Uw eindeloopbaan, tussen droom en werkelijkheid

Werken na 50 en de eindeloopbaan: geen grotere kloof tussen wat de overheid wil en de praktijk op de werkvloer! Wij vroegen minister van werk, Monica De Coninck hoe ze de dilemma’s rond langer werken gaat oplossen.

Onze levensverwachting (van mannen én vrouwen) heeft de kaap van 80 jaar gerond (en ligt nu op 80,4 jaar, om precies te zijn). Dat is wat de meest recente sterftetabellen die de Algemene Directie statistiek en economische informatie in 2011 publiceerde, ons vertellen.

We zijn dus mijlenver verwijderd van de tijd dat Bismarck de pen- sioenleeftijd op 65 jaar vastlegde en de levensverwachting zelfs onder deze leeftijd lag. Het aantal mensen dat toen het geluk had met pensioen te gaan, zal ongeveer zo groot zijn geweest als het aantal honderdjarigen vandaag.

Een dikke eeuw later ligt de wettelijke pensioenleeftijd nog altijd op 65 jaar en de regering lijkt (ondanks de voorstellen die in die richting worden gedaan) niet meteen geneigd hem te verhogen. De regering wil daarentegen wel zoveel mogelijk mensen tot 65 jaar aan de slag houden en zet daar allerlei middelen voor in.

In de media wordt door deskundigen met de regelmaat van een klok geopperd dat we langer moeten werken, zo niet wordt ons pensioenstelsel onhoudbaar. Maar in diezelfde media duiken evenzeer berichten op die daar soms moeilijk mee te rijmen vallen.

Zo vreest de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid in zijn verslag 2013 voor banenverlies dit jaar, tenzij de conjunctuur omslaat. De Nationale Bank heeft het over een verlies van 18.000 arbeidseenheden in 2013. En jammer genoeg zijn het in de praktijk nog steeds 50-plussers die het eerst hun baan verliezen.

DILEMMA 1: langer werken

Mythe

We moeten met zijn alle langer werken, zo niet wordt ons pensioensysteem onbetaalbaar.

Werkelijkheid

Bedrijven zijn niet happig om oudere werknemers aan boord te houden, laat staan aan te werven.

Plus Magazine: Cao 104 (van 1 januari 2013) legt bedrijven met meer dan 20 werknemers (voltijdse equivalenten) op om een tewerkstellingsplan voor 45-plussers op te stellen. Werkgevers moeten concrete maatregelen nemen om deze groep in hun bedrijf op peil te houden of te verhogen. Maar hoe zorg je ervoor dat dit plan meer wordt dan een intentieverklaring?

Monica De Coninck: “Op de arbeidsmarkt worden 55-plussers (vooral door werkgevers) als oude mensen beschouwd. Dat is raar, want in onze maatschappij is het net belangrijk om jong te blijven, er goed uit te zien. Vijftigers hertrouwen, worden (opnieuw) vader,... maar op het werk zijn ze oud! Die tegenstelling hebben we gebruikt voor een tv-spot. Een frisse vijftiger komt met de fiets op het werk aan, lacht en is duidelijk in vorm. Maar wanneer hij het bedrijf binnenstapt, verandert hij in een oude man. We willen werkgevers en werknemers de boodschap meegeven dat als je op je 50ste (of later) al die andere dingen aankunt, je ook in staat bent om te werken. Vandaag is in België 38% van de 55-plussers aan het werk (tegen bijna 61% in de totale actieve bevolking (15-64 jaar, cijfers 2012 be.stat)). Als we morgen iedereen aan het werk kunnen houden tot 65, zou het probleem al voor twee derden zijn opgelost.”

“Maar we moeten wel nadenken over wat dat betekent, werken na 50-55, mentaal en fysiek. Wat zijn de mogelijke remmingen en hoe kunnen we die aanpakken? Daarbij zou ik ook een onderscheid willen maken tussen mannen en vrouwen. Mannen verouderen anders dan vrouwen. Zo hebben vrouwen meer last van gewrichtsziekten. Het zware werk wordt dan weer veeleer door mannen gedaan, met alle fysieke gevolgen van dien. Want ondanks de automatisering zijn er nog heel wat (telkens terugkerende) handelingen. We hebben de bedrijven gevraagd om diversiteitsplannen op te stellen. Diversiteit in de brede zin: man-vrouw, verschillende seksuele geaardheid, migratie-achtergrond, én... leeftijd! Een klassiek voorbeeld van diversiteit naar leeftijd toe is BMW Duitsland. Daar werden arbeidscircuits met een grote rotatie uitgewerkt voor 50-plussers, zodat niet altijd hetzelfde lichaamsdeel wordt belast.”

“Ik zou meer naar de bedrijven willen gaan, ideeën geven, een soort draaiboek creëren: ‘hoe denk je na over deze problematiek?’ In de totaliteit kijken naar diversiteit en de loopbanen onder de loep nemen. We willen helpen door een expert te sturen om dat scenario uit te schrijven. Want er zijn zoveel soorten bedrijven en entiteiten...”

DILEMMA 2: loopbaanonderbreking

Mythe

Zelfs al zouden we minimum 40 jaar moeten werken, het moet mogelijk zijn om de carrière tijdelijk te onderbreken of af te bouwen om het beroeps- en gezinsleven beter op mekaar af te stemmen.

Werkelijkheid

Na een loopbaanonderbreking of tijdskrediet heb je als werknemer minder perspectieven op de arbeidsmarkt. Je wordt moeilijker opnieuw aangeworven en je groeit niet of minder snel door in je job.

PM: Als er gevraagd wordt onder welke voorwaarden werknemers langer willen werken, is het antwoord vaak: voldoende pauzes inlassen. Toch is het na een arbeidsonderbreking moeilijk om op hetzelfde niveau de draad weer op te nemen.

Monica De Coninck: “Het is inderdaad zowel in de privé- als de openbare sector mogelijk om je arbeidsstelsel te verminderen. We kennen ook de rimpeldagen in de zorgsector. We zien echter dat ze worden opgespaard tot één lang verlof. En dat is eigenlijk niet de bedoeling. Het zorgt ervoor dat mensen heel hard werken, zich overbelasten, om nadien verlof te nemen. En daarna is het moeilijk om terug te komen werken. Ik zou dat liever gespreid zien.”

“Ik hoor ook vaak dat mensen graag drie weekenddagen hebben en dan vier dagen werken. Natuurlijk gaat je loon dan naar beneden, maar ik heb bij de laatste budgetcontrole wél gepleit voor het behoud van systemen van tijdskrediet en loopbaanonderbreking. Ik vind niet dat je aan mensen kunt zeggen dat ze tot 65 jaar moeten werken, vijf dagen op vijf, zonder enige onderbreking. Als men aan deze maatregelen raakt, zeg ik nooit meer aan mensen dat ze langer moeten werken!”

DILEMMA 3: discriminatie

Mythe

Leeftijdsdiscriminatie is bij wet verboden. Werkaanbiedingen mogen geen leeftijdsgrens vermelden en leeftijd mag geen rol spelen bij aanwervingen.

Werkelijkheid

45-plussers worden het zwaarst gediscrimineerd bij aanwervingen.

PM: Uit recent onderzoek van de KUL en het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding blijkt dat bij het zoeken naar werk, 45-plussers het zwaarst worden gediscrimineerd, meer nog dan werknemers van allochtone afkomst.

Monica de Coninck: “Er is zeker leeftijdsdiscriminatie, maar ik zie dat daar bij bedrijven toch verandering in komt. En waarom? Omdat er de komende tien jaar een half miljoen tot 600.000 mensen met pensioen gaan. We zullen ervoor moeten zorgen dat we iedereen op de arbeidsmarkt inschakelen en gebruiken. Ik waarschuw nu alle bedrijven waar ik kom dat ze de mensen niet te snel op straat mogen zetten. Iemand van 45 jaar kan nog 20 jaar werken!”

“We zijn wel oplossingen aan het zoeken voor bruggepensioneerden die terug aan het werk gaan. Zij behouden hun aanvullende vergoeding bij hun vroegere werkgever, ook als ze opnieuw werken. Maar bij laaggeschoolden merken we dat ze door hun anciënniteit een vrij hoog loon hebben. Als ze ontslagen worden en ergens opnieuw aan de slag gaan, verliezen ze vaak € 500 tot € 600 per maand. Die aanvullende vergoeding is dan eigenlijk een compensatie voor het verlies van loon. Sommigen zullen echter zeggen: ‘Ik ga niet opnieuw werken, want als ik dit allemaal uitreken verlies ik erbij’. Anderen zullen de stap toch zetten omdat ze niet graag thuis zitten.”

DILEMMA 4: quota en anciënniteit

Mythe

Bij afslankingen in bedrijven moeten de ontslagen verdeeld worden over de verschillende leeftijdscategorieën van werknemers.

Werkelijkheid

Bij een herstructurering zijn 50-plussers altijd de eerste werknemers die worden afgedankt. Te oud of... te duur?

PM: Econoom Gert Peersman twitterde op de persvoorstelling van Delta Lloyd over eindeloopbanen en pensioenen: ‘Een bijdragevermindering voor bedrijven die boven een bepaald quotum aan 50-plussers zitten, zal bedrijven over de streep halen’. Bent u voor quota?

Monica de Coninck: “In principe ben ik tegen quota, maar ik denk wel dat het in bepaalde situaties goede instrumenten zijn om tijdelijk in te zetten. Ik had een voorstel ingediend bij de Nationale Arbeidsraad om, als er ontslagen vallen, die over alle leeftijdscategorieën van werknemers te verdelen, maar dit voor-stel werd afgeketst.”

“We werken nu verder aan een leeftijdspiramide – zoals die in Duitsland en Nederland ook al bestaat. Maar een belangrijk element daarbij is de verloning over het geheel van de loopbaan. Nu verdient een jongere werknemer weinig en stijgt zijn loon tot hij met pensioen gaat. Ik zou veel liever een stijgende curve zien die na een aantal jaren overgaat in een vlakke lijn.”

“In de middenleeftijd zou je meer moeten verdienen omdat je dan meer kosten hebt: je hebt kinderen, een huis dat moet worden afbetaald,.... Maar daarna zouden we langer hetzelfde loon moeten houden. Dan vermijd je het effect dat men mensen veel te snel uitsluit omwille van hun anciënniteit.”

“In de toekomst zullen loopbanen van 40 jaar bij dezelfde werkgever wel minder vaak voorkomen. Maar stel dat je heel lang bij hetzelfde bedrijf werkt en daar verschillende jobs uit-oefent, dan moet het mogelijk zijn het inkomen te laten stijgen in functie van een bepaalde taak, maar ook te laten dalen.”

“Dat laatste is een groot taboe, zeker in de openbare sector, maar het zou mogelijk moeten zijn. Nu kan je enkel promoveren, je kan geen stap terug zetten. Je zou perfect moeten kunnen zeggen: ‘ik wil tussen 50 en 60 jaar heel veel investeren in mijn job en leiding geven, maar daarna wil ik geen eindverantwoordelijkheid meer.’ Het is aan de werkgevers om daar creatief mee aan de slag te gaan.”

DILEMMA 5: brugpensioen

Mythe

Te vroeg stoppen moet worden ontraden. De toegangsvoorwaarden voor het brugpensioen (leeftijd, loopbaan) zijn zodanig verstrengd dat brugpensioen in de praktijk nog weinig zal voorkomen.

Werkelijkheid

Bij bedrijven in meilijkheden of bij herstructureringen worden massaal werknemers op brugpensioen gestuurd.

PM: In de eerste helft van 2013 hebben 84 ondernemingen de ‘procedure Renault’ opgestart. Volgens de statistieken van de FOD Tewerkstelling gaat het om 6.720 werknemers. Quasi altijd volgt daarna een collectief ontslag, waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van brugpensioen (werkloosheid met bedrijfstoeslag). Moeten de voorwaarden voor brugpensioen bij collectief ontslag verstrengen?

Monica De Coninck: “Ja, omdat we echt vinden dat mensen langer moeten werken. Brugpensioen is een erg duur en bovendien ongezond systeem want mensen die actief blijven leven ook langer. De Wet Renault is trouwens aan herziening toe. Toen hij in 1998 werd ingevoerd na de sluiting van Renault Vilvoorde, was één van de doelstellingen ontslagen te vermijden of te verminderen. Maar vandaag stellen we vast dat eenmaal de procedure gestart, er weinig marge is voor alternatieven en de beslissing tot ontslag eigenlijk al genomen is. De FOD Werk heeft net de technische evaluatie van de wet afgerond en zal nu een herzieningsvoorstel indienen bij de Nationale Arbeidsraad.”

“Wat het brugpensioen betreft willen we ook niet onmenselijk zijn. Als er grote sluitingen zijn en daar zijn mensen bij die sinds hun 14 jaar aan ’t werk zijn – en dat gebeurt nogal eens – en al 40 jaar hebben gewerkt, dan zijn die 54 jaar. Als die mensen hun brugpensioen vragen, waarom niet? Het probleem is dat onze maatregelen voor-al gebaseerd zijn op leeftijd en niet op de lengte van de loopbaan.”

DILEMMA 6: outplacement

Mythe

In geval van ontslag van 45-plussers moeten werkgevers outplacement betalen. Zo worden de ont-slagen werknemers begeleid in hun zoektocht naar nieuw werk.

Werkelijkheid

Outplacement zet net een rem op de aanwerving van 45-plussers.

PM: Outplacement is een geheel van begeleiding en advies voor ontslagen 45-plussers. Het is een ‘verplicht voordeel’. Als de werkgever het niet aanbiedt, is de werknemer verplicht het aan te vragen. De werkgever betaalt de kosten. En net daar wringt het schoentje: de verplichting om outplacement te betalen zou werkgevers tegenhouden 45-plussers aan te werven.

Monica De Coninck: “In het kader van de discussie over het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden, zijn we overeengekomen dat outplacement niet langer gekoppeld zal zijn aan de leeftijd maar wel aan de anciënniteit. Iemand met meer dan zes jaar anciënniteit, zal bij ontslag recht hebben op outplacement. Als een werknemer zich zes of zeven jaar in iets heeft gespecialiseerd en dan zijn werk verliest, kan hij wat begeleiding gebruiken bij het verbreden van zijn capaciteiten. Die begeleiding is niet nodig voor iemand die korter ergens heeft gewerkt.”

DILEMMA 7: werken na 65 jaar

Mythe

We hebben er belang bij om ook na 65 jaar nog te blijven werken. Zo kunnen we ons pensioen verhogen.

Werkelijkheid

Als we dat doen mogen we niet ziek worden!

PM: Langer werken dan 65 jaar is interessant voor wie nog geen 45 loopbaanjaren heeft. Zo kan je je pensioen verhogen (langer dan 45 jaar werken levert nog geen extra pensioen op). Maar werken na 65 houdt ook risico’s in: je geniet geen sociale bescherming meer (lees ‘Werken na 65 jaar, zonder vangnet’, op p. 65).

Monica de Coninck: “Dit heeft te maken met de visie op het systeem van de sociale zekerheid. Pensioen is een vervangingsinkomen. Als je kiest om verder te werken en je wordt langdurig ziek, dan spreek je een ander vervangingsinkomen aan, terwijl je recht hebt op pensioen. Je kan het ene niet door het andere vervangen. Je zal voor het duurzaamste vervangingsinkomen moeten kiezen, en dat is het pensioen, niet de ziekte-uitkering.”

“Jammer genoeg wordt er ook wel eens misbruik gemaakt. De meeste mensen die na 65 jaar aan de slag blijven menen het goed, maar we moeten vermijden dat iemand die recht heeft op pensioen langer werkt en na een paar maanden ziek valt, de rest van de tijd een ziekte-uitkering krijgt.”

Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet – Foto’s Jonas Hamers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content