Stop met dat kleutertaaltje!

Intergenerationele communicatieproblemen zijn voor een deel te wijten aan stereotiepe denkbeelden. “Nooit eerder keken we zo negatief tegen het verouderingsproces aan als vandaag. In onze individualistische en prestatiegerichte maatschappij zijn we geneigd bejaarden als nutteloos te beschouwen”, zegt een verontwaardigde Stéphane Adam, diensthoofd ouderenpsychologie aan de universiteit van Luik. Deze neerbuigende kijk op ouderen vertaalt zich in diverse vooroordelen en in een systematische overschatting van leeftijdsgebonden problemen, inclusief op het vlak van communicatie.

Uit studies blijkt bijvoorbeeld dat we het aantal 65-plussers dat niet goed hoort op 50% ramen, terwijl in werkelijkheid slechts 33% van de 65-plussers slechthorend is! “En hoewel slechts één op de drie minder goed hoort, hebben we de neiging om tegen alle 65-plussers luider te praten! Een verminderd gehoor belet hen in een rustige omgeving trouwens niet om te begrijpen wat je vertelt”, legt Stéphane Adam uit.

De misvatting dat alle bejaarden slechthorend zijn, leidt tot elderspeak of kinderlijk taalgebruik: we gaan trager en luider praten, in eenvoudige zinnetjes. Uiteraard is het normaal dat we het gesprek aanpassen aan de persoon tegen wie we praten, dat doen we ook bij kleine kinderen. Maar bij bejaarden passen we ons aan veronderstelde behoeften aan en niet aan hun werkelijke behoeften. In het ergste geval leidt dat tot infantiliserend taalgebruik: we schakelen over op de we-vorm (‘Zijn we klaar om in bad te gaan?’), gebruiken verkleinde eigennamen (‘Marie-Jeanneke’) of zeggen bomma en bompa tegen mensen die helemaal onze grootouders niet zijn! “Vandaag is het rusthuispersoneel zich hier almaar beter van bewust, ook al stellen we in de praktijk nog uitschuivers vast”, klinkt het bij Stéphane Adam.

Selffulfilling prophecy

Kleutertaal gebruiken tegen bejaarden schaadt de communicatie. Wanneer we luider, trager of eenvoudiger praten, wordt de informatie paradoxaal genoeg moeilijker begrepen. Alles wat we zeggen, lijkt op een vraag. Door het trage debiet slaagt de toehoorder er niet meer in om te focussen op de essentie. Kortom, door het eenvoudig te houden, wordt het onbegrijpelijk! Overigens leidt deze neerbuigende manier van spreken vaak tot selffulfilling prophecy: de bejaarde voelt zich minderwaardig, verliest het zelfvertrouwen en gaat er ook echt op achteruit. De aanvankelijke misvatting dat hij/zij niet meer bekwaam is, wordt aldus bewaarheid.

“Hoe kinderlijker je je ouders toespreekt, hoe slechter ze gaan praten. Ze zullen zich – ook al is dat niet bewust – minderwaardig voelen. En dat zal een impact hebben op hun manier van praten. Zo zullen ze vragen om te herhalen wat je net hebt gezegd, niet omdat ze het niet goed hebben gehoord, maar omdat ze zich afvragen of ze het wel goed hebben begrepen. En jij zal bij jezelf zeggen: ‘Zie je wel, ze begrijpen er echt niets van’ waardoor je nóg kinderlijker zal gaan praten. Een vicieuze cirkel. Wat je dan wél moet doen? Tegen iedereen normaal praten en je enkel aanpassen als het écht nodig is. Onze aanpak moet gebaseerd zijn op feiten, niet op wat we menen te weten”, besluit Stéphane Adam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content