Over klontjes en designbieten

Tienen, dé suikerstad van België, heeft sinds enkele jaren ook een boeiend museum dat aan deze zoetstof is gewijd. U maakt er interactief kennis met de geschiedenis, de productie en alles wat reilt en zeilt in en om het ‘zoete goud’.

Het Suikermuseum, in het historische centrum van de stad, kwam er in 2002 naar aanleiding van de 150ste verjaardag van de Tiense suikerraffinaderij. Op dezelfde site vindt u verder een toeristisch infobureau, een streekgerechtencentrum, een cafetaria en het stedelijk museum Het Toreke, waar opgegraven objecten uit de Gallo-Romeinse tijd te zien zijn. Die periode komt overigens ook in de eerste zaal van het Suikermuseum aan bod. Voor alle duidelijkheid: de Romeinen kenden nog geen suiker maar de voorloper daarvan, de honing, was een kostbaar goed en werd in luchtdichte potten bewaard. Tijdens de diverse opgravingen werden dergelijke Gallo-Romeinse potten teruggevonden.

Suikergeschiedenis

Het waren de kruisvaarders die in het Midden-Oosten voor het eerst in aanraking kwamen met suiker en die het goedje in West-Europa introduceerden. Later werd het vanuit overzeese kolonies aangevoerd maar het was vooral Napoleon die de suikerproductie op het Europese vasteland een stevige por in de rug gaf toen de Engelsen de handelsschepen tegenhielden. De Franse keizer reageerde prompt: met drastische belastingverminderingen moedigde hij de inheemse bietenteelt aan.

In 1836 ging de Tiense suikerfabriek van start en de boeren in de buurt begonnen massaal bieten te kweken. Foto’s uit de oude doos getuigen van de zware arbeid waarvoor ook kinderen en vrouwen werden ingeschakeld, naast seizoenarbeiders die tijdens de bietenoogst vanuit heel Vlaanderen kwamen helpen en dan in varkensstallen sliepen.

Hightech revoluties

Vandaag haalt men vier keer meer suiker uit een biet dan in de middeleeuwen en dat is vooral aan de technologische vooruitgang te danken. Kampte men tussen 1959 en 1974 nog met erg slechte oogsten waardoor de helft van de bieten verloren gingen, vandaag slagen de Tiense onderzoekers erin zogenaamde designbieten te maken, bieten op maat. De zaden krijgen in het lab een slim jasje aangetrokken, een coating met een cocktail van beschermmiddelen waardoor ze resistent worden tegen allerlei kwalen. Verder onderzoek gaat uit naar diverse types suiker, zoals inuline. Dat is een stof die uit wortels van chicorei wordt gewonnen, wat proeft als suiker maar veel caloriearmer is.

Pupi di Zuccaro

Het museum probeert voor ieder wat wils te bieden met een mix van geschiedenis en techniek, maar ook met meer ludieke knipoogjes. Zo kunt u de grootste hits beluisteren waarin het thema suiker opduikt en in drie reuzentaarten vindt u alle types Tiense klontjes en hun verpakkingen terug. Iedere bezoeker krijgt een audiogids die bij het betreden van elke zaal informatie geeft, kinderen stillen hun nieuwsgierigheid via de animatiefiguurtjes op de vele touch-screenschermen die ze onderweg vinden.

Ook de gezondheidsrisico’s van suiker gaat dit museum niet uit de weg. Zo wordt de vraag “Verkort veel gebruik van suiker het leven?” positief beantwoord. En op grafieken zien we dat de Belgen de ferventste suikereters van Europa zijn. Wij verbruiken 45 kg suiker per inwoner per jaar. Zuiderse landen zoals Italië houden het gezonder, met gemiddeld 25 kilo. Maar op Allerzielen kunt u maar beter geen Siciliaans kind zijn, want dan krijgen zij een heleboel fraai beschilderde suikerpoppen als geschenk van de overledenen. Enkele prachtige exemplaren van deze Pupi di Zuccaro zijn hier nog tot september 2007 in een tijdelijke tentoonstelling te bewonderen, samen met een fotoreportage over de Siciliaanse suikerbakkers. n

Suikermuseum Tienen, Grote Markt 4. Dinsdag tot zondag, 10-17 uur. Toegang: euro 5 (60+: euro 4), combiticket met ‘Het Toreke’: euro 6. Info: tel. 016 80 56 66, www.tienen.be

Filip Godelaine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content