Op de bres voor de gewone man

Na een carrière van veertig jaar is Jan Van Rompaey een van Vlaanderens bekendste mediafiguren. Onvermoeibaar, onverslijtbaar. Een oude rot in het vak, maar vooral een gedreven man.

Hij heeft het zoals altijd druk – er wordt weer hard gewerkt aan Ombudsjan – maar doet niet moeilijk om wat tijd uit te trekken voor een interview: “Ik vind dat bij het vak horen. Iemand die populaire programma’s maakt, moet openstaan voor het publiek.” Al vier decennia lang speelt dat publiek een centrale rol in het leven van Jan Van Rompaey. In 1964 begon hij bij de radio, vier jaar later kreeg hij een contract bij de vroegere BRT. “Ik zag mezelf laatst op een lijst van jubilarissen staan. Zesendertig jaar vaste dienst bij de omroep! Het was wel even schrikken... Ik ben een veteraan in een wereld waar de jeugd het voor het zeggen heeft. Maar dat heeft ook zijn voordelen. Als je wat ouder bent, heb je vanzelf meer gezag en krijg je respect. Voor een programma als Ombudsjan, dat zo integer mogelijk moet zijn, is dat belangrijk.”

Dingen in beweging brengen

In de loop der jaren heeft hij bijna meer programma’s gemaakt dan hij zich kan herinneren. Echo, Terloops, Jan en Alleman, Argus, Zeker Weten, Schermen en Jan Publiek zijn er slechts enkele van. “Als ik erop terugkijk, zie ik wel een duidelijke evolutie van entertainment naar sociale bewogenheid. Schermen was een talkshow, Zeker Weten was nog vooral documentair en journalistiek. Met Jan Publiek, ons vorige programma, wilden we vooral verschillende meningen aan bod laten komen en de mensen tonen dat je genuanceerd over de dingen kunt denken. En met Ombudsjan willen we echt iets bereiken. Mensen helpen, dingen in beweging brengen. Natuurlijk blijft er een showelement in aanwezig, want als je veel kijkers wil hebben, moet je het zo presenteren dat de mensen met plezier blijven kijken. En die kijkers hebben we nodig. Precies de grote kijkdichtheid geeft ons de kans om druk uit te oefenen.”

Boekt hij ook resultaten? “Het lukt niet altijd, maar het medium is machtig.” Kan die macht niet gevaarlijk zijn? “Dat beseffen we heel goed. Daarom bereiden we onze dossiers zorgvuldig voor. Daar kruipt enorm veel werk in – we hebben een team van zeventien mensen – maar het is noodzakelijk, want fouten kunnen we ons niet veroorloven.” Zelfs als je stevig in je schoenen staat, maak je als producer en presentator van een consumentenprogramma niet altijd vrienden. “Dit voorjaar hadden we een item over kleine beleggers die boos waren op de banken omdat ze vonden dat ze als gevolg van foute adviezen geld hadden verloren. Een van de banken die ter sprake kwamen, was de KBC. Een paar weken later deden Lies Martens, mijn co-presentatrice, en ik mee aan de VRT-actie Kom op tegen kanker en mochten we mee aan de telefoon gaan zitten... op de hoofdzetel van KBC. De sfeer was behoorlijk gespannen. Iedereen bleef beleefd, maar we voelden allebei dat we niet echt welkom waren.” Hij glimlacht. “Eerlijk gezegd had ik erger verwacht.”

De spanning blijft

Van Rompaey kan heus wel tegen een stootje. Zijn rijke ervaring in het medium heeft hem een flinke dosis routine opgeleverd, hoewel “er toch altijd een onrust blijft, zeker bij een programma als dit, dat rechtstreeks wordt uitgezonden. Alles kan fout gaan, zodat je altijd bij de pinken moet zijn. Camera’s of microfoons gaan stuk, een publiek kan heel anders reageren dan je verwacht, mensen zeggen of doen gekke dingen, betogers kunnen een studio binnenvallen... We zijn op alles voorbereid, maar toch. Vroeger keek ik erg op tegen het uur van de uitzending en wenste ik vurig dat ze al achter de rug zou zijn. Nu is dat minder, want na meer dan 450 recht- streekse uitzendingen ben je wel één en ander gewoon. Maar toch blijft er altijd een spanning hangen. Eerlijk gezegd ben ik daar blij om. Te veel routine is ook gevaarlijk.”

Als bekend gezicht is het onvermijdelijk dat hij op straat, in de trein, in de supermarkt regelmatig wordt aangeklampt door mensen die hun verhaal willen doen. “Dat moet je erbij nemen, het is onvermijdelijk.” Toch mag het niet te ver gaan want het privéleven is heilig. “Je zult mij nooit met privé-zaken in de boekjes zien staan. Daar doe ik niet aan mee. Mijn vrouw heeft daar trouwens ook een hekel aan. Het is gelukkig geen groot probleem want als je vaak genoeg nee zegt, laten ze je wel met rust. Let op, ik begrijp dat andere mensen die publiciteit wél zoeken. Als je bijvoorbeeld zanger bent en platen wilt verkopen, moet je in de bladen staan, dat is normaal. Maar ik heb het niet nodig en dus doe ik er niet aan mee.”

“Ik heb altijd mijn zin mogen doen”

Aan welk programma denkt hij met het meeste plezier terug? “Als iemand dat vraagt, zeg ik altijd: het programma waar ik nu mee bezig ben. In feite is dat ook zo, want ik ben altijd met mijn programma’s gestopt wanneer ik begon te voelen dat het genoeg begon te worden. Maar als ik toch een favoriet moet noemen, denk ik dat het Zeker Weten was. Nu hebben we een heel strak formaat, een sterk concept en een strenge timing. Het is allemaal heel professioneel en gecontroleerd, wat natuurlijk een goede zaak is. Anderzijds hadden we in Zeker Weten meer vrijheid en konden we creatiever zijn. Ik kon mij meer uitleven en altijd nieuwe dingen bedenken. Het was meer spelen.”

De formule van Ombudsjan, zegt hij, kan zeker nog een poosje mee. “Dit is trouwens een programma dat alleen de openbare omroep kan maken. Bij een commerciële zender zou het niet kunnen, ze mogen zeggen wat ze willen. En het is echt nodig dat dit soort van programma’s blijft bestaan.” Van commerciële zenders gesproken, hebben ze nooit geprobeerd hem met financieel aantrekkelijke voorstellen weg te lokken? “Natuurlijk. En het was verleidelijk. Ik heb er lang over nagedacht, maar achteraf bekeken heb ik er goed aan gedaan dat ik bij de VRT gebleven ben. Ik heb hier uiteindelijk altijd mijn zin mogen doen en de programma’s mogen maken die ik wou, zonder dat mij van hogerhand iets in de weg werd gelegd. En ze hebben mij altijd de middelen gegeven. Bij een commerciële omroep zou ik die vrijheid niet hebben. Ik zou vast en zeker meer geld hebben verdiend, maar ook dat is relatief. Nee, ik heb er geen spijt van dat ik ben gebleven.”

De kunst om vanalles te kunnen doen

Wat zijn grootste talent is? Hij gokt op improviseren. “Ik ben nogal goed in het opvangen van noodsituaties. Het is meer dan eens gebeurd dat we een programma op het laatste ogenblik helemaal moesten omgooien. Dat vind ik een uitdaging, daar leef ik van op. Maar je hebt heel veel ervaring nodig om dat te kunnen.” Een ander sterk punt? “Ik denk dat ik goed ben in het leiden van mijn team. Zeventien mensen, dat is al een kleine KMO. Ik ben dus een beetje een manager. Je hebt mensenkennis nodig om het allemaal in goede banen te leiden... maar dat is geen talent, het is iets dat je leert. Talent, tja, ik heb zoveel watertjes doorzwommen. Ik heb satire gedaan en journalistiek, documentaires en reportages, talkshows, consumentenprogramma’s. Vanalles, eigenlijk. Misschien is dat wel een talent, vanalles kunnen doen.”

Bij dat ‘vanalles’ hoort ook schrijven. In de loop der jaren heeft hij regelmatig stukjes voor bladen gemaakt, maar daar vindt hij al lang geen tijd meer voor. Tot voor kort werkte hij mee aan het patiëntenblad van het Gasthuisbergziekenhuis in Leuven. “Vorig jaar hebben we die bijdragen gebundeld en in boekvorm uitgegeven. Het heeft succes, we zijn al in de vijfde druk. Ik heb altijd graag geschreven, maar het probleem is steeds hetzelfde: tijd vinden. Je kunt niet alles tegelijk doen.”

Later misschien, wanneer hij met pensioen is? “Daar denk ik eigenlijk niet over na. Normaal zou ik op mijn vijfenzestigste moeten stoppen wat al over een jaar of drie zou zijn, maar de grenzen zijn hier nogal vaag. Sommige collega’s kijken uit naar hun pensioen, ik niet. Zolang ik het gevoel heb dat ik goed blijf functioneren – en daar let ik wel op – heb ik geen zin om te stoppen.” Hij glimlacht. “Ik zou het te erg missen...”

A Bart Holsters – Foto’s: Kristien Buyse

Ik ben een veteraan in een wereld waar de jeugd de plak zwaait. Maar dat heeft ook zijn voordelen: je hebt vanzelf meer gezag.

Met privézaken in de boekjes staan, daar doe ik niet aan mee. Als je vaak genoeg nee zegt, laten ze je wel met rust.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content