Van loopgraven tot bergen

Hoe slaag je erin van een dramatisch verleden een verrassende attractie te maken? In Ieper is de oorlog 14-18 weer springlevend geworden. En ten zuiden van de stad, op de ‘bergen’ van West-Vlaanderen, ontmoeten Belgisch bier, Franse Picon en folkmuziek elkaar vandaag in een vredige omarming.

Ach, de ironie van het lot. Het hoofdkantoor van Lernout & Hauspie is nu opgekocht door een bedrijf dat machines voor de textielnijverheid produceert. Alsof Ieper is teruggekeerd naar haar wortels. In de dertiende en veertiende eeuw maakten de verwerking van wol tot laken en de lakenhandel de stad immers tot één van onze rijkste centra. Zou textiel hier dan toch beter gedijen dan hightech?

De indrukwekkende Lakenhallen met het belfort blijven de stenen getuigen van dat rijke verleden en een bezoek aan Ieper hoort dan ook hier te beginnen. Vandaag biedt het gebouw onderdak aan het museum In Flanders Fields, de stadsdiensten, een concertzaal en ontvangstruimtes. Vanop de belforttoren (niet te bezoeken) worden op het einde van de driejaarlijkse Kattenstoet pluchen katjes naar het publiek geworpen. Een traditie met een minder lieftallig verleden: tot 1817 gebeurde dat immers met levende dieren.

Een spookstad vol ratten

Het pijnlijke einde van Lernout & Hauspie was klein bier in vergelijking met de ramp die Ieper in de Eerste Wereldoorlog trof. De stad en haar omgeving vormde een uitstulping (de Ypres Salient) in het geallieerde front. In april 1915 gebruikten de Duitsers hier voor het eerst een chemisch wapen, een verstikkend gas dat later de naam yperiet zou krijgen. De oorlogskerkhoven rond de stad alleen al tellen 265 000 zerkjes en er sneuvelden hier in totaal bijna een half miljoen jongens.

Toen de wapens in november 1918 zwegen, lag Ieper in puin. De stad was verlaten en de ratten hadden er vrij spel. “De laatste steen van de heropbouw werd pas in 1967 gelegd”, vertelt stadsgids Bertin Quaghebeur. “De Lakenhalle en de kathedraal werden in hun oorspronkelijke glorie hersteld met zoveel mogelijk gerecupereerd materiaal. Overal in de stad zie je woningen in de gele baksteen van de streek. In de gevel zijn vaak muurankers en twee datums verwerkt: het jaar van de oorspronkelijke bouw en dat van de heropbouw. Wie goed zoekt, zal in een steegje van de Slachthuisstraat ook het allerlaatste exemplaar aantreffen van de honderden houten noodhuisjes die na 1918 ter beschikking werden gesteld van de teruggekeerde, dakloze inwoners.”

Een loopgraaf achter het café

In Flanders Fields in de Lakenhalle zuigt je op een prangende manier mee in de Groote Oorlog in en rond Ieper. Dit gelauwerde museum is niet zo groot maar gebruikt wel alle eigentijdse multimediamiddelen om de sfeer en de levensomstandigheden van 14-18 op te roepen. Je loopt over afgerukte ledematen, je ruikt het gas en je hoort soldaten in vele talen roepen. Vergeet niet bij de start uit een automaat een kaartje te nemen met de naam van een willekeurige man of vrouw die de oorlog rond Ieper echt heeft meegemaakt. Tijdens uw bezoek kunt u dat kaartje op meerdere plaatsen in een computer stoppen en telkens verneemt u meer over wat er met uw figuur is gebeurd.

Als de Eerste Wereldoorlog u boeit, hebben we nog wat aanraders. De witte triomfboog aan de Menenpoort met de namen van 54 896 vermiste soldaten uit het British Empire blijft beklemmend. Zorg dat u hier ’s avonds om 20 uur bent. Elke dag spelen muzikanten van de Ieperse brandweer hier de Last Post. Zo aangrijpend dat zich hier telkens tientallen toeschouwers verzamelen, zelfs in de meest barre weersomstandigheden.

Gids Bertin Quaghebeur heeft nog een geheimpje: “Weinig Belgen weten dat de Menenpoort net als de meeste Gemenebestgraven in de Westhoek Brits grondgebied vormt. Toen er onlangs een misdrijf plaatsvond onder de Menenpoort, gebeurde het onderzoek door Scotland Yard.”

Loop ook eens binnen in het Anglicaanse kerkje in de Elverdingestraat. Op elke stoel ligt een kussen van een regiment uit het Gemenebest. En aan de muren herinneren koperen plaketten aan diegenen die een gift deden voor de bouw van de kerk. Sir Winston Churchill ontbreekt niet.

Nog een verrassing wacht in ’t Klein Rijsel aan de Rijselpoort. Op de binnenplaats van dit volkse café is een Trench Experience ingericht, een evocatie van Duitse en geallieerde loopgraven met authentiek materiaal uit privéverzamelingen.

Natuurlijk is Ieper méér dan een oorlogssouvenir. In de kathedraal zult u misschien voor het eerst de echte Leeuw van Vlaanderen ontmoeten, want hier ligt graaf Robrecht van Bethune begraven. En als u een mooie wandeling wilt maken, moet u zeker de Vestingroute volgen, met mooie uitzichten op de binnenstad, op de brede grachten rond de vestingen en op de omgeving. Hier en daar kunt u binnenlopen in de bastions en kazematten.

De bergen!

Bent u ook sinds uw schoolreisje met het vierde leerjaar niet meer op de Kemmelberg geweest? Hij ligt er nog steeds. Met een hoogte van 156 meter noemt deze bult in het landschap zich trots een berg, net trouwens als de Rodeberg (135 m), de Baneberg (143 m), de Zwarte Berg (152 m), de Vidaigneberg (138 m) en de Scherpenberg (125 m). In een land van dwergen ben je snel een reus.

Sinds de gemeentefusies vormen acht landelijke dorpen de gemeente Heuvelland. Dit is een streek om te fietsen en te wandelen. Als u een dag uittrekt om de bewegwijzerde West-Vlaamse Bergenroute na te rijden (45 km lang), krijgt u alle mooie plekjes te zien. Bij de wandelingen is het Kemmelbergpad (9,1 km) een aanrader, net als het Tweebergenpad (7,2 km) door de bossen van de Sulferberg en de Rodeberg. Ook het gratis toegankelijke Provinciaal Domein Kemmelberg heeft aantrekkelijke wandelpaden, zeker in het najaar.

Picon of bier?

De Belgische kant van de pal op de grens gelegen Zwarte Berg vormt één lange rij cafés, restaurants en speeltuinen. Bus- en autoladingen Noord-Fransen komen hier de Belgische speciaalbieren drinken in het juiste glas – een luxe waarvoor ze in hun eigen land drie keer zo veel moeten betalen. Van hun kant komen de Belgen naar hier voor Picon met witte wijn.

Ook elders in Heuvelland zult u op vele vormen van Belgisch-Franse verbroedering botsen. Zoals op het echtpaar Johan Gheysens en Régine Ringot. Hij is Belg, zij Française. Samen runnen ze café-tearoom-brasserie Cordoba op de Rodeberg. Wanneer het koud is, wordt u hier verwelkomd door een ronkende Leuvense stoof. Régine mixt voor de klanten haar geheime versie van Picon met witte wijn. Johan runt de merkwaardige stoeltjeslift die de Rodeberg met de Baneberg verbindt.

Het heiligdom van de folkmuziek

Natuurlijk is de Eerste Wereldoorlog ook in Heuvelland nooit veraf. Een toen nog onbekende Adolf Hitler vocht hier zelfs als korporaal. Houd zeker even halt aan de zogenaamde Pool of Peace (Vredesvijver) in Wijtschate. Maar Heuvelland heeft ook een vredelievende reden om mensen aan te trekken. Zo is er het driedaagse folkfestival van het kleine dorpje Dranouter dat dit jaar bijna 80 000 bezoekers lokte. In het gloednieuwe Folk Experience Museum kunt u het hele jaar door genieten van traditionele en nieuwe volksmuziek. Het is niet bedoeld voor kenners maar voor iedereen die van muziek houdt. Tijdens een speels en drietalig (Nederlands, Frans, Engels) parcours vol leuke vondsten maakt u kennis met alle facetten van de internationale traditionele muziek. De instrumenten, de bronnen, de liedjes, ze lijken allemaal te leven. Het werkt aanstekelijk, net als de muziek van Laïs of Urban Trad.

Ook de moeite in de buurt

Essex Farm is een opgravingssite aan het kanaal Ieper-IJzer net buiten Ieper. Vlakbij deze vooruitgeschoven verbandpost schreef John McCrae zijn beroemde gedicht In Flanders fields where the poppies grow. In het Britse oorlogskerkhof ernaast vindt u één van de meestbezochte soldatenzerkjes: V.J. Strudwick sneuvelde hier op 14 januari 1916, hij was 15 jaar oud.

Het bezoekerscentrum De Bergen in Kemmel toont de historie van de Vlaamse bergen. U kunt er fietsen huren.

De toren van het kerkje van Westouter werd niet vernield in 14-18.

A Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content