Roland Verleye en Luc Mazijn doen aan wandelvoetbal

Varsenare, naast Brugge. Zes mannen en twee vrouwen zijn in de weer met een bal, ze kijken niet op of om. Voetbal is het niet, daarvoor is het veld te klein. Zaalvoetbal evenmin, want er mag niet worden gerend. Toch is dat bij wandelvoetbal niet altijd vanzelfsprekend. Om de bal in het goal van de tegenstander te krijgen wordt er wel eens gedribbeld. Geen wonder, want een aantal mensen hier, die hun hart aan deze sport hebben verloren, speelde destijds in clubverband. Zo ook Roland Verleye (70): “Ik speelde als jonge gast bij Excelsior in Zedelgem, daarna stapte ik over op zaalvoetbal tot mijn 35ste. Dan raakte ik in de ban van fietsen, lange afstanden, naar Lourdes en naar Compostella. Ik fiets nog altijd, maar het doet deugd om ook eens een andere sport te beoefenen.”

Dat kan Luc Mazyn (69) alleen maar beamen: “Het is belangrijk om zoveel mogelijk spieren aan het werk te zetten. Zeker als je wat ouder wordt helpt sport om lenig en soepel te blijven. Ik voel me fitter en energieker sinds ik begonnen ben met wandelvoetbal.” Het is een perfecte sport voor 55-plussers – ze kan ook worden beoefend door mensen met een heup- of knieprothese -, maar het blijft een inspanning, met hijgen en zweten. Zeker tijdens een tornooi gaat het er heftig aan toe. Gelukkig kan en mag er voortdurend worden afgelost. Wordt iemand te moe, dan neemt een ploegmaat zijn plaats in. Al duurt een match maar twee keer een kwartier, toch is een toernooi behoorlijk vermoeiend. “Deze sport is ook heel goed voor het aanscherpen van je denken, voor je inzicht en coördinatie. Het is voetbal in zijn puurste vorm”, zegt Roland. “En de enige vorm van voetbal waar gemengd wordt gespeeld. Vrouwen zijn er even goed in! De bal komt niet hoger dan heuphoogte, we voetballen dus langs de grond en lichamelijk contact is niet toegelaten: geen tackels en geen slidings.”

“Deze sport is ontstaan in Engeland en veroverde daarna Nederland”, verduidelijkt Luc. “In België werd ze geïntroduceerd door een studieproject van een aantal hogeschoolstudenten. Zij organiseerden een aantal lessenreeksen en een kennismakingstornooi. Met een groepje van OKRA regio Brugge hebben we eraan meegedaan. En dat is ons zo goed bevallen dat we verder zijn blijven trainen met onze ploeg en dat we nu ook zelf tornooien willen inrichten.”

Roland is vanuit zijn teamleidersfunctie bij OKRA de stuwende kracht, Luc is meer de man van de organisatie, de man die de agenda voor de trainingen bijhoudt. “Het staat allemaal nog in een beginfase”, zegt Roland. “Maar je voelt hoe wandelvoetbal echt aan het opkomen is. In Vlaanderen wordt deze sport al beoefend in Genk en nu hier. Mensen doen soms wat lacherig over de term wandelvoetbal. Maar eens ze het gezien of meegedaan hebben, veranderen ze helemaal van mening. Ik ben er zeker van dat het binnenkort in heel Vlaanderen een opmars zal kennen. Zeker nu ook voetbalclubs het aanbieden als een variant voor 55-plussers.”

“Wat we ook zeker niet mogen vergeten is het sociale aspect”, vindt Roland. “Na de training gaan we altijd samen een pintje drinken en zo vormen we een vriendengroepje. Nu nog wat brainstormen over een naam, over een logootje en over de kleuren van onze ploeg. Delicaat hier in de streek van Brugge... we mogen zeker geen groen of blauw nemen, want groen da’s Cercle, en blauw da’s Club.”

CATHY VAN INGELGHEM, KATRIEN VERVAELE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content