Marc Goffart © SOPHIE NUYTTEN

Studeren in het buitenland veranderde hun leven

De eerste generatie Erasmusstudenten wordt groot. Dertig jaar geleden kregen studenten voor het eerst de kans om, met financiële steun van de Europese Unie, voor enkele maanden aan een buitenlandse universiteit te studeren. Wat doet dat met een mens?

“Dit jaar is een feestjaar voor mij: ik word 50 en het Erasmusprogramma viert haar 30ste verjaardag.” Toen Marc Goffart, als een van de pioniers van het Europese uitwisselingsprogramma, zich in 1989 aanmeldde om drie maanden in Amsterdam te gaan studeren, had hij nooit gedacht dat het zijn verdere (professionele) leven zou bepalen. “Ik studeerde Germaanse talen om journalist te worden, maar Erasmus heeft daar anders over beslist. Toen ik pas afgestudeerd was, vroeg de UGent me om het Erasmusprogramma te helpen uitbouwen. Ik hielp ook een afdeling oprichten van het Erasmus Student Network (ESN) dat buitenlandse studenten opvangt. Daarna ben ik in de Europese administratie terechtgekomen en sinds enkele jaren werk ik voor het Erasmus+ programma. Een coördinerende functie, maar omdat ik zelf op Erasmus ben geweest, besef ik welke verhalen achter de papiermolen schuilgaan.” En dat zijn vooral verhalen van ervaring opdoen, kansen grijpen en plezier maken.

Op eigen benen

België stuurt al van bij het begin, in 1987, studenten uit. Het eerste jaar waren het er 58. In 2015 gingen 16.200 Belgische studenten op leerervaring in het buitenland dankzij Erasmus, dat intussen werd uitgebreid met stages, vrijwilligerswerk en beurzen voor masteropleidingen. “In 1989 stond het Erasmusprogramma nog in zijn kinderschoenen. Ik was de eerste Erasmusstudent die in Amsterdam in de lerarenopleiding terechtkwam. Iedereen was hartelijk en behulpzaam, maar uiteraard nemen ze je geen drie maanden lang bij het handje. Uiteindelijk sta je er alleen voor. Ik moest vaak zelf de professoren inlichten dat het de bedoeling was dat ik een getuigschrift kreeg voor hun vak. Nu is dat veel beter geregeld met learning agreements nog voor de studenten vertrekken. En er zijn de ESN-vrijwilligers die buitenlandse studenten opvangen en activiteiten organiseren.”

Meer Europeaan

Toch geeft ook nu de ruime meerderheid van de Erasmusstudenten aan dat ze dankzij hun ervaring in het buitenland een pak zelfstandiger geworden zijn. Werkgevers azen op Erasmus-alumni omwille van hun flexibiliteit en hun drive om zelf initiatief te nemen. “Het heeft een sterke persoonlijkheidsvormende functie”, ervaarde ook Marc Goffart. “Je doet het ook op een moment dat je volop op zoek bent naar je eigen identiteit. Ik reflecteerde vooral over wat het betekende om een Nederlandstalige Belg te zijn. Als Germanist had ik een romantisch beeld van het groot-Nederlandse taalgebied, maar daar in Amsterdam heb ik dat toch moeten bijstellen. In het buitenland ben je veel bezig met je nationale identiteit. Je stelt de systemen die je gewend bent in vraag en leert op een andere manier naar dingen te kijken.” De Europese identiteit versterken, daar was het de Europese Commissie (EC) onder meer om te doen toen ze 30 jaar geleden het Erasmusprogramma in het leven riep. En met succes, als we de cijfers van een studie van de Commissie mogen geloven: 81% van de studenten uit het hoger onderwijs die op Erasmus zijn geweest, is bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014 gaan stemmen. De gemiddelde opkomst bij leeftijdgenoten bedroeg slechts 30%. En 83% van de Erasmusstudenten zegt na hun verblijf in het buitenland de zaken vaker vanuit een Europees perspectief te bekijken. En wat meer is: 40% van de Erasmus-alumni verhuist na hun studies – al dan niet tijdelijk – naar het buitenland. “De wereld is fel veranderd sinds 1987”, nuanceert Marc. “Internet en de sociale media maken het mogelijk om op internationaal niveau samen te werken. Jongeren reizen ook veel meer dan vroeger. Of je nu op Erasmus bent geweest of niet, dat is de tijdsgeest. Maar ik denk wel dat wie ervaring opdoet in het buitenland een ruimere kijk op de wereld heeft. Niet elke Erasmusser verhuist achteraf naar het buitenland. Ik ben na mijn avontuur in Amsterdam geografisch erg honkvast gebleven, maar het heeft wel mentale openingen gemaakt.”

Erasmus heeft ook de reputatie vaak raak te schieten op het vlak van de liefde. Liefst één op de drie Erasmussers houdt aan zijn buitenlandse studietijd een partner over van een andere nationaliteit. En dat kan gevolgen hebben voor de hele familie. Pierre (69) en Katrien (67) Dujardin stimuleerden hun drie kinderen om op Erasmus te gaan. “Ik ben zelf door mijn ouders regelmatig voor een maand naar het buitenland gestuurd. We vinden het belangrijk om met een open blik naar de wereld te kijken”, zegt Pierre.

Lange elastiek

Op een bepaald moment hadden hun drie kinderen een buitenlands lief, maar enkel bij dochter Lotje (41) hield de relatie stand. De architectuurstudente koos in 1997 voor een jaartje Erasmus in het Schotse Dundee. Ze leerde er al snel de sympathieke Ier Steven kennen en verhuisde, nadat ze beiden waren afgestudeerd, naar Dublin. “Ik vond het wel fijn dat onze dochter naar huis kwam met een buitenlands lief”, herinnert mama Katrien zich. “Ik was ook niet bang dat ze misschien in het buitenland zou gaan wonen. Onze kinderen hangen vast aan een hele lange elastiek: ze mogen zo ver gaan als ze willen, als ze af en toe maar graag naar huis terugkomen.” Nochtans was contact houden begin jaren 2000 niet zo eenvoudig. “Toen Steven en ik nog niet samenwoonden, hebben mijn ouders tonnen betaald aan telefoongesprekken. Later gaven ze me een fax cadeau”, lacht Lotje. “Toen er in Dublin een livecam werd geïnstalleerd, wandelde ik regelmatig tot daar met een opvallend rode paraplu om te zwaaien naar mijn ouders. Maar er zat vertraging op de beelden, dat was niet ideaal. Gelukkig is dat heel snel geëvolueerd. Nu houden we dagelijks contact dankzij WhatsApp en Facetime.” De geboorte van de kleinkinderen Yasmin en Nathan maakten grootouders Pierre en Katrien van heel dichtbij mee. “We wisten dat ze op weg was naar het ziekenhuis en na de bevallingen ben ik onmiddellijk tien dagen naar Dublin afgereisd om Lotje te helpen”, zegt Katrien, die trots is dat haar kleinkinderen drietalig opgroeien. Drietalig, want het gezin verhuisde in 2009 naar Nice. “Het kriebelde om weer te verhuizen”, zegt Lotje. “Ik woonde heel graag in Dublin, maar ik snakte naar beter weer. We zochten dus naar een zuiderse stad met mooie architectuur: Genève, Barcelona of Nice. Het moest ook een stad zijn met een luchthaven. Nice is een hele internationale stad en we vonden er, wellicht ook dankzij onze talenkennis, snel werk. Maar het was geen evidente stap. We kenden er niemand, er waren geen grootouders in de buurt om de kinderen op te vangen zodat het toch een jaar geduurd heeft voor we onze draai vonden. De sfeer in Nice is ook helemaal anders dan in Ierland. Ieren zijn eerlijke, open mensen. Aan de Côte d’Azur moet je toch oppassen voor haaien. We zijn een paar keer oneerlijk behandeld door klanten. Maar daar leer je weer veel uit.”

Zeven uur, van deur tot deur

Intussen voelen Lotje en haar gezin zich helemaal thuis in Frankrijk. “Ik voel me meer Europees dan Belgisch. Ik zag me altijd wel wandelen over de promenade van Nice, als een echte Française. Maar ik voel me ook goed in het bruisende Dublin en ik kom graag naar Hasselt. Ik heb drie huizen”, analyseert Lotje.

“Wij vinden het iets fijner om naar het zuiden te gaan om onze dochter te bezoeken”, geeft Katrien toe. Ze zien Lotje en hun – inmiddels drie – kleinkinderen minstens vijf keer per jaar. De Dujardins wonen van deur tot deur en met het vliegtuig immers maar zeven uur van elkaar verwijderd, berekende Pierre. En in de zomervakantie komen de kleinkinderen tien dagen logeren in Hasselt om nadien tien dagen bij de grootouders in Dublin te verblijven. “Eigenlijk kennen we Lotjes kinderen het beste van al onze kleinkinderen. De kinderen van onze zonen zien we vaker, maar zij komen hier even langs en gaan dan weer naar huis. Als Yasmin, Nathan en Sienna komen logeren, wonen we heel hecht samen. Zij zijn ook onze oudste kleinkinderen. We zijn het zo gewoon.”

Lotje: “Ik mis de familie vooral op zondag. Dan gaan mijn broers vaak langs bij mijn ouders. Ik mis het wel om af en toe eens gewoon mijn voeten onder tafel te steken en alle kleinkinderen samen te zien spelen.”

ELLIE MAEREVOET

Marc Goffart: “Ik ben erg honkvast, maar Erasmus heeft wel voor mentale openingen gezorgd.”

Lotje Dujardin: “Ik mis mijn ouders vooral op zondag. Dan komen ook mijn broers langs.”

Partner Content