Parel van verwondering

Van nomadenland tot oliestaat en technologische parel, het woestijnemiraat Abu Dhabi is een land om permanent verwonderd te staan. Over de futuristische skylines langs de Arabische Golf, de groene oases, supermusea en sierlijke oryxen.

Ze zijn wondermooi, de kromzwaardoryxen. Met hun lange hoorns, een woestijnbleke huid en oogversiering zijn ze de troef van het natuurpark op Sir Bani Yas, een klomp in de Arabische Golf. “Net als de woestijnluipaard was de oryx bijna uitgestorven”, zegt gids Nicky terwijl we zandgazellen spotten. “Het eiland is genoemd naar de stammenbond van de Bani Yas, waar de familie van sjeik Zayed (1918-2004) deel van uitmaakt. Hij was onze eerste milieuactivist en wou het ecologische toerisme ontwikkelen”. Het eiland is voor Abu Dhabi, het grootste sjeikdom van de Verenigde Arabische Emiraten, meer dan een toeristisch project. Het vroegere bedoeïenenland wil een veelzijdige samenleving zijn waar het goed leven is.

Op de terugweg naar de hoofdstad is de snelweg door de woestijn verrassend omzoomd met struiken, palmen en bloemen. Geen fata morgana maar de Verenigde Arabische Emiraten in tijden van hoogtechnologisch vernuft.

Tempels van kunst

De hoofdstad Abu Dhabi is een permanente metamorfose: neem een foto, kom volgende maand terug en alles is anders. De baai combineert science fiction met de sprookjes van Sheherazade. Vissershutten maken plaats voor gigantische projecten. Tussen het Emirates Palace Hotel, de vissershaven vol dhows (traditionele zeilscheepjes) en gekoelde restaurants, ligt de Corniche met wolkenkrabbers, shoppingcentra en een tapijtensoek. Hier een haventje met dure jachten, daar een F1-circuit en ginds de blanke Zayed-moskee vol marmer, bloemmotieven en islamitisch raffinement. Abu Dhabi, wat ‘Vader van de Gazelle’ betekent, blijft uitdijen, hemelwaarts en langs de zee. Met Masdar City, de eerste CO²-vrije stad met windmolens en zonnepanelen, bijvoorbeeld.

Het emiraat wil ook bezoekers lokken met een uiterst prestigieus museumproject. Op Saadiyat, het ‘Eiland van Geluk’, ontstaat tussen lagunes, hotels en golfvelden, een cluster van kunsttempels. Op de punt het Guggenheim van Frank Gehry, als een constructie van perfecte chaos. Het Louvre van Jean Nouvel wordt een spectaculaire schotel van woestijnlicht. Het Maritiem Museum van Tadao Ando lijkt op het zeil van een dhow en het Performing Arts Centre van de Iraakse Zaha Hadid is geïnspireerd op bomen, bladeren en vruchten. Het is reikhalsend uitkijken naar de voltooiing volgend jaar.

Fonkelende ster

In de stad staan overal moskeeën, want sjeik Zayed wou dat elke moslim vlak bij huis kon bidden. Fonteinen klateren, het kostbare water spat in het rond. Met zijn gouden koepel wijst het Emirates Palace naar Allah’s hemel. Het ‘zevensterrenhotel’ is het symbool van gastvrijheid voor staatshoofden, emirs, filmsterren en gegoede reizigers. Alles wat blinkt, is 24 karaats. Er fonkelen 1002 kristallen lusters van Swarovski. En in het blauwe salon symboliseren fresco’s met zeven paarden de Verenigde Emiraten.

Op de landtong Breakwater staart u naar de metropool van de 21ste eeuw in een lege woestijn. Sportscooters razen over de golven, families kuieren over de promenade. Abu Dhabi is niet langer een schamel dorp maar een fonkelende ster.

Groene bergen

De woestijn is hier niet leeg. In het binnenland is ze geel, oranje en rood. Maar op de grens met Oman ligt tegen de bergen Al Ain, een tuinstad met parken, groenteplantages en fruitgaarden. De besproeide heuvels met hun archeologische site zijn voor de inwoners van Abu Dhabi wat voor ons de zomerse zee is: een koele vakantiebestemming. Forten uit oorlogszuchtiger tijden sieren de stad.

In de Buraimi-wijk waait stof over de grootste kamelenmarkt. Hij herinnert aan het vervlogen bedoeïenenleven. Een steile weg slingert omhoog naar Jebel Hafeet, de hoogste berg van het emiraat. Bij de top verwent het hotel u traditioneel met koffie en dadels. Het is late namiddag en op het terras doet de zonsondergang z’n werk. Hij vult woestijn, bergen en landbouwgronden met de mildheid van een roze gloed.

Tekst en foto’s: Mark Gielen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content