"Voor stervelingen is elke tijd een tussentijd, hooguit historisch gezien de ene meer dan de andere", stelt schrijver Arnon Grunberg. Spelen met de tijd, het ogenblik en de eeuwigheid is een thema dat veel auteurs intrigeert.
NIEUWE TIJD
Aan de hand van de levens van vier vrouwen die geboren werden op de drempel van de 20ste eeuw, beschrijft Carmen Korn 100 jaar Duitse geschiedenis. Deze vrouwen zijn 'De dochters van een nieuwe tijd' - meteen de titel van deel 1 van deze trilogie, dat zich afspeelt tussen twee oorlogen. Het tweede deel - Tijd om opnieuw te beginnen - pikt de draad op in 1949. Hamburg ligt in puin. De jaren 50 en 60 lonken, met de muziek ...
Aan de hand van de levens van vier vrouwen die geboren werden op de drempel van de 20ste eeuw, beschrijft Carmen Korn 100 jaar Duitse geschiedenis. Deze vrouwen zijn 'De dochters van een nieuwe tijd' - meteen de titel van deel 1 van deze trilogie, dat zich afspeelt tussen twee oorlogen. Het tweede deel - Tijd om opnieuw te beginnen - pikt de draad op in 1949. Hamburg ligt in puin. De jaren 50 en 60 lonken, met de muziek van de Beatles die tussen de verhalen doorklinkt. Maar het is ook de tijd waarin de Berlijnse Muur wordt gebouwd, die een enorme impact heeft op vele levens. Het derde deel - De tijden veranderen - verschijnt in mei. 'Tijd is geen ding dat voorbijgaat... het is een zee waarop je drijft'. Met dit citaat van Margaret Atwood - de auteur van 'Het verhaal van de dienstmaagd' - opent Joke Hermsen haar boek 'Ogenblik en eeuwigheid'. Geen roman, maar een essaybundel over kunst, literatuur en filosofie. Met telkens ook aandacht voor de tijd en hoe die wordt beleefd. "Een verhaal vertellen", stelt de schrijfster, "of dit nu in taal, beeld of muziek is, is daarom een kwestie van luisteren naar de tijd die zich als het ware achter de klok ophoudt. Daar tikt geen strenge metronoom de minuten voor ons weg, maar wordt er vertraagd en versneld en vooral ook heen en weer gesprongen in de tijd." In 'Schoonheidsdrift' speelt Arie Storm met de tijd. De verteller, een Nederlandse schrijver, vertrekt vanuit Amsterdam naar Londen. De stad van John Keats, de 19de-eeuwse dichter met wie hij zich tot op zekere hoogte vereenzelvigt. "Keats", zo vertelt hij, "situeerde zijn poëzie vaak in een verzonnen decor, iets wat een landschap en omstandigheden in het verleden suggereerde, terwijl hij zijn personages vaak heel dicht bij zichzelf hield". En laat deze wisseling van tijdvakken net ook de schrijver overkomen. Want zijn Londens hotel kraakt en piept en de mensen die hij ontmoet - inclusief John Keats himself - komen uit een andere tijd.