© BERENGERE DESMETTRE

Pirateneiland

Het eiland Martinique kan bogen op een kleurrijke geschiedenis, met piraten in de hoofdrol. In het gezelschap van deze mannen – die vandaag literaire en cinematografische helden geworden zijn – gaan we op verkenning op dit prachtige eiland in de Franse Antillen.

Martinique ligt in het hart van de Caraïbische archipel. Het maakt deel uit van de Bovenwindse Eilanden van de Kleine Antillen en bevindt zich ongeveer 700 kilometer ten zuidoosten van de Dominicaanse Republiek. Columbus ontdekte het door indianen bevolkte gebied in 1502. In 1635 streken de Franse kolonisten er neer, die er de slavernij invoerden. De tussentijd van meer dan een eeuw gaf de zeerovers vrij spel. Door deze geschiedenis is de bevolking op het eiland mulat en heel divers.

Het eiland is lang en erg smal (37 km op zijn breedst) en heeft in het zuiden een zacht reliëf van baaien en inhammen. De beroemde vulkaan La Montagne Pelée vormt het hoogste punt (1.397 m). Haar erupties waren in 1902 zo verschrikkelijk dat de stad Saint-Pierre haast al haar bewoners zag omkomen. Maar de voormalige hoofdstad kent niet alleen maar pijnlijke herinneringen. De huizen met gracieuze colonnades geven de stad een charmante uitstraling die getuigt van een glorierijk verleden, toen de stad zichzelf Klein Parijs van de Antillen noemde, maar je vindt er ook nog sporen van de tragedie van begin vorige eeuw.

Sinds de vulkaanuitbarsting van 1902 is Fort-de-France de hoofdstad van het eiland. Het is er eeuwig zomer, met een gemiddelde jaartemperatuur van 26 graden. Al bieden de passaatwinden uit de Atlantische Oceaan verkoeling. In het oosten ligt de Atlantische Oceaan, in het westen de Caraïbische Zee. In het noorden is het zand van de stranden, aan de voet van indrukwekkende rotsen, grijs en fijn. Deze afgelegen en ongerepte plekken, omzoomd met kokosbomen, vormden een paradijs voor zeerovers en avonturiers.

Piratenleven

Piraten waren de schrik van de wereldzeeën. Ze roofden voor eigen rekening of voor een kaperkapitein, die van zijn land de toestemming had gekregen de vijand te beroven. Tegelijkertijd waren het avonturiers die droomden van goud, vrijheid en plezier. Piraten brachten lange dagen op zee door, ze vochten om een niemendal, hesen om de beurt de zeilen en deden tuig- en matrozenwerk met zulke grote verfijning dat ze er een zekere vingervlugheid aan overhielden. Wanneer een matroos op uitkijk een schip aan bakboord signaleerde, was het alle hens aan dek om de confrontatie aan te gaan. Om de vijand een rad voor de ogen te draaien deed zo’n piratenschip zich soms voor als eerbaar transportmiddel voor elegante dames op reis. Spaanse galjoenen vormden het favoriete doelwit want zij transporteerden vaak edelgesteenten, kruiden, uitheemse en zeldzame objecten uit verre contreien. Wanneer het piratenschip de zwarte vlag hees, kon de strijd beginnen. De buit werd verkocht of geruild tegen andere goederen. Of in zeldzame gevallen verstopt op een plek die enkel via een kaart vol mysterieuze aanwijzingen kon worden teruggevonden. Het strand van Anse Couleuvre is het piratenstrand bij uitstek. Het oogt als een filmdecor met zijn zwarte zand en indrukwekkende rotsen.

Creoolse huizen

Doorheen de eeuwen kreeg Martinique een creoolse identiteit door de vele scheepvaarders die er halt hielden en hun stempel drukten op de architectuur en de vele objecten. De oude huizen, al dan niet bewoond, ontdek je vaak ergens in een uithoek of diep in een smalle inham. Ze zijn altijd van een indrukwekkende schoonheid zoals de planterswoning Moana in de baai van Couleuvre. Het houtwerk en de betoverende gele kleur bieden een zonnige aanblik. Het is een heerlijke rustplek verscholen in de wilde vegetatie in het noorden van het eiland.

Tussen de zuidelijke stranden en de bergen in het noorden is ook de nu verlaten koffieplanterswoning Lagrange een erg nostalgische plek, badend in roze en blauwe pastelkleuren, met smeedijzeren balkons en torentjes. Deze planterswoning, gebouwd in de 18de eeuw door de familie Lagrange-Buée ligt te midden een flamboyant park met brood-, campeche- en mahoniebomen.

Even verderop, nog altijd in het oosten van het eiland, kan je logeren in hotel Plein Soleil, een groot creools huis dat dienst doet als gastenverblijf. Het is omringd door kleine kleurrijke bungalows die uitkijken over de oceaan en verborgen liggen tussen hibiscusplanten en lantana’s. Net zoals in de meeste andere hotels nodigen traditionele creoolse hemelbedden ons uit voor een dagje rustig niksen.

Bloemeneiland

Piraten zijn nieuwsgierig en aarzelen niet om het land waar ze aan wal gaan te verkennen. Martinique wordt ook wel het Bloemeneiland of Leguaneneiland genoemd. Het bezit een overvloedige fauna en flora, te danken aan het regenwoud en de mangroves die je over het hele eiland vindt.

De Balatatuin is een van de bekendste landschapstuinen ter wereld. Hij geeft langs een kant uit op het gebergte Pitons du Carbet en langs de andere op de baai Fort-de-France. Balata, wat ook Mooi Bos betekent, is een stukje paradijs dat de absolute essentie van de vegetatie op onze planeet verenigt.

Dichter bij de kust is het huis Anse La-touch, dat een bewogen en pijnlijke geschiedenis heeft gekend, omgevormd tot de Zoo van Martinique. In de vroege ochtend baden de eenden er in de vijver waarrond het zachte gras zich uitstrekt. Op drogere plekken grond tekenen zich cactussen af, perkjes van kleine delicate palmbomen en overhangende grote palmen. Daartussen duikt her en der een puma, een lynx, een wasbeer of een vogel met spectaculaire kleuren op. En je kan er de geschiedenis van de piraten ontdekken in een kleine tentoonstelling.

TEKST EN FOTO’S BERENGERE DESMETTRE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content