© P.G.

Rij Aarlen niet voorbij

Aarlen, dat is zowat het uiterste puntje van België. Toch bezit de stad erfgoedparels die een halte waard zijn.

Tongeren mag dan wel van de daken schreeuwen dat ze de oudste stad van België is, er is nog een andere, bescheidener stad, waarvan de geschiedenis even ver in de tijd teruggaat, zoniet verder. In Aarlen, gelegen langs de belangrijke heirweg die Reims met Trier verbond, vestigden zich al Romeinen vanaf de eerste eeuw voor Christus. “Al kan je nog niet echt van een stad spreken: Aarlen is dan wat men in die tijd een vicus noemt, een groot dorp”, vertelt Elodie Richard, conservator van het archeologisch museum.

Toch woont er op de plek dan al een elite van handelaars en militairen, en ook een keure aan ambachtslui. Die kleine gemeenschap ontmoet elkaar in het badhuis dat gevoed wordt door de Semois en waarvan nog enkele sporen bewaard zijn gebleven. Hun doden begraven deden ze in soms erg weelderig gesculpteerde mausoleums op een begraafplaats langs de heirweg.

Vanaf de derde eeuw wordt het dagelijkse leven van de bevolking echter zwaar verstoord. Barbaarse invallers trekken door de streek en zaaien dood en vernieling. De inwoners van Orolaunum Vicus (de Latijnse naam van Aarlen) ontvluchten de vlakte en zoeken bescherming op de Knippchenheuvel. Ze versterken hun schuilplaats met stenen van de intussen verlaten begraafplaats. En dat is een meevaller voor de archeologen van nu: in de funderingen van de omwalling zijn tal van Gallo-Romeinse bas-reliëfs ongelooflijk goed bewaard gebleven. Ze zijn samengebracht in het archeologisch museum van Aarlen. Het museum is op zich al een bezoek waard: de collectie is één van de belangrijkste in haar soort binnen Europa. De sculpturen verrassen door hun kwaliteit en de uitstekende manier waarop ze werden geconserveerd. Sommige werden terecht geklasseerd als Waalse erfgoedparels.

Heilige bliksemafleider

Met een stadsgids krijg je toegang tot erfgoed dat normaal gesloten is voor het publiek. Zoals de twee antieke torens van de stad, die recent bij werken werden blootgelegd en in nieuwbouw werden ingewerkt. Ze vormen de laatste sporen van de indrukwekkende omwalling die tijdens de laat-Romeine keizertijd rond de Knippchenheuvel werd gebouwd. De ruïnes zijn opvallend massief en prima bewaard gebleven: “Tussen de groeven in de muur zie je de gebeeldhouwde stenen die nog niet helemaal werden blootgelegd”, zegt stadsgids Suzette Chaudron. “De torens kregen trouwens de namen van de Romeinse goden Jupiter en Neptunus mee omdat bas-reliëfs van deze goden in de funderingen zijn teruggevonden.”

Diezelfde Knippchenheuvel is lange tijd een belangrijk bolwerk gebleven. Hij werd in de middeleeuwen en in de 18de eeuw opnieuw versterkt en wordt sinds de 17de eeuw gedomineerd door de Sint-Donatiuskerk, gewijd aan de heilige die traditioneel wordt aanroepen tegen onweer. De rotsen in de streek zijn immers rijk aan ijzer en durven wel eens bliksems aan te trekken! We bereiken de top van de heuvel via een koninklijk klimpad dat ook dienst doet als kruisweg. Rond de kerk bevindt zich een groot terras vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de streek en je bij helder weer meer dan 20km ver kan kijken.

Star Trek op de begraafplaats

Van de hemel terug naar de aarde. Wie van karaktervolle begraafplaatsen houdt, vindt in Aarlen zeker zijn gading. Het 19de-eeuwse kerkhof ligt op een steenworp van het stadscentrum. Het oudste deel ervan roept de sfeer op van de romantische Parijse begraafplaatsen, met scheefgezakte graven tussen weelderige vegetatie. Een ander deel van het kerkhof is gewijd aan de joodse cultus: in Aarlen was lange tijd een belangrijke joodse gemeenschap, vandaar dat de stad ook de oudste, nog in gebruik zijnde synagoge (1865) van het land herbergt.

De oudste joodse graven dateren uit de jaren 1800, maar hun datum van overlijden zorgt voor verwarring. Ze volgen de joodse kalender en die is veel ouder dan de Latijnse. Het is dus normaal dat sommige overledenen hier hun laatste adem hebben uitgeblazen in het jaar... 5676! De grafstenen hebben een heel eigen symboliek. “Je ziet veel afbeeldingen van opgeheven handen”, hoor ik van de gids. Bij nader toezien houden die de middenen ringvinger uit elkaar, precies zoals bij de vulcaanse groet uit de tv-serie Star Trek. Hier uiteraard geen enkel verband met sciencefiction: het gaat om een zeer oude joodse manier van zegening.

NICOLAS EVRARD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content