Van kolen en staal naar cultuur

Het Ruhrgebied, dat roept beelden op van rokende schoorstenen en hoogovens. Maar ondertussen vonden mijnsites en staalfabrieken een nieuwe bestemming als musea, cultuurcentra en themaparken, zodat de hele regio dit jaar met de titel Culturele hoofdstad van Europa 2010 kan pronken.

Het Ruhrgebied, dat zijn 53 steden die in elkaar lijken over te lopen, met in totaal 5,3 miljoen inwoners. Na Londen en Parijs is het de grootste stedelijke agglomeratie van Europa.

Oberhausen: een miniheelal

Onze tocht start in Oberhausen, een stad die volledig rond een industrieterrein is opgebouwd. Toen de site sloot, werd dit industrieel wasteland getransformeerd tot het gigantische shoppingcomplex CentrO. Dit is Wijnegem Shopping in het kwadraat, één van de grootste van Europa. Vlakbij ligt de Gasometer, een enorm cilindervormig gebouw waarin vroeger gas werd opgeslagen. Sedert 1993 is het een originele tentoonstellingsruimte. Momenteel loopt er een spectaculaire tentoonstelling rond ons zonnestelsel met metershoge schaalmodellen van de zon en de om haar heen cirkelende planeten. Blikvangers zijn een echte maansteen en een enorme ballon, een schaalmodel van de maan die in de honderd meter hoge ruimte is opgehangen. Wie de glazen lift naar de top van de Gasometer neemt, krijgt een duizelingwekkend bovenaanzicht op die enorme maan.

Duisburg: nieuw leven in de hoogovens

De stad Duisburg heeft de grootste binnenhaven van Europa en Norman Foster liet zich eens lekker gaan bij de transformatie van de industriële site in een trendy buurt met kantoren, luxelofts en restaurants. Het oude pakhuis Küppersmühleis een toonaangevend museum voor moderne kunst geworden.

Nog meer industriële archeologie vinden we in het Landschaftspark Duisburg-Nord, waar o.a. bergbeklimmers en duikers gebruik maken van de oude installaties. We beklimmen de imposante Meiderich-hoogoven van Thyssen Stahl AG met gids Jaroslaw, wiens grootvader hier nog werkte, samen met al die andere Poolse migranten die massaal in de kolenindustrie aan de slag gingen. “Zelfs bij vrieskou werkten de mannen hier in bloot bovenlijf”, vertelt hij. “De temperatuur in de oven kon tot 80 graden oplopen en het lawaai was oorverdovend.” De hoogoven die we tot helemaal boven beklimmen, is zo monsterlijk groot dat we ons levendig kunnen voorstellen hoe hels de werkomstandigheden hier moeten geweest zijn.

Essen: het vlaggenschip

De stad Essen is één van de vijf portaalsteden, en tegelijk het vlaggenschip van dit culturele jaar. Een blikvanger zonder oude stadskern want Essen werd tijdens de Tweede Wereldoorlog volledig platgebombardeerd. De topattractie van de stad is echter het zopas door David Chipperfield gerenoveerde Folkwang-museum. Hier bevond zich in de jaren twintig en dertig één van de grootste collecties van moderne kunst ter wereld, een geschenk van kunstkenner en verzamelaar van het eerste uur Karl Ernst Osthaus. In 1933 confisqueerden de nazi’s ruim 1400 van deze ontaarde kunstwerken. Ze verkochten ze aan particulieren en buitenlandse musea, zodat de collectie over de hele wereld verspreid raakte. Ter gelegenheid van Ruhr 2010 hangen ze tijdelijk (tot 25 juli) nog eens op hun oorspronkelijke plaats: een hoogst indrukwekkende collectie met ronkende namen als Chagall, Kandinsky, Matisse, Kirchner, Munch, Marc, Beckmann, maar ook ettelijke Van Goghs en werken van onze eigenste George Minne. Dat deze tentoonstelling dé absolute must is voor de kunstliefhebber, hoeft nauwelijks gezegd.

Een tweede Essense blikvanger én symbool van Ruhr 2010 is het Zeche Zollverein, een oude mijnsite die nu tot museum werd uitgebouwd en uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. De 55 meter hoge mijnschacht XII, een sterk staaltje van industriële Bauhausarchitectuur wordt ook wel de Eiffeltoren van de Ruhr genoemd. De oplichtende oranje roltrap die Rem Koolhaas ontwierp, brengt ons naar de top van het ketelhuis. Binnenin worden we overweldigd door de gigantisch grote machines en ervaren we tastbaar en hoorbaar hoe het er in het tijdperk van de kolenwinning aan toe moet gegaan zijn.

Dortmund: Bier & co

Nog verder naar het oosten ligt Dortmund. Een gigantische U op een van de hoogste gebouwen refereert naar de Bier-Union, de wereldberoemde brouwerij die ondertussen uit het centrum is verdwenen. Naast hypermoderne ruimtes vinden we hier wel gezelligheid, net als in Unna, één van de weinige plaatsen waar het historische centrum intact gebleven is. Want de geschiedenis van het Ruhrgebied begint niet bij de industriële revolutie, zo merken we in het Archeologisch Museum in Herne, waar een exacte kopie van een middeleeuwse verdedigingstoren is herbouwd.

We sluiten onze trip af in het kunstkwartier van het stadje Hagen, waar het originele Folkwangmuseum van Osthaus gevestigd was vooraleer de collectie te groot werd en naar Essen verhuisde. Het Osthausmuseum is een pareltje van art nouveau, vervaardigd door onze Henri Van de Velde, die erg populair was in Duitsland. De mooie gewelven, de gestileerde trappen en de werken van Duitse expressionisten vormen een mooi eindpunt voor een bezoek aan deze post-industriële regio met een groot hart voor cultuur.

Filip Godelaine

53 steden met in totaal 5,3 miljoen inwoners: het Ruhrgebied is een echte metropool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content