Opnieuw aan het werk na een lange ziekte

Langdurig ziek zijn is nog te veel een zwart-witverhaal: ofwel werk je, ofwel ben je ziek en dus thuis. Daar komt stilaan verandering in. Overheid én bedrijven werken aan flexibelere oplossingen om langdurig zieke werknemers herin te schakelen op het werk.

Langdurig of chronisch ziek zijn, het zal je maar overkomen. De impact reikt immers veel verder dan het ziek zijn. Om te beginnen is er de financiële weerslag. Als je langer dan één maand (bij arbeiders nog eerder) afwezig bent op het werk, val je terug op een ziekte-uitkering die heel wat lager ligt dan je loon. Zo’n 40% van de bedienden en 20% van de arbeiders hebben gelukkig een verzekering arbeidsongeschiktheid, die een aanvulling biedt op die ziekte-uitkering (meestal tot 80% van het loon). Een niet te onderschatten voordeel!

Er is ook het sociale aspect. Wie langdurig afwezig is, heeft vaak het gevoel er niet meer bij te horen, al hoeft dit niet zo te zijn. Overheid en bedrijven zijn zich bewust dat het anders moet. Flexibeler. Het Regeerakkoord spreekt over een “grondige hervorming die zal focussen op de re-integratie van wie langdurig ziek is.” Wat bestaat er vandaag en welke voorstellen zitten er in de pijplijn?

Het werk (deeltijds) hervatten

ZO GAAT HET NU

Als je als langdurig of chronisch zieke werknemer opnieuw (deels) aan de slag wilt, kan dat momenteel enkel via het systeem van de toegelaten arbeid via je ziekenfonds. Op die manier kan je een gedeeltelijke ziekte-uitkering combineren met een loon en – minstens even belangrijk – blijf je ook voltijds verzekerd. Want stel dat je buiten dit systeem, op eigen houtje, deeltijds het werk hervat en je valt daarna terug ziek of je wordt werkloos, dan wordt je uitkering op je deeltijdse loon gebaseerd. De periode dat je deeltijds werkt én deeltijds een ziekte-uitkering ontvangt in het systeem van de toegelaten arbeid wordt ook voltijds meegerekend voor je pensioen. Maar je kan in dat systeem evenwel niet zelf beslissen om deeltijds terug aan de slag te gaan: je hebt de toestemming van je werkgever en van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds nodig.

Hoe werkt het?

Je vraagt vooraf toestemming om opnieuw aan de slag te gaan aan de adviserend geneesheer van je ziekenfonds. Sinds 2013 moet je niet meer wachten tot je die toestemming effectief gekregen hebt om het werk te hervatten. De arts bezorgt je de toestemming ten laatste 30 dagen na je werkhervatting. Voor het ziekenfonds is het belangrijk dat je nog steeds minstens 50% arbeidsongeschikt bent en dat je werkhervatting verenigbaar is met je gezondheidstoestand.

Je meldt je ziekenfonds uiterlijk de werkdag voor je hervatting dat je het werk hervat.

WEETJE. Op de website van je ziekenfonds vind je een formulier om je deeltijdse werkhervatting online aan te vragen.

Ook je werkgever moet akkoord zijn dat je het werk deeltijds hervat. Je kan dit systeem niet afdwingen.

WEETJE. Het is niet omdat je voor het ziekenfonds minstens 50% arbeidsongeschikt moet zijn, dat je ook voor 50% het werk moet hervatten. Beide zaken staan los van mekaar.

ZO WORDT HET IN DE TOEKOMST

Het Regeerakkoord. In het federaal Regeerakkoord staat dat de regering zal onderzoeken in welke mate de mogelijkheid om het werk deeltijds te hervatten (met toestemming van de adviserend geneesheer) kan worden uitgebreid naar personen die minder dan 50% arbeidsongeschikt zijn.

Een nieuw wetsvoorstel. Monica De Coninck – minister van Werk in de vorige regering – diende samen met parlementsleden Meryame Kitir en Fatma Péhlivan een wetsvoorstel in om de regeling voor langdurig zieken te versoepelen. Het voorstel betreft een nieuwe regeling voor het gewaarborgd loon van werknemers die lijden aan een chronische of bijzondere ziekte die herhaalde fases van arbeidsongeschiktheid met zich meebrengt. Als een zieke werknemer bijvoorbeeld een aantal weken kan werken en dan weer niet – en er meer dan 14 dagen tussen twee ziekteperiodes liggen – moet de werkgever telkens opnieuw het gewaarborgd loon betalen. Het voorstel wil dat het ziekenfonds deze personen onmiddellijk een uitkering geeft, waardoor de werkgever voor de (meesten) van die werknemers het grootste deel van het gewaarborgd loon niet meer moet betalen.

Monica De Coninck: “Deze versoepeling is belangrijk voor mensen met een fluctuerende gezondheidstoestand, zoals mensen in nierdialyse of mensen die kanker hebben en tijdens hun behandeling blijven doorwerken. Als ze dan een tijdje buiten strijd zijn, moet hun werkgever telkens opnieuw een gewaarborgd loon betalen. Dat zorgt ervoor dat mensen die willen en kunnen werken toch in ziekteverlof blijven. Bij iemand die kanker heeft, zou het mogelijk moeten zijn dat de behandelende arts én de arts van het ziekenfonds samen een regeling uitwerken voor een bepaalde periode (1 tot 3 jaar) en dat de werkgever daarin mee stapt. De zieke werknemer moet zo lang mogelijk door een arbeidsovereenkomst verbonden blijven en zou periodes van volledige arbeidsongeschiktheid moeten kunnen afwisselen met periodes van gedeeltelijke werkhervatting en/of periodes van volledige werkhervatting. En dit zonder dat hij voor elke werkhervatting de toestemming moet vragen en elke periode arbeidsongeschiktheid moet aangeven.”

Re-integratieprogramma

Momenteel roept de adviserend geneesheer van het ziekenfonds de patiënt meestal tussen de derde en de zesde maand arbeidsongeschiktheid op. Maar daar komt binnenkort verandering in: ten laatste drie maanden na de start van de arbeidsongeschiktheid zal een re-integratieplan worden opgemaakt. De patiënt zal niet langer enkel worden opgeroepen om na te gaan of hij nog arbeidsongeschikt is, maar er zal ook worden uitgezocht wat deze werknemer nog wél kan doen. Daar worden drie artsen bij betrokken: de behandelende arts (die de patiënt het beste kent), de preventieadviseur (die de werkomgeving kent en de overlegorganen) en de adviserend geneesheer van het ziekenfonds (die ervaring heeft met werkhervatting).

De maatregel over het re-integratieplan is opgenomen in de programmawet, maar het is nog wachten op een koninklijk besluit voor de uitvoering ervan. Verder komen er specifieke opleidingsmogelijkheden die een snelle(re) herinschakeling mogelijk maken.

De arbeidsgeneesheer

In mei 2014 werd de regelgeving over het contact tussen een werknemer en de arbeidsgeneesheer aangepast. Tot dan kon een werknemer niet op eigen houtje de bedrijfsarts contacteren. Die afspraak moest altijd via de werkgever gebeuren. De aanpassing kwam er om werknemers, die terug willen werken na een langdurige afwezigheid door ziekte, de kans te bieden discreet een gesprek met hun bedrijfsarts aan te gaan om advies te vragen of te praten over een eventuele aanpassing van het werk.

Een werknemer kan nu dus zonder medeweten van de werkgever de bedrijfsarts contacteren. De werkgever moet daar niet van op de hoogte worden gebracht. De arbeidsgeneesheer mag de werkgever enkel informeren als de werknemer daarmee akkoord is. Het is ook niet meer nodig dat je minstens vier weken arbeidsongeschikt bent vooraleer je bij de bedrijfsarts terecht kunt. En sowieso moet je de bedrijfsarts kunnen zien binnen de 10 dagen na je aanvraag.

Ook de werkgever kreeg nieuwe mogelijkheden en verplichtingen:

Zo kan hij voortaan de arbeidsgeneesheer verwittigen als hij signalen opvangt dat de fysieke of psychische toestand van een werknemer de risico’s verhoogt die aan een bepaald werk verbonden zijn. De arbeidsgeneesheer oordeelt dan onafhankelijk of hij de werknemer effectief medisch onderzoekt.

Hij moet ook de namen en contactgegevens van de preventieadviseurs en vertrouwenspersonen op een makkelijk toegankelijke plaats in het bedrijf kenbaar maken.

ANNEMIE GODDEFROY

Een herinschakeling is nog geen afdwingbaar recht voor werknemers.

Van de 330.000 langdurig zieken zullen er dit jaar 40.000 het werk hervatten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content