Tijdskrediet: wat kan er tussen 50 en 54?

Bij de nieuwe regeling voor tijdskrediet delen vooral mensen tussen 50 en 54 jaar in de klappen. Het wordt er voor hen ook niet gemakkelijker op om na te gaan of en wélke uitkering ze kunnen krijgen.

Een van de vele nieuwe maatregelen van de regering Di Rupo begin dit jaar betreft het tijdskrediet. De tendens om mensen langer aan het werk te houden was al ingezet door het Generatiepact. De nieuwe maatregelen moeten het tijdskrediet tussen 50 en 54 jaar moeilijker maken. Voor 55-plussers verandert er niets. Voldoen ze aan de loopbaan- en anciënniteitsvoorwaarden dan kunnen ze tijdskrediet nemen en een verhoogde uitkering krijgen.

Wat blijft

– 55-plussers tellen nog steeds niet mee voor de bepaling van de 5%-drempel. Voldoen ze aan alle voorwaarden, dan hebben ze een echt recht op tijdskrediet. De werkgever kan niet weigeren met het argument dat er al 5% van de werknemers tijdskrediet neemt.

– De thematische verloven wijzigen niet: palliatief verlof, verlof voor medische bijstand,...: wie dergelijk verlof neemt, hoeft niets te vrezen. De regels blijven onveranderd en de gelijkstelling voor het pensioen onaangeroerd.

LET OP! Een thematisch verlof is niet hetzelfde als een gemotiveerd tijdskrediet (zorg, opleiding, ziek kind). De duur van een thematisch verlof wordt ook niet in rekening gebracht om te zien of uw recht op tijdskrediet uitgeput is of niet. Het ene kan wel een aanvulling vormen op het andere. Zo kunt u een thematisch palliatief verlof nemen en daarna (als u aan de voorwaarden voldoet) tijdskrediet vragen met het motief zorg omwille van palliatieve verzorging.

Wat verandert

Bent u 50-plus en kandidaat voor een tijdskrediet, dan moet u zich voortaan twee vragen stellen: heb ik recht op tijdskrediet (de voorwaarden staan in cao 77bis)? En, zo ja: heb ik recht op een uitkering (die voorwaarden staan in het KB van 12 december 2011)? Voortaan geldt de verhoogde uitkering maar vanaf 55 jaar, mits een loopbaan als loontrekkende van minstens 25 jaar.

1. Hebt u recht op een tijdskrediet?

U hebt recht op een tijdskrediet voor 50-plussers (4/5 of halftijds werken) wanneer u:

– minstens 50 jaar bent;

– 3 jaar bij uw werkgever hebt gewerkt (2 jaar als u aangeworven bent vanaf uw 50ste, 1 jaar als u aangeworven bent vanaf uw 55ste);

– als u halftijds wilt werken: de voorbije 12 maanden minstens 3/4 tijd hebt gewerkt;

– als u 4/5 wilt werken: de voorbije 12 maanden minstens voltijds hebt gewerkt of 4/5 in het kader van een loopbaanvermindering;

– 20 jaar als loontrekkende hebt gewerkt.

U kunt dit tijdskrediet nemen tot aan uw pensioenleeftijd.

2. Hebt u recht op een uitkering?

In het tijdskrediet voor 50-plussers hebt u voortaan pas recht op een uitkering vanaf 55 jaar en voor zover u 25 jaar loontrekkende bent geweest.

Tenzij u de laatste tien jaar gedurende vijf jaar een zwaar beroep hebt uitgeoefend – zeven jaar gedurende de laatste 15 jaar – en het bovendien om een knelpuntberoep ging.

U bent tussen 50 en 54 jaar

Wat het recht op tijdskrediet betreft zijn het algemene stelsel (-50 jaar) en het stelsel voor 50-plussers twee aparte systemen. Wilt u een tijdskrediet nemen tussen 50 en 54 jaar én u voldoet aan de voorwaarden, dan hebt u de keuze:

– ofwel kiest u voor het stelsel van de 50-plussers. Voor de uitkering wacht u tot u 55 bent. U neemt dus een tijdskrediet zonder uitkering tussen 50 en 54 jaar;

– ofwel vraagt u een tijdskrediet in het algemene stelsel. Dan moet u daar aan de voorwaarden voldoen en mag u uw rechten nog niet uitgeput hebben. U zult de uitkering maar krijgen voor de duur in het gewone stelsel.

Die duur bedraagt bij:

niet gemotiveerd krediet: 12 maanden voltijds tijdskrediet, of 24 maanden halftijds tijdskrediet, of 60 maanden 1/5 tijdskrediet of een combinatie van deze stelsels tot een voltijds equivalent van 12 maanden;

gemotiveerd krediet: +36 maanden voor zorg en opleiding, +48 maanden voor een ziek kind.

De bedragen

1. In het gewone stelsel

Bij werkduurvermindering tot 1/2:

– m inder dan 2 jaar dienst:

geen uitkering;

2 tot 5 jaar dienst:

euro 231,15 bruto per maand;

– +5 jaar dienst: euro 308,21

Bij werkduurvermindering met 1/5:

– m inder dan 5 jaar dienst: geen uitkering (want ook geen recht);

+5 jaar dienst: euro 152,22 als samenwonende en euro 196,44 als alleenstaande.

2. In het systeem 50-plus

Vanaf 55 jaar

– Bij werkduurvermindering tot 1/2: bruto euro 460,43 per maand.

– Bij werkduurvermindering met 1/5: bruto euro 213,87 per maand als samenwonende en euro 258,09 per maand als alleenstaande.

Eerste verlenging na 1 januari 2012

Als u een tijdskrediet voor 50-plussers hebt aangevraagd onder de oude regeling, maar dat niet meteen tot het einde van uw loopbaan heb gedaan, dan valt u voor uw nieuwe aanvraag bij de RVA nog onder de oude regeling en geldt uw pensioenleeftijd als einddatum.

Annemie Goddefroy en Jocelyne Minet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content