Uw extralegaal pensioen in kaart gebracht

Wellicht spaart u ook een extraatje bovenop uw wettelijk pensioen. Maar weet u nog welke spaarformules u allemaal hebt? Hoe ze worden belast en wanneer? Welke bedragen u moet opnemen wanneer u met pensioen gaat, en welke niet?

Dat het wettelijk pensioen in België niet veel voorstelt, is een understatement (lees in dit verband het artikel over onze pensioenen op p. 28). Geen wonder dat de meeste Belgen hun toevlucht zoeken tot meerdere vormen van extralegaal pensioen. Ongeveer de helft van de werknemers heeft een groepsverzekering, vooral in grote bedrijven. Ook het equivalent bij de zelfstandigen (het Vrij Aanvullend Pensioen – VAPZ) kent een groeiend succes. Ruim 4 miljoen Belgen doen (daarbovenop) aan pensioensparen via een bank of verzekeraar. En dan zijn er nog de fiscaal interessante levensverzekeringen en de gewone spaarformules (zonder fiscaal voordeel). Maar wat betekent dat allemaal concreet? Wat schiet er in uw geval netto van over, als u al deze formules naast mekaar plaatst?

De vormen van extralegaal pensioen

Ons pensioenstelsel rust op vier pijlers. De eerste is het wettelijk pensioen. De tweede bestaat uit de groepsverzekering of de individuele pensioentoezegging (een groepsverzekering op maat), en het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. De derde pijler enerzijds uit de pensioenspaarverzekering (of -fonds), anderzijds uit de fiscale Tak 21 (langetermijnsparen). Ten vierde zijn er spaarformules zonder fiscaal voordeel.

De groepsverzekering of Individuele Pensioentoezegging

n Wat?

Een levensverzekering die de werkgever afsluit voor (een deel van) zijn personeel of de zelfstandige die een vennootschap heeft, voor zichzelf. De meeste groepsverzekeringen lopen tot 60 jaar (in principe het minimum) of tot 65 jaar. Bij voortijdig overlijden heeft de begunstigde (bijv. de echtgenote) recht op de opgebouwde reserve, tenzij de minimale overlijdensdekking hoger ligt.

Er zijn twee systemen: ofwel komen de kosten voor 100% op rekening van de werkgever, ofwel verdelen werkgever en werknemer ze (de werkgever betaalt dan meestal 2/3de van de premies). De persoonlijke bijdrage die de werknemer betaalt, leidt tot een belastingvermindering van 30 tot 40% (plus gemeentebelastingen). Het maximum aan premies door de onderneming wordt beperkt door de 80%-regel: de premies zijn slechts aftrekbaar in de mate dat het pensioen dat opgebouwd wordt via de groepsverzekering, samen met het wettelijk pensioen, op jaarbasis niet groter is dan 80% van de laatste normale brutobezoldiging.

n Hoe en wanneer wordt u belast? Een groepsverzekering loopt doorgaans tot 60 jaar, soms tot 65 jaar of tot het overlijden. De uitkering van uw groepsverzekering (of individuele pensioentoezegging) wordt in eerste instantie onderworpen aan de zgn. solidariteitsbijdrage van maximaal 2% en aan de RIZIV-bijdrage van 3,55%. Na aftrek van deze bijdragen wordt het opgebouwde kapitaal (de gestorte premies + het gegarandeerde rendement) bij u privé belast tegen 16,5% plus gemeentebelastingen voor de bijdragen die uw werkgever stortte en 10 % plus gemeentebelastingen voor de bijdragen die u zelf stortte. Sinds 2006 kan de uitkering voor het werkgeversgedeelte echter belast worden tegen een gunsttarief van 10% (i.p.v. 16,5 %) als ze gebeurt op uw 65ste én u ook tot dan blijft werken. U betaalt géén belasting als u in Frankrijk woont op het moment dat uw groepsverzekering wordt uitbetaald (lees hierover Plus magazine 241, september 2008, p. 85).

n Wanneer mag/moet u het kapitaal opnemen?

Het opvragen van het kapitaal van een groepsverzekering voor de leeftijd van 60 jaar is doorgaans niet mogelijk. Het wordt uitgekeerd op het moment dat het contract afloopt (op 60 of 65 jaar) of bij het overlijden. U kunt het ook niet laten staan, zodat het langer interest zou opbrengen.

Het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen

n Wat?

Een spaarformule voor zelfstandigen om een extra pensioen op te bouwen. Door de aftrek van de premie be-spaart u niet alleen belastingen (tegen uw hoogste tarief), maar hoeft u ook minder sociale bijdragen te betalen. Dit geldt niet alleen voor zelfstandigen die een vennootschap hebben, maar ook voor eenmanszaken. De premie die jaarlijks gestort kan worden, hangt af van het loon (incl. de voordelen van alle aard) dat u opneemt uit uw vennootschap of uw winst. Ze kan nooit groter zijn dan 8,17% van uw geïndexeerde nettoloon van drie jaar terug. Het bedrag van de premie is in ieder geval beperkt tot euro 2686,04 per jaar (inkom-stenjaar 2008). Een VAPZ biedt een gegarandeerd rendement van ongeveer 3,25% plus een niet-gegarandeerde winstdeelname.

n Hoe en wanneer wordt u belast?

Bij het einde van het contract moet belasting betaald worden op het gewaarborgde kapitaal. De winstdeelnames van hun kant zijn belastingvrij. De heffing gebeurt volgens het systeem van de fictieve rente. Daarbij wordt jaarlijks een deel van het pensioenkapitaal bij uw belastbaar inkomen (uw pensioen dus) gevoegd. Aangezien het wettelijke pensioen van zelfstandigen laag is, komen ze in de regel in lage belastingschijven terecht en blijft de belastingdruk beperkt (13 à 15%).

Er is ook een gunsttarief: blijft u werken tot uw wettelijke pensioenleeftijd en int u uw VAPZ-pensioenkapitaal ten vroegste vanaf die leeftijd, dan wordt slechts 80 procent van uw kapitaal omgezet in een fictieve rente. Stopt u vroeger, dan wordt rekening gehouden met de volle 100 procent van het kapitaal.

n Wanneer mag/moet u het kapitaal opnemen?

Bij uw pensionering of eventueel bij vroeger overlijden (dan krijgt de in het contract aangeduide begunstigde in principe de spaarreserves). U kunt het kapitaal echter pas vanaf uw 60ste verjaardag aanspreken. Voor die leeftijd is geen afkoop mogelijk. U kunt het kapitaal ook niet laten staan na uw 65ste.

Een pensioenspaarfonds

n Wat?

Een spaarformule waarbij minstens een bepaald deel van de premies belegd wordt in aandelen (zie het dossier in Plus Magazine nr. 244 van december 2008). U mag jaarlijks maximaal euro 830 (bedrag 2008) storten en u geniet een belastingvermindering van 30 tot 40%.

n Hoe en wanneer wordt u belast? Als u voor uw 55ste met pensioensparen bent begonnen, betaalt u op uw 60ste verjaardag 10% belastingen. Als u er na uw 55ste verjaardag bent mee begonnen (en ten minste vijf stortingen hebt gedaan), dan wordt het kapitaal belast op de tiende verjaardag van de eerste storting. Let op: het is voldoende dat u slechts éénmaal de premie fiscaal hebt afgetrokken, om belast te worden.

Bij een pensioenspaarfonds wordt de 10% belasting berekend op de premies gekapitaliseerd tegen 4,75% (of tegen 6,25% voor premies van vóór 1993). U wordt dus belast op een fictief geschatte opbrengst. Overlijdt de verzekerde voor de einddatum van het contract dan stopt het contract en ontvangt de aangeduide begunstigde de waarde. Als de 10% heffing nog niet werd geheven, gebeurt dat dan.

n Wanneer mag/moet u het kapitaal opnemen?

Het bedrag voor uw 60ste opvragen is af te raden want dat wordt fiscaal zwaar afgestraft (33 % plus gemeentelijke opcentiemen). Hoewel uw ge-spaarde kapitaal belast wordt op uw 60ste bent u niet verplicht om dan te stoppen met pensioensparen. Tussen uw 60ste en 64ste kunt u nog vijf keer een premie betalen waarop u een fiscaal voordeel krijgt zonder dat u op dit extra kapitaal belasting moet betalen. Vanaf 65 jaar kunt u niet meer bijstorten, maar kunt u het fonds wel nog laten staan zolang u dat wilt. Dat is wat momenteel wordt aangeraden omdat de pensioenspaarfondsen sinds begin 2008 met ruim 25 % zijn gezakt. U kunt het geld dan opvragen als de beurs is hersteld.

Een pensioen-spaarverzekering

n Wat?

Een spaarformule met een gegarandeerd rendement (ongeveer 3%) plus een bonus. U kunt jaarlijks maximaal euro 830 (bedrag 2008) storten. Op dit bedrag geniet u een belastingvermindering van minimaal 30% en maximaal 40% (+ gemeentebelastingen), afhankelijk van uw beroepsinkomen. Om dit fiscale voordeel te genieten, moet u de pensioenspaarverzekering aangaan tussen uw 18de en uw 65ste. Het contract moet bovendien een looptijd hebben van minstens 10 jaar.

De premies van een pensioen-spaarverzekering zijn niet aftrekbaar binnen dezelfde korf (van euro 1990) van de kapitaalsaflossingen van een hypothecaire lening en de premies van een schuldsaldoverzekering. U kunt de belastingvermindering voor het pensioensparen m.a.w. bovenop de vermindering van uw lening krijgen. Dit betekent ook dat u de vermindering voor het pensioensparen kunt combineren met die voor een fiscale levensverzekering, tenminste als de lening voor uw woning al af-betaald is.

n Hoe en wanneer wordt u belast?

Op uw 60ste wordt een taks van 10% ingehouden op de op dat moment opgebouwde spaarreserve via de gewaarborgde rentevoet. De winstdeelname is belastingvrij. Dit geldt echter enkel als u vóór uw 55ste verjaardag met pensioensparen bent begonnen. Begint u ná uw 55ste (en hebt u ten minste vijf stortingen gedaan), dan wordt de taks van 10% ingehouden op de tiende verjaardag van de eerste storting. Maar let op: in het jaar waar-in de uitkering gebeurt, hebt u al geen recht meer op de belastingvermindering en u kunt die vermindering in ieder geval niet meer genieten vanaf het jaar waarin u 65 wordt. Overlijdt de verzekerde voor de einddatum van het contract dan stopt het contract en ontvangt de aangeduide begunstigde de waarde. Als de 10% heffing nog niet werd geheven, gebeurt dat dan.

n Wanneer mag/moet u het kapitaal opnemen?

Het bedrag voor uw 60ste opvragen is af te raden want dat wordt fiscaal zwaar afgestraft. Het kapitaal gevormd met stortingen voor 1993 wordt op uw 60ste belast aan uw hoogste belastingschijf. Voor stortingen na ’93 is dat 33% (plus gemeentelijke opcentiemen). Het kapitaal wordt uitgekeerd op het einde van het contract (in principe 65 jaar). U kunt het niet laten staan.

De fiscale tak 21

n Wat?

Een levensverzekering die door banken en verzekeringsmaatschappijen als fiscale polis wordt aangeboden. Het rendement ligt rond de 4,4 % per jaar. Het bedrag aan premies dat fiscaal ingebracht kan worden hangt af van uw beroepsinkomen, met een maximum van euro 1990 per persoon (bedrag 2008) – wat bereikt wordt bij een netto jaarlijks beroepsinkomen van euro 30.675. De premies leveren een belastingvermindering op (30 tot 40%). Om hiervoor in aanmerking te komen moet u de levensverzekering aangaan vóór uw 65ste. Ook de einddatum van het contract moet ten vroegste op uw 65ste zijn én het moet een looptijd hebben van minstens 10 jaar. Sluit u het contract bijv. op uw 52ste, dan is de einddatum ten vroegste de dag dat u 65 wordt. Sluit u het contract op uw 62ste, dan is dit de dag dat u 72 wordt. Bij overlijden is dezelfde regeling van kracht als bij een pensioenspaarverzekering.

Betaalt u nog een hypothecaire lening af die aangegaan werd om een woning te kopen of te (ver)bouwen, dan hebt u in principe geen of weinig ‘ruimte’ meer om nog premies van een levensverzekering in te brengen. De kapitaalsaflossingen van die lening en de premies van een schuldsaldoverzekering zijn immers aftrekbaar binnen dezelfde korf van euro 1990. Hierdoor is het in de praktijk vaak interessanter te wachten om een levensverzekering te sluiten tot de lening voor de woning afbetaald is.

n Hoe en wanneer wordt u belast?

Op uw 60ste wordt een belasting van (in principe) 10% ingehouden op de op dat moment opgebouwde spaarreserve via de gewaarborgde rentevoet. De winstdeelname is belastingvrij. Als de polis na uw 55ste gesloten werd, wordt de belasting echter pas na tien jaar ingehouden. Ze is meteen ook de definitieve eindbelasting. Daarna zijn er dus geen taksen meer verschuldigd, ook niet op het moment dat u uw kapitaal opvraagt. Door nog premies te storten na de inhouding van die belasting (in principe op uw 60ste) kunt u echter wel nog steeds de belastingvermindering genieten, ook in de periode dat u niet meer belast wordt.

n Wanneer mag/moet u het kapitaal opnemen?

Loopt uw contract af op (of na) uw 65ste, dan kunt u geen nieuwe fiscale polis meer aangaan. Dit kunt u vermijden door de einddatum bijv. op uw 99ste te voorzien zodat u verder premies kunt blijven storten en ook het fiscale voordeel kunt genieten zolang u dat past. Dit betekent niet dat u tot uw 99ste hoeft te wachten om uw geld op te vragen en u hoeft ook niet tot dan premies te storten. Het is mogelijk al eerder (een deel van) uw kapitaal op te vragen. Maar als de verzekerde overlijdt voor de einddatum van het contract, dan stopt het contract en ontvangt de de aangeduide begunstigde de verworven waarde.

De 4de pijler

Banken en verzekeringen verkopen de laatste jaren ook tal van spaar- en beleggingsproducten onder de noemer 4de pijler. Het gaat hier gewoon om een soort spaarplan tegen dat u met pensioen gaat, zonder fiscale aftrek en waar u geen belastingen op betaalt. Heel dikwijls gaat het om een maandelijks spaarplan waarbij u telkens een stuk van een fonds koopt. U kunt dit spaarplan op elk moment stopzetten. n

Johan Adriaens, onafhankelijk vermogensplanner, en Annemie Goddefroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content