Vanuit de haven van Gavrio klimt de weg langs de centrale bergketen naar boven. De weiden zijn afgeboord met hoge leistenen en steken als een balkon boven de zee uit. Het lijkt hier soms meer op een Iers landschap, want Andros is groen, heel anders dan het vlakke en dorre Mykonos of Kythnos, andere eilanden van de Cycladen. De rivieren stromen hier 365 dagen per jaar, wat uniek is op de archipel. Drie indrukwekkende bergketens doorkruisen het eiland en tot voor kort beperkte dat de contacten tussen de valleien en de dorpen. Die bewaarden zo hun eigenheid en karakter, maar dat leidde soms ook tot wantrouwen. De ouderen hier herinneren zich dat in Sténiès, een dorp van zeelieden, iedere bui-tenstaander die er zich waagde met stenen werd weggejaagd. De inwoners vreesden ontrouw van hun vrouwen terwijl de mannen op zee waren.
...

Vanuit de haven van Gavrio klimt de weg langs de centrale bergketen naar boven. De weiden zijn afgeboord met hoge leistenen en steken als een balkon boven de zee uit. Het lijkt hier soms meer op een Iers landschap, want Andros is groen, heel anders dan het vlakke en dorre Mykonos of Kythnos, andere eilanden van de Cycladen. De rivieren stromen hier 365 dagen per jaar, wat uniek is op de archipel. Drie indrukwekkende bergketens doorkruisen het eiland en tot voor kort beperkte dat de contacten tussen de valleien en de dorpen. Die bewaarden zo hun eigenheid en karakter, maar dat leidde soms ook tot wantrouwen. De ouderen hier herinneren zich dat in Sténiès, een dorp van zeelieden, iedere bui-tenstaander die er zich waagde met stenen werd weggejaagd. De inwoners vreesden ontrouw van hun vrouwen terwijl de mannen op zee waren. Op een rotsachtige uitloper ligt Chora, de hoofdplaats van het eiland. Ouderwetse banketbakkerijen, pantopoleio - winkels waar je alles vindt - en kleine cafés geven de hoofdstraat een flair uit vervlogen tijden. Honderd jaar oud is bakkerij Laskari's Pastry Shop, in de hoofdstraat van Chora. Alles is er huisgemaakt. De prachtige neoklassieke gevels en marmeren trottoirs herinneren aan het maritieme verleden, toen Andros als hoofdkwartier fungeerde voor een fantastische handelsvloot. Nog niet zo lang geleden was het voor iedere jongeman van het eiland vanzelfsprekend om matroos te worden. Al maanden voor het einde van hun schooltijd wisten de jongens op welk schip zij zouden inschepen om hun loopbaan te beginnen. Olga Karayiannis komt uit Athene, maar werd verliefd op de oude vergeten paden van Andros. In 2009 besloot ze die op te lijsten en te restaureren. Samen met vrijwilligers (ook buitenlandse) ruimt ze elk voorjaar struiken, herstelt ze lage muurtjes, vervangt ze oriëntatieborden en controleert ze de op rotsen geschilderde aanwijzingen. Een prachtig netwerk van paden kronkelt nu kriskras over het eiland, langs vergeten dorpen en tuinen. Andros is dan ook een uitstekend wandeleiland. Zoals overal in Griekenland bezit ook Andros enkele mooie religieuze sites. Het Panachrantou-klooster mag je zeker niet missen. De weg ernaartoe is al een attractie op zich: eerst naar bijna 1.000 m hoogte om dan even af te dalen richting de vallei van Messaria. Het meer dan tien eeuwen oude klooster klampt zich vast aan de rotsen en oogt als een Byzantijns fort. Broeder Philaretos ontvangt ons vrolijk en biedt prompt aan om mijn Nikon te ruilen voor een stuk grond met olijfbomen en wat pluimvee. Met de drie monniken nuttigen we gebak en koffie in de loggia met uitzicht over de vallei en de zee. In het verlengde van Andros in de Egeïsche Zee ligt Tinos, nog zo'n charmant eiland. Alle orthodoxe christenen kennen het, want het is een bedevaartsoord. Op de feestdagen van 25 maart (Maria Boodschap) en 15 augustus is het een drukte van jewelste op Tinos. Dan trekken de gelovigen langs de steile geplaveide laan naar de kerk van Panagia Evangelistria (Onze Lieve Vrouw van Tinos). De rode loper op het trottoir is niet voor prominenten bedoeld, maar om de pijn wat te verzachten van de pelgrims die het traject op hun knieën afleggen. Vrij steile wegen lopen vanuit het stadje naar het binnenland en zijn het decor voor spannende excursies door ruige landschappen, soms langs uitgehouwen paden. Zo bereiken we het klooster van Kechrovouni, in een dorpje met witgekalkte muren, waar nog 30 zusters wonen. Hier zou de non Pelagia de Maagd hebben gezien, die haar de plaats aanwees van een icoon dat Sint-Lucas schilderde, wat dan weer de aanleiding werd voor de beroemde pelgrimstocht. Vandaag zijn de witte gevels van de Cycladische dorpen bijna een handelsmerk geworden, maar vroeger werden de huizen met de meest discrete materialen gebouwd om vanuit de zee niet zichtbaar te zijn voor piraten. De smetteloze huizen van Kardiani lijken nu als een sneeuwmuts op de kliffen te hangen. Uit de rotsen sijpelt water van de vele bronnen die hier ontspringen en in sommige huizen loopt het zelfs binnen! Drie kerken voor één klein dorp, dat is ongewoon. Dit komt omdat Kardiani, net als andere delen van het eiland, een sterke katholieke gemeenschap heeft, een erfenis van de Venetiaanse aanwezigheid hier. Veel inwoners van Tinos zijn nazaten van patriciërsfamilies uit Venetië. De dogenstad heeft hier nog een ander spoor achtergelaten: de honderden karakteristieke duiventillen. Sommigen zijn echte kunstwerken met grillige en mooi versierde gevels. Agapi, dat verloren ligt aan het eind van een smalle weg, is een van die dorpen die omringd worden door talrijke duiventillen. Er is slechts één steeg die het dorp doorkruist. Naast de kerk staat een onwaarschijnlijk klein cafeetje waar de tijd geen vat op lijkt te hebben. Binnen zijn er slechts twee tafels, waarrond ouderen een praatje maken terwijl ze zenuwachtig over hun komboloi (rozenkrans) wrijven. Je kunt hier aan een koffie nippen op een balkon dat boven het ravijn hangt. Verlaat Tinos niet zonder ook een bezoek te brengen aan Tarambados met zijn gewelfde doorgangen, Volax, een dorp van mandenmakers in een landschap met reusachtige rotsen of Pyrgos, hoofdstad van het marmer. Allemaal even rustgevende als heerlijk tijdloze plekken.