Respect voor iedereen

Sinds haar verschijning in ‘De slimste mens’, is prof. Eva Brems hét gezicht van Amnesty International Vlaanderen, dat opkomt voor de mensenrechten in de hele wereld. “Ik werk internationaal vanuit mijn werkkamer in Leuven. Is dat niet fantastisch?”

Vorig jaar was ze finaliste van de Eén-quiz De slimste mens en toonde ze dat ze niet alleen over mensenrechten, maar ook over luchtige onderwerpen een woordje kan meespreken.

Plus Magazine: Hoe kijkt u terug op uw deelname aan de populairste quiz van Vlaanderen?

Eva Brems: Ik moet eerlijk toegeven dat ik wel wat geblokt had op de BV’s en de soaps, want ik heb weinig tijd om televisie te kijken. Maar ik heb genoten van De slimste mens. Dingen die ik theoretisch wist over de media, heb ik nu aan den lijve ondervonden. Ik ben niet interessanter geworden of beter in mijn vak, maar dat iedereen nu weet wie ik ben, helpt me zeker in mijn werk als professor en voorzitter van Amnesty.

Meer proffen op tv, is dat een goede zaak?

Ik vind het voor een stuk de taak van professoren om in de maatschappij te staan en kennis te communiceren. Het is niet mijn ambitie om te pas en te onpas op tv te worden opgevoerd maar ik wil wel tonen dat we niet in een ivoren toren leven. Neem nu de week van de mensenrechten, eind vorig jaar. Als ik in dat kader iets over mijn werk aan de mensen kan vertellen, vind ik dat nuttig.

Hoe is uw interesse voor mensenrechten ontstaan?

Als tiener schreef ik voor Amnesty International brieven naar dictators in Zuid-Amerika of Afrika. In mijn kinderlijke onschuld dacht ik: “Als wij met een paar honderd mensen een protestbrief schrijven, gaat die dictator toch schrikken. Of op zijn minst niet meer durven moorden of folteren. Want er is daar een meisje in Leuven dat ervan weet!” Dat idealisme, dat engagement zat er dus al van jongs af aan in.

Amnesty is nu een gerespecteerde organisatie. Zijn de manieren om invloed uit te oefenen veranderd?

Wij stellen rapporten op en hebben contacten met pers en politici om onze boodschap zo luid mogelijk te laten weerklinken. Het briefschrijven is al lang niet meer onze enige actievorm, maar het blijft wel populair. De schenders van mensenrechten weten dat ze constant in de gaten gehouden worden en dat hun misdaden naar buiten worden gebracht. Naming and shaming, dat werkt nog steeds. Ondertussen maken we natuurlijk ook gebruik van nieuwe technologieën zoals het internet, voor internetpetities maar ook voor het contact tussen de afdelingen wereldwijd. Als ik nu ’s morgens mijn mailbox open, vind ik een bericht van de voorzitter van Amnesty International Mongolië of Argentinië, dat is toch fantastisch!

Onlangs werd de 60ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens gevierd. Blijft dat document relevant?

Je moet de Universele Verklaring zien in de context van net na de Tweede Wereldoorlog. Iedereen was verontwaardigd en er bestond wereldwijd een consensus rond nooit meer oorlog die we nooit meer zullen bereiken, vrees ik. In het verdrag wordt een ideaalbeeld opgehangen dat nog lang niet gerealiseerd is. Elke dag worden die rechten op grote schaal geschonden. Dat blijft dus belangrijk, maar je mag er ook niet te veel van verwachten. Het is een leidraad om zoveel mogelijk respect voor de mens te tonen, maar als moreel systeem schiet het te kort. Want wie wil leven in een maatschappij waarin we alleen maar de mensenrechten respecteren? Er bestaat niet zoiets als het recht op liefde of op vriendelijkheid.

Ondertussen zijn er ook verdragen voor vrouwen- en kinderrechten.

Uiteindelijk is dat een verhaal van verdere emancipatie van groepen die uitgesloten of onderdrukt werden. Vele gruwelijkheden ten aanzien van vrouwen werden aanvankelijk niet als schendingen van de mensenrechten gezien. Verkrachting werd pas in de jaren negentig als een vorm van foltering erkend. Bij kinderrechten zien we een evolutie om kinderen zelf een stem te geven in het debat. Voor ouderen bestaat er nog geen apart verdrag. Toch zou dat nuttig zijn om de overheidsverplichtingen ten aanzien van ouderen te benadrukken en bewustzijn te creëren omtrent nieuwe schendingen: in de context van rusthuizen en ziekenhuizen of wat betreft privacy.

Moet elke minderheidsgroep dan een apart verdrag krijgen?

Het komt er niet op aan altijd maar nieuwe teksten te maken, belangrijker is ervoor te zorgen dat de be-staande verdragen worden nageleefd. Het Europese Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg is daarin erg belangrijk. Die rechters volgen de evolutie in de samenleving. Twintig jaar geleden zag men er geen graten in dat homo’s uit het leger werden gezet of dat hen verboden werd een kind te adopteren. Nu wordt dat niet meer aanvaard.

Wat is de impact van de aanslagen van 11 september 2001?

Wereldwijd zie je dat bepaalde landen die gebeurtenissen aangrijpen als een excuus om hun schendingen te kunnen verderzetten. Het woord terrorist werd nog nooit zoveel gebruikt als de laatste jaren. De Russen vinden de Tsjetsjenen terroristen en de Chinezen zeggen hetzelfde over de Oeigoeren. In een land als Groot-Brittannië gelden nu erg repressieve wetten. Een mogelijke verdachte kan er door de politie niet minder dan 28 dagen opgesloten worden voor hij voor een rechter verschijnt. Toch zie je dat er een tegenbeweging is ingezet en met de verkiezing van een nieuwe Amerikaanse president hebben we nieuwe hoop.

U doceert het vak Mensenrechten aan de universiteit van Gent, maar ook het vak Niet-westers recht. Wat kunnen wij daarvan leren?

Meestal staan die rechtssystemen erg dicht bij de mensen. Men gaat er meer uit van de gemeenschap dan van het individu en de nadruk ligt niet op het conflict, maar op het zoeken naar harmonie. Neem nu de dader-slachtofferbemiddeling, dat is een methode die wij hebben overgenomen van de aboriginals.

Bent u tevreden met uw rol binnen Amnesty International?

Zeker. Ik heb heel veel bewondering voor mensen die op het terrein staan en daar de mensenrechten verdedigen, maar iedereen moet uitgaan van zijn eigen kwaliteiten en die van mij liggen meer op het intellectuele vlak. Ik ben enorm blij met mijn kinderen en wil er ook voor hén zijn. Daarom ben ik zo blij dat ik internationaal kan werken, maar vanuit mijn werkkamer in Leuven. n

Filip Godelaine – foto’s: Frank Bahnmüller

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content