GUY LEGRAND, VOORMALIG HOOFDREDACTEUR VAN CASH! © FRANK BAHNMÜLLER

Pensioen, de happy few en de anderen

Frankrijk is een raar land. De regering kondigt een hervorming aan, waarna de mensen protesteren en vervolgens... wordt er gepraat. Nog vreemder en zelfs choquerend: het zijn de luxeproletariërs die op straat komen en slachtoffertje spelen. Want daar waar bij ons de witte jassen manifesteerden om de kwaliteit van onze gezondheidszorg te verdedigen, legden in Frankrijk de spoorwegarbeiders het land lam tijdens de feestperiode. Terwijl treinbestuurders kunnen stoppen met werken op 52 jaar, met 2.636 euro pensioen voor een volledige loopbaan. De Parijse metrobestuurders krijgen zelfs tot 3.705 euro. Zwaar werk en een grote verantwoordelijkheid? Wellicht, maar wat met de verpleegkundigen en zorgkundigen, die veel lastiger uurroosters hebben? Of de leerkrachten die te maken krijgen met opstandige adolescenten in ‘moeilijke’ wijken?

VOLGENS DE OESO GENIETEN DE FRANSEN HET LANGST VAN HUN PENSIOEN.

Dat sommige vakbonden het opnemen voor deze eerste categorie en de tweede negeren, slaat ons met verstomming. Zelfs de publieke opinie lijkt niet te reageren. Een raar land...

Toch wekt het geen verwondering dat Frankrijk zijn pensioenstelsel wil hervormen: het land is erg gul, al wordt het geconfronteerd met dezelfde demografische uitdaging als de rest van Europa. Volgens de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, gekend voor zijn internationale studies) is het armoederisico van gepensioneerden in de Westerse landen het kleinst in Denemarken, gevolgd door Frankrijk. Bij onze zuiderburen voelen gepensioneerden ook het minst de behoefte om bij te verdienen: inkomsten uit arbeid vertegenwoordigen er amper 5% van de totale inkomsten van senioren, tegenover 10% in België en Nederland, 15% in Duitsland en Groot-Brittannië en bijna 20% in Spanje en Italië, maar ook in Zweden en Noorwegen. De Scandinavische landen – niet bepaald sociaal onwelvarend – tonen aan dat senioren niet altijd werken omdat ze geld nodig hebben. In tegenstelling tot de Verenigde Staten en Japan, waar inkomsten uit arbeid meer dan een derde tot wel 40% van de inkomsten van gepensioneerden uitmaken.

Uit andere OESO-statistieken blijkt dat de Fransen het langst van hun pensioen genieten: gemiddeld 23,6 jaar wat betreft de Franse mannen, tegenover 21,3 jaar in België, 19,5 jaar in Duitsland en amper 17,2 jaar in de VS. Idem dito voor de Franse vrouwen. Op dat vlak mogen wij Belgen evenmin klagen. Al vallen onze pensioenen maar magertjes uit. Nog altijd volgens de OESO bedraagt het nettopensioen bij ons 66% van het laatste loon. Daarmee scoren we beter dan de Duitsers (51%), maar een pak minder dan de Fransen (75%), de Luxemburgers (88%) en de Nederlanders (101%)! Moeten de Belgische gepensioneerden nu op straat komen? In tegenstelling tot de Franse spoorwegarbeiders, kunnen zij het land niet lamleggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content