen wonen. Ze hebben met hun tweetjes genoten van hun pensioen, maar ze hebben nooit de noodzaak gevoeld om zich in te burgeren. Als één van beiden dan alleen komt te staan, heeft hij of zij geen netwerk om op terug te vallen. Dat is de reden waarom het sociale isolement aan de kust veel groter is dan in het binnenland, hoewel het aantal alleenstaanden er niet hoger ligt. Op de dijk en in de straten er net achter, is sociale cohesie vrijwel onbestaande. In tal van nieuwe verkavelingen heeft de gemeente bovendien niet in een wijkcentrum voorzien of zijn winkels verboden.”

In Oostende hebben ze gezocht naar een oplossing. De negen bestaande dienstencentra en buurthuizen in de stad werden omgedoopt tot ontmoetingscentra voor alle leeftijden. “Dat moet de drempel fors verlagen en de eenzaamheid bij nieuwkomers tegengaan”, horen we van Franky De Block, de Oostendse OCMW-voorzitter. “We organiseren ook veel activiteiten waar generaties elkaar helpen. Zo hebben we een huiswerkklas waar 50-plussers het hele jaar door kinderen begeleiden bij hun huiswerk. Verenigingen zonder commercieel doel kunnen gratis gebruik maken van de ruimtes en hobbykunstenaars vinden hier een plek om hun werken tentoon te stellen. We zien nu al het effect. De twee ontmoetingscentra in het stadscentrum krijgen veel meer alleenstaande 50-plussers over de vloer dan vroeger. En in ons Sociaal Huis kan iedereen terecht die vrijwilligerswerk wil doen.”

“Ga niet leven als God in Frankrijk”

Als u plannen hebt om naar zee te verkassen, heeft Hilde Coudenys nog wat goede raad voor u, gebaseerd op jaren ervaring met pensioen- en andere migranten uit het binnenland. “Met uw partner naar de kust verhuizen en er gaan leven als God in Frankrijk is wellicht de grootste fout die u kunt maken. Neem integendeel zelf het initiatief om snel een sociaal netwerk uit te bouwen en begin daar liefst meteen mee. In de loop der jaren zal dat netwerk steeds belangrijker worden, zeker als uw eigen kinderen en kleinkinderen ver in het binnenland wonen. Engageer u dus in het lokale verenigings- en cultuurleven, neem bijvoorbeeld deel aan activiteiten in het dienstencentrum en start met vrijwilligerswerk. Wacht niet tot de gemeente iets doet, maar organiseer het zelf: een barbecue voor de bewoners van uw appartementsblok, een drink, een buurtfeest,... Zo leert u de mensen kennen die hier permanent wonen en blijft u geen onbekenden voor elkaar. De eerste tijd zullen ze u zeker als een aangespoelde beschouwen, maar hoe eerder u met de inburgering start, hoe sneller u deze negatieve bijnaam kwijt zult raken en u hier écht thuis voelen!” n

(*) Bond der Aangespoelden, p/a Leffingestraat 96, 8400 Oostende, tel. 059 25 13 00

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content