Phuket herleeft

Exact vijf jaar later herinneren alleen nog gedenktekens aan de tsunami die Zuid-Thailand verwoestte. Hotels en huizen zijn in ijltempo heropgebouwd. Phuket kan opnieuw pronken met zijn prachtige stranden, zijn grillige rotsformaties, zijn overweldigende natuur. En op de schattige eilandjes in de buurt hebben ook de eeuwenoude tradities de storm doorstaan.

Dat de Thai in de grillige geografische vorm van hun land een olifantenhoofd zien, hét nationale symbool bij uitstek, is geen toeval. De prachtige stranden in het zuiden bevinden zich in de slurf, op een landtong die tot aan de grens met Maleisië loopt. De badplaats Khao Lak ligt aan de westkust van dit langgerekte schiereiland, op een uurtje rijden van de luchthaven van Phuket. Het is langs deze zijde, bij de Zee van Andaman, dat de tsunami op 26 december 2004 verwoestend uithaalde. In dit gebied alleen al maakte hij 6000 slachtoffers.

Exact vijf jaar later, is alles wat verwoest was mede dankzij massale buitenlandse hulp in recordtempo heropgebouwd. Alleen enkele sobere memorials getuigen in stilte, zoals een herdenkingsmuur en een sculptuur van een Zweedse kunstenaar, mede ter herinnering aan de vele Scandinavische slachtoffers. Twee kilometer landinwaarts ligt een politieboot die door de tsunami aan land werd geworpen. Het was de patrouilleboot die Bhumi Jensen, de zoon van de Thaise prinses, in de gaten moest houden terwijl hij zich op het fatale moment op de jetski uitleefde. De prins kwam om, het schip staat nu midden in het weidelandschap. Een surrealistisch beeld.

Olifanten in de rivier

De vernielde bungalows van toen zijn vervangen door moderne resorts die wat hogerop werden gebouwd, maar die nog steeds uitgeven op het strand. Oude tempels moet je hier niet meer zoeken, luxezwembaden, massagetafels en strandstoelen des te meer. ’s Avonds tijdens het diner genieten we van traditionele dans, of we volgen een cursus Thais koken of Artistiek fruitsnijden, een typisch gebruik.

Khoa Lak wordt omgeven door groene beboste heuvels en mangroven. In het natuurpark Khao Sok varen we in een rubberen kano de rivier de Sok af, door een dramatisch landschap met hoge kliffen die boven het regenwoud uitsteken. Apen slingeren speels langs de bomen. Een kleine python heeft exact dezelfde kleur aangenomen als de struik waarin hij zich verschuilt. Zonder de hulp van onze gids – met zijn potsierlijke hoofddeksel van bananenbladeren – zouden we het dier nooit opgemerkt hebben. Het zal niet de laatste verrassing zijn op deze reis.

Vandaag is onze bestemming een boerderij waar Aziatische olifanten worden gekweekt als attractie voor de toeristen. Voor het transport worden ze immers steeds minder gebruikt. Nu nemen ze de toeristen op hun brede, sterke ruggen mee de jungle in, tot bij een waterval. Daar genieten ze van een verfrissend bad in de rivier, terwijl de verzorgers op hen klimmen om hen een goede schrobbeurt te geven. Dat levert een verrassend schouwspel op, vooral wanneer de olifanten welwillend een handje toesteken door liters water met hun slurf over hun eigen lichaam te spuiten.

Chinese traditie

Op de terugtocht bezoeken we het stadje Takuapa, waar de Portugezen in een ver verleden een handelspost oprichtten. Die invloed merken we meteen aan de koloniale architectuur van de huizen. Voor de café’s en woningen hangen houten vogelkooien want de Thai zijn gek op vogels. En zoals overal in Zuid-Thailand valt ook hier de Chinese aanwezigheid op. In een oude Chinese apotheek vinden we allerlei exotische producten voor de meest uiteenlopende kwaaltjes. Boeddhistische tempels liggen her en der verspreid. Even buiten Takuapa prijkt een prachtig complex. Het grote vergulde Boeddhabeeld binnenin wordt omringd door kleinere beeldjes en muurschilderingen. Naast de tempel staat het houten huisje van een monnik, de tempelbewaarder die even argwanend op zijn balkon komt kijken wat die rare westerse snuiters daar allemaal uitvoeren!

Hij hoeft zich geen zorgen te maken, want wij zijn al op pad naar het dorpje Naem Khem, waar kleurrijke houten vissersboten de aandacht opeisen. Van hieruit nemen we een oude ferry voor de overtocht naar het eilandje Kho Khao, dat maar een vijftal hotels telt. Watersporten zijn hier verboden, uitgaansmogelijkheden zijn er niet. Hier is de natuur heer en meester, met schitterende palmbomen, zacht zand en helder water. De lokale bevolking is in de weer op de ananasplantages of ze baten hun eigen kleinschalige rubberplantage uit. Auto’s zijn er amper, daarom maken we een fietstocht langs de enige weg die het lege eiland kent. Verkeerstekens zijn er niet, enkel borden die verwijzen naar de tsunami evacuation route. Als u eraan zou twijfelen of de Thai iets hebben geleerd van de drama’s uit het verleden...

De Boeddha met het marmeren lichaam

Wie Phuket zegt, denkt aan het massatoerisme maar toch heeft de stad haar traditionele charme weten te bewaren. In het koloniale centrum heerst een ontspannen sfeer en overal langs de weg worden minitempeltjes verkocht. Elke Thai zet zo’ tempeltje voor zijn huis om de boze geesten buiten te houden. In de Chinese tempels met hun felle kleuren en versierd met drakenkoppen lopen toeristen en lokale gelovigen binnen en buiten.

Phuket bezit ook één van de grootste wellness- en massagecentra van Azië. Voor een traditionele massage worden we in het Sukko Cultural Spa & Wellness Resort met een golfwagentje naar één van de bungalows gebracht, waar de masseuses ons staan op te wachten. Sinds kort prijkt bovenop een heuvel de nieuwe stadsattractie, een Boeddhabeeld van 45 meter. Om kosten te besparen werd gekozen voor een holle constructie, maar ze werd wel bekleed met 135 ton Birmees marmer. Naast de reuzengod zelf, staat nog een kleinere Boeddha in brons, een minietje van... 12 meter.

Beide beelden kijken uit over de spectaculaire Baai van Phang Nga die we nog het best kunnen verkennen aan boord van een oude houten jonk, waarop we ons 18de-eeuwse zeerovers wanen. Kalkstenen pieken met de grilligste vormen rijzen op uit het water en de eeuwenoude rotspartijen zijn vergeven van de grotten. Ontelbare eilandjes met kleine stranden en lagunes liggen over het gebied verspreid. Eén van de bekendste sites is de zogenaamde James Bondrots, omdat deze locatie gebruikt werd in de film The man with the golden gun. Dat klinkt indrukwekkend, maar in werkelijkheid valt deze rots met zijn markante vorm eerder klein uit, vooral als je hem vergelijkt met de vele andere huzarenstukjes die de natuur ons hier voorschotelt.

Geef ons dan maar het moslimpaaldorp Panyee, een eindje verder op onze vaartocht. De goudkleurige koepel van de nieuwe moskee blinkt er in de zon en is al van ver te zien, aangeschurkt als hij ligt tegen een piek in de vorm van een suikerbrood. Het paaldorp wordt door zo’n 300 families bewoond die nu niet alleen meer van de visvangst maar vooral van het toerisme leven.

Land van contrasten

Het mekka van het massatoerisme op het eiland Phuket en omstreken is Patong Beach. Hoewel de tsunami hier niet zo lelijk huishield, werden toch heel wat hotels langs de kustlijn beschadigd. Van de heropbouw heeft men graag gebruik gemaakt om alles nog wat grootser op te vatten. De badstad bulkt van de resorts, de shoppingmalls met alle denkbare internationale merken, de trendy bars en restaurants. Toeristen uit de hele wereld stromen toe want voor de ene is dit een uitverkoren plek, een place to be and to return. Voor de andere, die rust en bezinning zoekt, een plek om zo snel mogelijk te ontvluchten. Dit is het andere gelaat van Thailand, voor en na de tsunami: een land vol diepe tegenstellingen.

Filip Godelaine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content