Plots wordt uw schenking zwaar belast!

Omdat ‘slimme Belgen’ door middel van een schenking de successie-rechten omzeilden, wordt vanaf 1 januari 2005 een ‘schenking onder opschortende voorwaarde die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker’ in Vlaanderen en Brussel als een legaat beschouwd. Een beslis-sing met dure gevolgen!

Erven doet u omdat de wet u aanduidt als erfgenaam of omdat u als begunstigde bent aangeduid in een testament (dan krijgt u een legaat). Wie iets erft, betaalt successierechten aan de Staat. Wie iets geschonken krijgt, betaalt registratierechten, ook wel schenkingsrechten genoemd.

Voor roerende goederen (geld, kasbons, kostbare voorwerpen,...) maakt het een groot verschil uit of u ze erft of geschonken krijgt. Sinds 1 januari 2004 zijn de schenkingstarieven voor roerende goederen in Vlaanderen immers drastisch gedaald (in Brussel werd recent een gelijkaardige regeling ingevoerd, in Wallonië nog niet). Dat klonk een aantal slimme Belgen als muziek in de oren. Zij deden een zogenaamde schenking ‘onder opschortende voorwaarde van overlijden van de schenker’. Het gevolg was dat de begunstigde de schenking pas kreeg na het overlijden van de schenker (dus na het vervullen van de opschortende voorwaarde), maar dat hij toch maar het veel lagere tarief van de schenkingsrechten hoefde te betalen in plaats van de logische, maar veel duurdere successierechten. Op het moment van de schenking zelf betaalde hij alleen een vast recht van 25 euro.

Sinds het nieuwe Vlaamse decreet van 24 december 2004 dat in werking trad op 1 januari 2005, worden deze schenkingen echter als legaten beschouwd en dus ook als zodanig belast. Deze nieuwe regel geldt ook voor vroegere schenkingen!

In Brussel gebeurde net hetzelfde door de ordonnantie van 17 februari 2005 die in werking trad op 9 maart 2005.

Erven of schenken, de tarieven

Sinds 1 januari 2004 bedragen de schenkingsrechten voor roerende goederen:

In Vlaanderen:

3 % tussen echtgenoten of samenwoners en tussen erfgenoten in de rechte lijn – (groot)ouders en (klein)kinderen

7 % tussen alle andere personen.

Deze tarieven worden toegepast op het volledige bedrag van de schenking. De schenkingsrechten nemen dus niet progressief toe naarmate het geschonken bedrag hoger is.

WEETJE Als de schenking van roerende goederen geregistreerd wordt en er dus schenkingsrechten betaald zijn, wordt het geschonken bedrag niet meer bij de nalatenschap gevoegd, ook niet als de schenker binnen de 3 jaar na de schenking zou overlijden.

In Brussel gelden sinds 9 maart 2005 dezelfde verlaagde tarieven (3 en 7 %).

In Wallonië gelden nog steeds de oude schenkingstarieven, die tot 30 % in de rechte lijn gaan en tot 65 % en zelfs 70 % in de zijlijn. Momenteel zijn er discussies aan de gang om ze te verlagen, maar dat zal nog niet voor onmiddellijk zijn.

In Vlaanderen bedragen de successierechten in de rechte lijn en tussen echtgenoten en samenwoners tot 27 %, in de zijlijn tot 65 %!

In Brussel gaan de successierechten in de rechte lijn en tussen echtgenoten en samenwoners tot 30 %, in de zijlijn tot 65 % (voor broers en zussen ) en 70 % (ooms, tantes, neven en nichten).

In Wallonië bedragen de successierechten, precies zoals de schenkingsrechten, tot 30 % in de rechte lijn en tot 65 % en 70 % in de zijlijn.

Een fictief legaat

Nu al zijn er een aantal verrichtingen die de wet (het Wetboek Successierechten) met een legaat gelijkstelt (vandaar de naam fictief legaat), omdat de wetgever daarin bedekte bevoordelingen ziet. Recent voegden de Vlaamse en Brusselse decreetgevers daar de schenkingen van roerende goederen ‘onder de opschortende voorwaarde die wordt vervuld ingevolge het overlijden van de schenker’ aan toe. Ook deze techniek werd immers als een misbruik beschouwd. Men doelde daarbij vooral op de zogenaamde spiegelschenking, waarbij een belastingvrije schenking (een handgift of een schenking voor een Nederlandse notaris) gecombineerd wordt met een schenking voor een Belgische notaris onder de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van de schenker binnen de 3 jaar. Er worden dan alleen schenkingsrechten van 3 of 7% betaald als de schenker overlijdt binnen de 3 jaar. Dan vervult de opschortende voorwaarde zich en wordt de Belgische schenking effectief uitgevoerd. Overleeft de schenker de termijn, dan neemt de belastingvrije schenking de bovenhand.

U mag deze technieken nog altijd toepassen, maar sinds 1 januari 2005 worden deze schenkingen in Vlaanderen en Brussel dus belast als legaat. Met andere woorden: de begunstigde betaalt de veel duurdere en progressieve successierechten. Deze regel geldt ook voor vroegere schenkingen, zelfs van voor 1 januari 2004 (de datum waarop het tarief verlaagd werd naar resp. 3 en 7 %)!

Wat bedoeld was als het dichtslaan van een achterpoortje heeft echter verstrekkende gevolgen voor de goedmenende burger die zijn vermogen op de best mogelijke manier naar zijn nageslacht wil zien gaan. We illustreren dit aan de hand van een aantal voorbeelden van ongewenste gevolgen:

1. De terugval van vruchtgebruik

Jan wil zijn vermogen schenken aan zijn zoon Peter, met voorbehoud van vruchtgebruik. Zo kan hij tot zijn overlijden zelf de intresten van zijn vermogen innen. Als Jan overlijdt komt het vruchtgebruik bij Peter en krijgt hij de volle eigendom van Jans vermogen. Maar Jan wil dat als hij eerst overlijdt en zijn vrouw nog in leven is, het vruchtgebruik eerst naar haar gaat. Deze techniek heet ’terugval van vruchtgebruik’ of ‘opvolgend vruchtgebruik’ maar wordt juridisch gelijkgesteld met een schenking onder opschortende voorwaarde. Gevolg: Jans weduwe zal successierechten betalen (tot 27 %) op het vruchtgebruik van Jans vermogen, daar waar zij vroeger slechts 3 % schenkingsrechten hoefde te betalen!

2. Het beding van aanwas

Jan en zijn echtgenote sluiten een zogenaamd ‘beding van aanwas’ ten voordele van de langstlevende. Als een van hen overlijdt, krijgt de andere de volledige effectenportefeuille. De fiscus beschouwt een beding van aanwas tussen echtgenoten echter als een schenking. Vermits deze maar doorgaat bij het overlijden van één van beiden, gaat het om een schenking met opschortende voorwaarde. De langstlevende zal voortaan successierechten betalen en niet de lagere schenkingsrechten!

3. De groepsverzekering

Jan sluit een levensverzekering met zijn vrouw als begunstigde. Als Jan overlijdt, krijgt zijn vrouw een kapitaal. Normaal worden daarop successierechten geheven, tenzij het gaat om een kapitaal uit een groepsverzekering (via Jans werkgever) met Jans echtgenote of kinderen als begunstigde. Vroeger kon deze begunstiging door de aanvaarding ervan onderhavig worden gemaakt aan de verlaagde schenkingsrechten (in dit geval 3 %). Sinds het nieuwe decreet biedt deze aanvaarding niet langer een fiscaal voordeel. Het betreft immers een schenking onder de opschortende voorwaarde van het overlijden van Jan. Er moeten dus successierechten betaald worden.

De oplossingen

Hebt u in het verleden een schenking gedaan met een opschortende voorwaarde, overleg dan met uw notaris wat u in uw concrete geval het best kunt doen. U hebt volgende mogelijkheden:

u maakt de schenking onvoorwaardelijk. Maar dit heeft als nadeel dat de begunstigde onmiddellijk over het geschonken vermogen kan beschikken en misschien is dat niet uw bedoeling...

u ontbindt de schenking in akkoord met de begunstigde. Een schenking herroepen (zonder akkoord van de begunstigde) is immers enkel mogelijk tussen echtgenoten en niet tussen andere personen.

Met dank aan prof. A.Verbeke, Greenille Vermogensadvocaten en prof. J. Ruysseveldt

Annemie Goddefroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content