Opera voor dummies

Ingewikkeld, duur, oubollig en oersaai? Klopt niet! Want al moet u opera enigszins ‘verdienen’, het is makkelijk om van dit genre te houden! Twaalf tips om, zelfs als leek, langzaam maar zeker grip op opera te krijgen.

1. Opera, dat is toch een elitaire bedoening?

Absoluut niet! Enkel wie nog nooit een voet in de opera heeft gezet, denkt dat het een verwaand of duf wereldje is. Dat de opera een trefpunt is voor snobs, is een (hardnekkig) vooroordeel dat de meeste operahuizen met alle geweld de wereld uit willen. Niet overtuigd? Doe de test en ga erheen in uw meest sjofele plunje: niemand die daar vandaag nog vreemd van opkijkt. En de ouderwetse aanpak – een operazangeres die geen voet verzet en luidkeels tekeer gaat met uitgestrekte armen – bestaat enkel nog in een paar operahuizen waar die stijl blijft aanslaan: in de Verenigde Staten en soms ook in Italië. Elders werd de opera resoluut van onder het stof gehaald.

2. Wat voor publiek gaat momenteel naar de opera?

In Europa is de gemiddelde leeftijd van de toeschouwers 54 jaar. In België hebben de inspanningen van de drie grote operahuizen (De Munt in Brussel, de Vlaamse Opera in Antwerpen en Gent, de Opéra Royal de Wallonie in Luik) om een jonger publiek aan te trekken, vruchten afgeworpen. In 2012 was 18% van de bezoekers van de Vlaamse Opera jonger dan 30 jaar. Vandaag zijn zelfs piepjonge bezoekers (6-7 jaar) geen uitzondering meer, al blijven de voorstellingen op zondag wel hun eigen oudere, ja zelfs hoogbejaarde publiek in rolstoel trekken. Vast staat dat door de deelname van vermaarde solisten als Pavarotti en Domingo aan variétéconcerten, een nieuw generatie toeschouwers de weg naar de opera heeft gevonden, benieuwd om te weten hoe hun idolen presteren op de ‘ernstigere’ scène.

3. Hoe kies ik uit het aanbod?

Dat is inderdaad niet eenvoudig! Elk van de Belgische operahuizen pakt uit met een kwaliteitsprogramma en een eigen insteek: u kunt opteren voor een repertoire en een regie die bewust avant-gardistisch zijn (De Munt), de nadruk leggen op belcanto (de ORW) of een voorkeur hebben voor Duitse of Slavische producties (Vlaamse Opera) maar evenzeer voor een traditioneel repertoire en dito regie (de drie operahuizen). Elk seizoen is er voor ieder wat wils, van uiterst klassiek tot bijzonder gedurfd. De musts voor 2013-2014? Met Der Rozenkavalier (Strauss) mikt de Vlaamse Opera op het regiedebuut van acteur en Oscarwinnaar Christoph Waltz (Inglorious Bastard), alvorens het seizoen af te sluiten in het gezelschap van de beroemdste losbol aller tijden: Don Giovanni (Mozart), in een nieuwe productie van Guy Joosten. De Munt belooft met La Clemenza di Tito (Mozart), Jenufa (Janacek), Rigoletto (Verdi) en Orphée et Eurydice (Gluck) verrassend en boeiend uit de hoek te komen. En in Luik zijn Roméo et Juliette (Gounod), Aida (Verdi) en Maria Stuarda (Donizetti) al voor 80% uitverkocht.

4. Welk werk moet ik kiezen voor mijn allereerste keer?

Specialisten raden aan om in dat geval een opera te kiezen waarvan de aria’s makkelijk te onthouden zijn (zoals die van La Bohème of van Turandot) en die tussen de 17de en 19de eeuw werden gecomponeerd (door Händel, Mozart, Puccini, Tsjaikovski, enz.). Wie recenter werk wil horen, zit goed met Wozzeck (Berg). Een tip voor beginners: kies voor een partituur die niet langer duurt dan twee uur.

5. Is het belangrijk om het verhaal vooraf te kennen?

Dat is altijd beter. Op het internet reikt Wikipedia voor elk werk een uitstekende basis aan, met een samenvatting van de plot en een beschrijving van de hoofdpersonages. Wie geen zin heeft om zelf informatie bij elkaar te sprokkelen, kan naar de gratis inleidingen die de meeste operahuizen net vóór de voorstelling organiseren: ze duren gewoonlijk een halfuurtje en gaan door in de foyer. En anders kunt u nog altijd een referentiewerk zoals The New Pocket Kobbé’s Complete Opera Book in uw tas of jaszak stoppen.

6. En als ik het dan nog altijd niet snap?

Geen nood, daarvoor dienen de boventitels (in twee talen)! Ook al bent u daardoor verplicht om de blik naar boven te richten, ze zijn een enorme hulp. De Munt projecteert Nederlandstalige boventitels en sinds kort ook systematisch Franse, zelfs als de opera in die taal wordt gezongen. In de ORW projecteren ze al sinds 1992 vertalingen boven de bühne, ook in het Duits.

7. Wat trek ik aan?

Wat u maar wilt! “Toeschouwers komen gewoon in een jeans en een trui. Niet bepaald op hun paasbest”, betreurt een oudere medewerker die in De Munt de plaatsen aanwijst. “De dames zorgen voor een elegant accent – een sjaaltje of een halssnoer -en daarmee is de kous af.” Avondjurken en smokings zijn al lang verleden tijd, zelfs tijdens premières. Enkel op gala-avonden ademt de opera nog de deftige chic van weleer.

8. Is de zaal van doorslaggevend belang?

In België hebben we oude, middelgrote schouwburgen die zo mooi zijn – gouden ornamenten, karmozijnrood fluweel, enorme kristallen kroonluchters – dat u ogen tekort komt. Toch verkiezen sommige toeschouwers moderne, grote gebouwen boven zalen op mensenmaat. Een operahuis kiezen is dus bijna even belangrijk als uitzoeken welk werk u wilt beluisteren.

9. Wat zijn de beste plaatsen?

Niet noodzakelijk de parterreplaatsen. Wat telt, is recht voor het podium zitten. Een plaats achterin in een loge op de benedenverdieping is minder interessant dan een zitje op het balkon (zelfs heel hoog) recht voor het toneel. Trouwe operabezoekers zitten trouwens liever in de engelenbak (helemaal bovenaan) dan op de eerste of tweede rij, zolang ze maar recht voor het podium zitten.

10. Hoe lang duurt een voorstelling?

Dat varieert van 45 minuten tot... 6 uur voor opera’s van Wagner. Almaar vaker bieden operahuizen alles continu aan of verdelen ze lange werken over twee al dan niet opeenvolgende avonden.

11. Wat moet dat kosten?

De prijzen schommelen enorm. Naargelang de zitplaats, het uitgevoerde werk, de periode van het jaar, uw statuut (student, senior...) of de zaal, betaalt u € 5 tot € 125 per persoon (en zelfs meer op de avond van de première). Onthoud dat u via de meeste schouwburgen ook korting krijgt voor de parkeergarages in de buurt.

12. Kan ik op het laatste nippertje nog tickets kopen?

Jazeker! Zelfs wanneer er bij een voorstelling sold out staat, houden de meeste operahuizen een voorraadje goedkope tickets voor goede plaatsen achter de hand. Die verkopen ze de dag zelf, een uur voor de voorstelling, aan de kassa. Wie eerst komt, eerst maalt!

Info: www.vlaamseopera.be, www.demunt.be, www.operaliege.be

Valérie Colin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content