De leifruitbomen in de museumtuin van het kasteel van Gaasbeek. natuurenbos.be © Eddy Vangroenderbeek

Plukken maar!

Appelen en peren oogsten uit je eigen tuin. Maar hoe en wanneer precies?

Dit zijn de tips van Jean-Luc Wanzoul, professor aan het Technisch Tuinbouwcentrum van Gembloers.

SNEL CONSUMEREN?

Wil je je appelen en peren al enkele dagen of weken na de pluk consumeren, dan moet je ze plukken wanneer ze net rijp zijn. Dat merk je aan de smaak, de kleur van de pitten – die moet donker zijn! – en aan het feit dat de vruchten makkelijk loskomen van de boom of struik. Wormstekige exemplaren moet je als allereerste plukken, want die rijpen sneller. Wanneer je de aangetaste delen wegsnijdt, kan je deze vruchten nog gebruiken voor compote of sap.

BEWAREN?

Wil je je appelen of peren zo lang mogelijk bewaren, om ze te kunnen consumeren in de wintermaanden, dan moet je allereerst zeker zijn dat het om bewaarsoorten gaat. Onthou verder deze regel: om te genieten van de beste smaak, moet je je bewaarsoorten zo laat mogelijk oogsten, dit wil zeggen net voor de eerste vorst. Let wel: rijm op de takken valt daar niet onder.

Pluk ze als ze nog stevig aanvoelen, als de pitten pas beginnen te verkleuren en als ze wel al loslaten van de boom, maar toch nog enige weerstand bieden. Pluk ze voorzichtig, zonder echt te trekken en beperk je tot de gave exemplaren, want alleen die kan je bewaren. Stockeer ze in een ruimte waar het 3 tot 4°C is. Of gewoon in de kelder – tot 12°C – als het om oude rassen gaat. Controleer je voorraad geregeld en haal de gevlekte exemplaren weg. Bewaar appelen en peren ook steeds apart.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content