“Pijn is onzichtbaar”

Rug- en nekklachten bezorgen Cecile Farasyn (50) al 19 jaar lang dag in, dag uit pijn. Intussen heeft ze geleerd, deze realiteit een plaats te geven in haar leven en zet ze zich vol overgave in voor lotgenoten.

Mensen helpen, dat is wat Cecile Farasyn al van jongs af wilde doen. Na 15 jaar als verpleegster te hebben gewerkt, werd ze echter op 36-jarige leeftijd omwille van steeds erger wordende nek- en rugklachten vroegtijdig met pensioen gestuurd. “Mijn wereld stortte in”, vertelt Cecile. “Het gemis aan contact met patiënten en collega’s was een harde dobber. Ook financieel was het een afknapper en vielen heel wat toekomstplannen in het water. Om nog maar te zwijgen van alle extra kosten voor medische verzorging en ziekenhuisopnames.” Cecile belandde intussen al 25 maal in het ziekenhuis en onderging 17 heelkundige ingrepen. “Maar ik ben nooit bij de pakken blijven zitten”, gaat ze verder. “Ik werd leesmoeder in de school van mijn twee zonen, was actief in het oudercomité en leerde naaien en borduren. Wat niet wil zeggen dat er geen mindere periodes waren. Dagelijks geconfronteerd worden met pijn is erg belastend. Wanneer je ’s ochtends opstaat met pijn en ’s avonds met diezelfde pijn weer in bed kruipt, de hele nacht op zoek bent naar een enigszins comfortabele houding en geen pijnstiller nog uitkomst biedt, dan verlies je wel eens de moed. Een depressie ligt altijd op de loer.”

“Je hebt toch niet te klagen?”

Er is niet alleen de fysieke pijn. Ook dat moest Cecile Farasyn ondervinden. “Je verliest ook heel wat vrienden omdat ze niet altijd geconfronteerd willen worden met pijn, niet weten hoe ze in sommige situaties moeten reageren of bang zijn dat je ze te vaak om een dienst zal vragen. Bovendien kunnen de reacties van de buitenwereld soms ongemeen hard zijn. Je wordt niet altijd ernstig genomen, je wordt algauw afgedaan als een plantrekker, een profiteur. Voor je gevoel van eigenwaarde probeer je er zo goed mogelijk uit te zien, maar dat is vaak misleidend voor anderen. Want als je er niet ziek uitziet, kan je dat ook niet zijn, menen velen. Van oud-collega’s kreeg ik opmerkingen in de zin van Je hebt toch niet te klagen? Je bent de hele dag thuis!

Gelukkig krijg ik heel veel steun binnen mijn gezin. Ik heb een schat van een man, die nooit in de belangstelling wil staan maar achter de schermen massa’s werk verzet. En ook mijn zonen van 22 en 24 springen bij waar nodig. Bovendien heb ik een heel goede huisarts”, benadrukt Cecile. “Iemand die begrijpt wat het is om met chronische pijn te moeten leven. Dat is ontzettend belangrijk!”

Van dag tot dag

“Plannen maken op lange termijn zit er niet meer in. Ik weet immers niet hoe het morgen met me zal zijn. Ik heb net weer een slechte periode achter de rug. Na Kerstmis kreeg ik door de medicatie een maag- en slokdarmontsteking. Dat komt er allemaal nog bij. Het belangrijkste is echter dat je je situatie leert aanvaarden. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Soms heb ik energie om bergen te verzetten, maar mijn lichaam kan dat dan niet aan. Ik heb moeten leren luisteren naar de signalen van mijn lichaam. Wat ik vandaag niet kan doen, zal ik misschien morgen wel kunnen.

Ik pin me niet langer vast op wat ik niet meer kan, maar zoek voortdurend naar nieuwe dingen die ik wél kan. Ik schreef bijvoorbeeld reeds twee poëziebundels waarmee ik aan alle mensen die het moeilijk hebben wil duidelijk maken dat het leven altijd zinvol blijft, zelfs in moeilijke tijden. Die boodschap wil ik ook uitdragen wanneer ik in diverse verenigingen ga praten over leven met chronische pijn.”

Leren leven met pijn

Zo’n vijf jaar geleden ging Cecile door een diep dal. De pijn vrat aan haar en ze begon er de moed bij te verliezen. “Op dat ogenblik hoorde ik echter over een cursus Omgaan met pijn, georganiseerd door Ariadne, een onderafdeling van Ziekenzorg CM die zich bezighoudt met weerbaarheidsvorming voor langdurig zieken. Zo’n cursus doet de pijn natuurlijk niet verdwijnen, maar leert je hoe je ze een plaats kan geven in je leven. Heel belangrijk daarbij was voor mij ook het contact met andere pijnpatiënten. Enige tijd daarna leerde ik via een krantenartikel de vereniging voor mensen met chronische pijn (M.C.P.) kennen. Ik heb lang getwijfeld vooraleer ik de stap zette om een bijeenkomst bij te wonen, maar ik ben heel blij dat ik het toch gedaan heb. Ik leerde er mensen kennen die in dezelfde situatie verkeerden, die me begrepen en wisten wat er in me omging. De vereniging was toen net op zoek naar vrijwilligers om een afdeling aan de kust op poten te zetten en ik heb me daar met hart en ziel op gestort. Hierdoor kreeg mijn leven echt een andere wending. Ik voel me weer nuttig, heb opnieuw een doel in mijn leven. Wij organiseren maandelijks een contactnamiddag waarop sprekers komen praten over alle mogelijke onderwerpen die verband houden met chronische pijn. En je kan er natuurlijk praten met lotgenoten.”

“Vorig jaar gingen we samen met enkele andere zelfhulpgroepen voor pijnpatiënten rond de tafel zitten. We waren er immers van overtuigd dat we door onze krachten te bundelen sterker zouden staan. Zo werd op 27 april 2002 de Vlaamse Pijnliga opgericht. Bij deze vereniging zit ik in de raad van beheer. Soms zijn mijn dagen echt te kort om alle dingen te doen die ik zou willen doen. Ik durf nu gerust te zeggen dat ik leef met mijn pijn en niet omgekeerd. Dat maakt een hemelsbreed verschil!” n

A Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content