Veiliger verkeer: wat we echt willen

Het nieuwe Charter voor Veilig Verkeer wil het aantal verkeersdoden halveren tegen 2015. Tegelijk blijft het nogal vaag over vele pijnpunten die ons vandaag in het verkeer ergeren. De staat van ons wegennet bij-voorbeeld, het gedrag van vrachtwagens of onze vier verkeersministers.

In 2006 eiste het verkeer in ons land volgens een voorlopige schatting 963 doden en 66 000 gewonden. Op de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid ondertekenden alle politieke partijen zopas een Charter voor een Veiliger Verkeer. Het formuleert zeven actiepunten en één concreet doel: minder dan 500 verkeersdoden in 2015 (zie kaderstuk).

Geen zinnig mens zal dit nobele doel tegenspreken. Maar zegt het charter ook iets over het rijgedrag van vrachtwagens? Over onduidelijke Zones 30? Over flitspalen en fietspaden? Kortom, over wat we vandaag echt prioritair vinden in het verkeer?

1 Te veel vrachtwagens

72,4 % van de Belgen denkt dat vrachtwagens de meeste ongevallen op autowegen veroorzaken, zo blijkt uit een kersvers onderzoek van de wegpolitie. Onze wegen worden de jongste jaren overspoeld door vooral buitenlandse vrachtwagens (zeg maar Oost-Europa). Toch zwijgt het charter in alle talen over dit probleem.

“Het charter zegt algemeen dat het de belangrijkste problemen in het gedrag van weggebruikers wil aanpakken daar waar ze zich voordoen”, zegt Werner De Dobbeleer, de woordvoerder van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV). “Het rijgedrag van vrachtwagens is er daar zeker één van, maar lang niet het enige. Weekendchauffeurs en jonge bestuurders wegen in de ongevallenstatistieken minstens zo zwaar door als vrachtwagens. In 2006 waren vrachtwagens betrokken in 20 % van de zware ongevallen met lichamelijk letsel. 33 % van de zware ongevallen waren echter te wijten aan overdreven snelheid van personenwagens en bijna 30 % aan alcoholgebruik. Toch zullen we spontaan eerst met de vinger naar de vrachtwagens wijzen. Een minderheid van cowboys besmeurt inderdaad de reputatie van de meerderheid van vrachtwagenchauffeurs, die wél verantwoord rijden. Om die cowboys eruit te halen wil de wegpolitie dit jaar 20 % méér vrachtwagens controleren dan in 2006”.

2 Het taboe van de nieuwe autowegen

Er mag geen beton bijkomen! Dit motto bepaalt nog steeds het denken van onze beleidsmakers. De jongste jaren is het verkeer echter zo sterk toegenomen dat nieuwe stukken autoweg of bijkomende rijvakken de veiligheid zeker kunnen verbeteren. Meer beton lijkt in elk geval een zinniger oplossing dan het kappen van bomen om de zichtbaarheid te verbeteren, zoals de Waalse minister André Antoine onlangs suggereerde. Neem nu de E313 (Antwerpen-Luik) en de E42 (Luik-Bergen). Tot vijf jaar geleden waren dat relatief rustige autowegen, vandaag zijn het zwarte punten geworden. Ze schreeuwen om drie rijvakken in plaats van de huidige twee.

“Het is een verkeerd idee dat nieuwe of bredere wegen het verkeer veiliger zullen maken”, werpt Werner De Dobbeleer tegen. “Ze leiden alleen tot nog méér verkeer en tot sneller rijden. En over vijf jaar zitten ze ook vol. We moeten de capaciteit van onze bestaande wegen verhogen door mensen uit de spits halen. Eén zaligmakende oplossing bestaat daar niet voor, wel een combinatie van deeloplossingen: beter openbaar vervoer, thuiswerk, rekeningrijden, carpoolen enz.”

3 Vier ministers van verkeer

Houdt de smog op aan de taalgrens? Waarom 1200 flitspalen in Vlaanderen en 69 in Wallonië? Hebben vier ministers van verkeer ons verkeer veiliger gemaakt? Steeds meer Belgen denken dat een terugkeer naar één (federale) minister van verkeer veel absurditeiten zou vermijden.

Het charter zwijgt zedig over dit probleem. “Ook het Waalse gewest heeft nu beloofd meer flitspalen te plaatsen en de pakkans te vergroten”, zegt de BIVV-man voorzichtig. “Het verkeersbeleid weer helemaal federaal maken lijkt me geen goede oplossing. De verkeerssituatie in Vlaanderen, Brussel en Wallonië is nu eenmaal verschillend. Voor ons als BIVV is het belangrijk dat de problemen ook op een gedifferentieerde manier aangepakt worden, met oplossingen op maat. Of dat nu federaal of regionaal gebeurt, is ondergeschikt aan het resultaat “.

4 De zone 30

Het charter wil een vereenvoudiging van de verkeerswetgeving. Mooi. Hopelijk geldt dit ook voor de overvloed aan soms tegenstrijdige borden en voor de zone 30. 71 % van de Belgen rijdt hier nog altijd méér dan de toegelaten snelheid (35 % zelfs meer dan 10 km sneller). Maar wanneer een brede doorgangsweg ineens zone 30 wordt, dan vraag je toch om moeilijkheden?

“De infrastructuur van de zones 30 moet inderdaad beter”, geeft Werner De Dobbeleer toe. “Eén enkel bord aan het begin van de zone volstaat niet. Een wegversmalling of een verlegging van de wegas moeten aan de bestuurder duidelijk maken dat hij die zone binnenrijdt. Verder is de regel duidelijk: als er een vast zone 30-bord staat, geldt die snelheidsbeperking altijd, ook ’s nachts en in het weekend. Aan scholen langs een brede weg is het daarom beter de zone 30 aan te geven met een variabel (elektronisch) bord dat alleen ingeschakeld is tijdens de schooluren”.

5 Verplicht terug naar de rijschool?

Moeten 50-plussers verplicht worden om de vijf of tien jaar een bijscholingscursus wegcode te volgen of zelfs opnieuw rijexamen te doen? Sommige ‘verlichte’ geesten hebben voor deze leeftijdsdiscriminatie gepleit, maar het nieuwe charter wil alleen dat kennis van de wegcode én veilig verkeersgedrag opgenomen worden in het reguliere onderwijs. “Terecht”, zegt onze woordvoerder. “Oudere chauffeurs rijden meestal voorbeeldig en extra voorzichtig. We pleiten wel voor levenslang leren in verkeerskennis. Alle volwassenen, van welke leeftijd ook, zouden best regelmatig een bijscholingscursus volgen, maar dan op vrijwillige basis. Het succes van de opfrissingscursussen voor 50-plussers bewijst dat de mensen dat zelf willen. Die lessen moeten bij voorkeur gratis zijn en in elke gemeente georganiseerd worden”.

6 Automobilistje pesten

We kennen het fenomeen allemaal: uitgerekend in de periode van grote files (Autosalon!) starten ze met werkzaamheden op de (auto)wegen. Of net op de enige alternatieve route die ons restte. Deze vorm van automobilistje pesten leidt tot stress en meer onveiligheid. Het charter heeft er geen aandacht voor en ook het BIVV blijft hier zwijgzaam. Toch leeft dit pijnpunt sterk bij vele Belgen. Vorig jaar noteerde de VAB 2000 klachten over wegwerkzaamheden en begin dit jaar deed Touring een oproep aan de nieuwe gemeentebesturen om eerst met naburige gemeenten te overleggen eer ze met werken starten. Er bestaan immers oplossingen om de hinder bij grote wegwerkzaamheden te beperken. In de eerste plaats een betere coördinatie: bij voorbeeld nooit starten met een grote werf op een autoweg wanneer er nog werken bezig zijn op de alternatieve routes.

7 Brommers op het fietspad

Fietspaden die niet gescheiden zijn van de rijweg. Die niet of slecht onderhouden worden (losliggende tegels, putten, niet strooien in de winter...). Of die ineens eindigen en de fietser midden tussen de auto’s brengen: allemaal pijnpunten die al jaren op het verlanglijstje van alle fietsende Belgen staan. Het charter beperkt zich tot het “gericht aanpakken van problemen in de infrastructuur”. Fietsers (en voetgangers) worden zelfs niet apart vermeld en dat is toch vreemd nu de overheid volop het fietsen promoot.

Voor de fietsers is er zelfs een ergernis bijgekomen nu brommers van klasse B (tot 49 km/uur) weer op het fietspad toegelaten zijn. “Dat vereenvoudigt de regels”, verklaart Werner De Dobbeleer. “Vroeger mochten deze brommers op de ene plaats niet op het fietspad en op de andere wel. Nu is de situatie duidelijk: de brommers van klasse B mogen overal op het fietspad maar mogen de fietsers nooit hinderen”.

8 Als iedereen nu eens hoffelijk werd?

We hebben leren ritsen, we laten fietsers de voorrang als we rechts afslaan en we laten ruimte aan een chauffeur die in een parkeerplaats moet. Zou het niet zinnig zijn deze hoffelijkheden verplicht te maken?

Het charter zegt niets over hoffelijk gedrag. “Hoffelijk gedrag verplichten kan een averechts effect hebben”, denkt onze BIVV-man. “Ritsen bijvoorbeeld doen we nu voorzichtig, maar als je dat verplicht maakt gaat het gegarandeerd gebeuren tegen 100 km/uur. Hoffelijkheid in het verkeer is een vage zone die we best ook zo houden.”

9 Zelf iets doen in onze wijk

Het charter wil dat de burger zelf meer acties kan ondernemen voor een veiliger verkeer. Dat is goed nieuws voor iedereen die zich machteloos voelt tegenover het gevaarlijke verkeer in de eigen straat of wijk. In het kader van de campagne Ik ben voor zoekt het BIVV vrijwilligers. “Deze mensen kunnen onze campagnes op het terrein uitdragen. Ze kunnen onze affichettes en folders verspreiden en onze educatieve activiteiten ondersteunen. Ze kunnen ook verder gaan en een actiegroep vormen om hun lokaal bestuur aan te zetten de zwarte punten in de wijk aan te pakken. In de komende maanden gaan we in heel België vormingssessies voor deze vrijwilligers organiseren. Ze kunnen zich nu al aanmelden bij het BIVV via tel. 02 244 15 11 of via de website www.ikbenvoor.be”. Doen! n

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content