Van schaduwtuin tot stadsoase

Hoe tover je een ondankbare situatie om tot een voordeel? De tuin van onze fotografen Christine Bastin en Jacques Evrard in de Brusselse gemeente Elsene ziet weinig zon maar met enkele slimme trucs hebben ze er toch een paradijsje van gemaakt. Zij nodigen u graag uit achter de hoge muren van hun stadsoase.

Onze fotografen bewonen de benedenverdieping en de eerste etage van een hoog herenhuis dat eigenlijk uit twee samengevoegde huizen bestaat. De 340 m2 grote tuin heeft de vorm van een vierhoek en ligt helemaal ingesloten tussen de gevels en de hoge scheidingsmuren van aangrenzende tuinen. Alle bewoners van het pand zijn co-eigenaars van de tuin, maar Christine Bastin en Jacques Evrard hebben het exclusieve vruchtgebruik ervan.

“Een fortuin voor planten die niet gedijden”

Het grootste deel van de tuin vormt een soort van put op het niveau van het souterrain van het herenhuis. De ligging kon moeilijk ondankbaarder zijn, vertelt Christine. “De tuin ligt op het noordwesten en krijgt pas zon in de latere namiddag. Maar zelfs dan blijven grote delen in de schaduw van de gevels en scheidingsmuren maar ook van een hoge rode beuk en een grote esdoorn in de tuin van de buren.”

Toen ze hier twintig jaar geleden kwamen wonen, koesterden Christine en Jacques enthousiaste plannen. Ze wilden van hun stadstuin een complete tuin maken, inclusief fruitbomen en kleurenborders, maar ze botsten al snel op de realiteit van het terrein. “We hebben de eerste jaren een fortuin besteed aan planten die helemaal niet gedijden: fruitheesters, groenten voor een moestuin, margrieten, lavendel... Zelfs rotstuinplantjes kwijnden weg. De bladeren van onze slaplanten werden zwart. Dat had waarschijnlijk ook te maken met de vervuilde ondergrond. Toen we hier begonnen te spitten, botsten we vrijwel onmiddellijk op afbraakgruis en stenen. We hebben toen over alles heen een laag van 10 cm teelaarde laten aanvoeren.”

De truc met de niveaus

Door scha en schande geleerd, gooiden Christine en Jacques het over een andere boeg. De tuin daalt vrij steil naar het niveau van het souterrain af en daarom kwamen ze op het idee de beplanting te verdelen over drie niveaus. De twee hoogste zouden dan méér zon krijgen en meer mogelijkheden bieden. Deze aanpak bleek de goede te zijn en ze zorgt vandaag voor een verrassend resultaat.

Het bovenste niveau komt overeen met de eerste verdieping van de woning. Hier heeft het huis een erker met zicht op de tuin. Hij springt wat uit tussen de klimop en de wilde wingerd die een deel van de gevel bekleden. Op dit niveau lieten de eigenaars een houten terras aanleggen. Op die manier krijgt de erker (hun favoriete zit- en werkhoek in de winter) een verlengstuk in de zomer. Het terras biedt ruimte voor potten met kruiden, één- of tweejarige bloeiers (vlijtige Liesjes, Salvia’s, Verbena) en hortensia’s. Dit niveau krijgt ook voldoende zon voor een in mei en juni uitbundig bloeiende blauweregen. Deze klimmer hecht zich zowel vast aan de gevel als aan het houtwerk van het terras en aan de houten trap die naar het middelste niveau leidt. Op die manier krijg je in de lente op het terras de indruk in een bloemenzee te belanden.

Ook het middelste niveau (op de hoogte van de benedenverdieping van de woning) krijgt nog wat zon (halfschaduw). Daarom hebben Christine en Jacques hier aarde laten aanvoeren om de oppervlakte te vergroten en gelijk te maken. Zo konden ze een gazon aanleggen en een visueel spel spelen met stukken haag van kortgehouden bamboe. Om hier van februari tot oktober kleur te hebben, zet het echtpaar alle wapens uit het plantenrijk in: bolplanten in het vroege en latere voorjaar, éénjarige zaaibloemen (vooral Lavatera met roze en rode bloemen), tweejarigen (Digitalis en stokrozen), heesters (sering, Kerria japonica), rozen en vaste planten zoals Hemerocallis, Dicentra, lupinen, papavers in meerdere kleuren, Lysimachia clethroides met witte aren, Acanthus met tweelippige, paars-witte bloemen en – heel opvallend- Chinese pioenen met de moeilijke naam Paeonia lactiflora Yang-feichuyu. Ze bloeien in mei met reuzegrote witte bloemen. Als roos koos Christine voor de muskusroos Buff Beauty. Deze struik, die ook opgeleid kan worden, tooit zich maandenlang met abrikooskleurige roosjes met een heerlijke geur. Het onderste niveau neemt de grootste oppervlakte in beslag en vormt een schaduwtuin rond een Japanse esdoorn en een zithoek, waar de eigenaars verkoeling zoeken op warme dagen.

Bloei in de schaduw

Zoals we al eerder vertelden, waren Christine en Jacques in de eerste jaren erg ontgoocheld over alle soorten die hier niet overleefden. Nadien volgden echter de positieve ontdekkingen: soorten waarvan ze het helemaal niet verwacht hadden, deden het in de schaduw uitstekend. Dat hun yucca’s hier zouden bloeien was een verrassing. Een andere was de Persicaria amplexicaulis, een bodembedekkende vaste plant met rode bloeipluimen die mooi afsteken tegen al het groen van de bladplanten. De soort gedijt hier zo goed dat de eigenaars er een centraal gelegen border mee gevuld hebben. Die wordt omringd door een ware catalogus van schaduwminnende en bladhoudende soorten.

Alle tinten groen komen hier terug in combinatie met het purperrode blad van de rode beuk en (in de herfst) de dieprode kleur van de Japanse esdoorn. Het gebrek aan andere kleuren hebben de eigenaars enigszins kunnen compenseren door bladhoudende planten in strakke vormen te snoeien of op te leiden. Dat geldt niet alleen voor de buxussen maar ook voor de laurierkersen. Eén ervan wordt in een bolvorm gehouden, een andere in een spalier. En toen een lork (Larix) zijn naalden begon te verliezen, hebben de eigenaars hem gekortwiekt. Nu leidt hij een tweede leven als... een bonsai.

Siervoorwerpen als kleurbrengers

Uit hun ervaring puurden Christine Bastin en Jacques Evrard nog enkele tips voor eigenaars van stadstuinen.

n Plaats op de meest beschaduwde plekken een siervoorwerp in een felle kleur. De omgeving zal meteen oplichten.

n Probeer op een zonnige dag precies in kaart te brengen welke plaatsen zon krijgen en hoe lang, en pas uw beplanting aan.

n Op plekjes die zon krijgen maar te klein zijn voor planten in volle grond, kunt u potten of kuipen met rijke bloeiers plaatsen.

n Overdrijf niet met klimop of wilde wingerd. Ze zijn ideaal om beschaduwde muren te bedekken maar zuigen ook veel water op. Snoei ze dus geregeld bij en houd hun oppervlakte beperkt.

n Naaktslakken kunnen een ravage aanrichten in varens, Hosta’s en andere schaduwminnende bladplanten. Strooi dus tijdig korrels. Die bestaan nu ook in een biologische versie die andere dieren ontziet. Of gebruik één van de vele natuurlijke middeltjes (schaaltjes met bier, schillen van meloen die slakken aantrekken...). Wanneer u compost uitstrooit, kijk dan eerst na of u geen slakkeneitjes aan de zijkanten van de composthoop ziet. Op die manier zou u de slakkenplaag immers over de hele tuin verspreiden. n

Ludo Hugaerts – Foto’s: Bastin & Evrard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content