Ook de fiscus houdt van kunst

Uw tante was een verwoed verzamelaar van antieke klokjes. Ze had geen andere erfgenamen, dus u erft haar volledige collectie. Of: uw schoonvader bezat tien werken van hedendaagse schilders. Twee jaar vóór zijn overlijden schonk hij vijf schilderijen aan een museum. De overige vijf erft uw echtgenote. Of nog: uw buurman heeft geen erfgenamen en u bent zijn beste vriend. Enkele maanden vóór hij overlijdt aan een hartaanval, schenkt hij u zijn postzegelverzameling. In elk van deze gevallen pikt de fiscus graag een artistiek graantje mee.

De nalatenschap van een Belg

In artikel 1 van het Wetboek van Successierechten wordt bepaald dat een ‘recht van successie’ wordt geheven op de waarde van alles wat uit de nalatenschap van een inwoner van het koninkrijk België wordt verkregen, weliswaar na aftrek van de schulden. Het is dus duidelijk dat ook geërfde kunstwerken, antiek of curiosa aan successierechten onderworpen zijn en dit volgens dezelfde regels als de rest van de erfenis.

Om aan de erfenisrechten te ontsnappen, zou men in de verleiding kunnen komen om reeds een deel van zijn waardevolle bezittingen bij leven weg te schenken. Om dit achterpoortje gedeeltelijk te sluiten, voorziet het Wetboek van Successierechten dat wanneer de milde schenker binnen de drie jaren na de schenking overlijdt en er geen evenredige (procentuele) schenkingsrechten werden betaald, de geschonken voorwerpen door de fiscus bij de rest van de nalatenschap mogen worden gevoegd voor het berekenen van de successierechten. De erfgenamen moeten dan bewijzen dat bepaalde dingen vóór het overlijden werden weggeschonken.

De waarde van een nalatenschap

Volgens de wet moeten de erfgenamen zelf een schatting maken van de verkoopwaarde op de dag van het overlijden. Ze hebben de keuze tussen een globale schatting en een schatting per voorwerp. Meestal wordt een globaal bedrag bepaald voor alle meubilair en huisraad van de overledene. Ook een verzameling schilderijen, juwelen, boeken e.d. mag in haar geheel worden geschat.

Maar soms wordt de voorkeur gegeven aan een individuele schatting. Dit is voornamelijk het geval als sommige voorwerpen een veel grotere waarde hebben dan de rest van de nalatenschap. Als ze liever niet zelf een schatting maken, kunnen de erfgenamen een deskundige de waarde van (een deel van) de erfenis laten schatten. Dit verloopt volgens strikte regels, vastgelegd in het Wetboek van Successierechten. De erfgenamen dragen de kosten. De schatting door een deskundige is definitief en bindt zowel de erfgenamen als de fiscus.

WEETJE U kunt een kunstwerk gebruiken om uw successierechten te betalen! In de plaats van geld, geeft u de fiscus dan kunstwerken of voorwerpen die van internationale faam zijn of die behoren tot het cultureel patrimonium. Reeds in de erfenis- aangifte moet u aanduiden met welk kunstwerk u wilt betalen. Daarnaast is een aanvraag vereist bij een speciaal opgerichte commissie van ambtenaren en experten. Zij bepaalt of het aangeboden werk wel degelijk voldoende kwaliteit heeft, zij maakt een definitieve schatting en adviseert de minister van Financiën in zijn beslissing.

Wat weet de fiscus?

De wet geeft de fiscus vele middelen om de inhoud en de waarde van een erfenis te bepalen. Naast de specifieke bewijsmiddelen uit het Wetboek van Successierechten, kan de belastingadministratie het bewijs van een overtreding (niet aangeven of een te lage waarde aangeven) leveren met alle rechtsmiddelen, behalve de eed.

Voorbeeld Uw tante laat u een verzameling antieke klokjes na. In de aangifte van nalatenschap schatte u de hele verzameling op euro 1000. Enkele maanden later veilt u één klokje op een antiekverkoop. Het klokje wordt afgehamerd op euro 6000. De fiscus mag dan aannemen dat het klokje euro 6000 waard was.

Hoe komt de fiscus aan inlichtingen? Wanneer de overledene zijn waardevolle bezittingen in een kluis op zijn naam bewaarde, mag de kluis alleen worden geopend in aanwezigheid van de fiscus. Er wordt dan een lijst opgesteld van alles wat ze bevat. De goederen die in een kluis op naam van de overledene zitten, mogen als zijn eigendom worden beschouwd, tenzij de erfgenamen het tegendeel kunnen bewijzen.

Een bijzonder gevaarlijk bewijsmiddel voor de fiscus vormen de akten van eigendom waaruit blijkt dat de overledene op een bepaald moment eigenaar was van een goed. Deze akten zijn alle documenten in brede zin die aangeven dat een goed zijn eigendom was, zoals een huwelijkscontract of inventaris, de cataloog van een tentoonstelling, enz. Verzekeringsmaatschappijen moeten de fiscus bij overlijden van een cliënt spontaan inlichten over zijn verzekeringscontracten.

Wie moet wat bewijzen?

In het juridisch jargon draagt wie iets moet bewijzen, de bewijslast. In discussies met de fiscus moet u er steeds goed op letten wie wat moet bewijzen. Wanneer u een aangifte doet is het aan de fiscus om eventueel te bewijzen dat de aangifte niet correct is.

Keren we even terug naar de verzameling hedendaagse schilderwerken van uw schoonvader. Als de fiscus uit een verzekeringspolis opmaakt dat de collectie van uw schoonvader uit tien schilderijen bestond en u neemt er slechts vijf op in de aangifte van nalatenschap, dan kunt u vanzelfsprekend een reactie verwachten.

LET OP Als de fiscus kan aantonen dat de overledene al is het maar één dag eigenaar is geweest, moeten de erfgenamen kunnen bewijzen dat het goed niet langer bij het patrimonium van de overledene hoorde. Slagen zij niet in dit bewijs, dan draaien zij op voor de successierechten op dit goed, zelfs als het verdwenen is! Soms is dit bewijs heel moeilijk te leveren. Gelukkig kan de fiscus dit bewijsmiddel voor roerende goederen (meubelen, schilderijen,...) niet gebruiken als de eigendomsdocumenten dateren van méér dan 3 jaar vóór het overlijden.

Vervolgen we het verhaal van uw schoonvader. Als de verzekeringspolis niet ouder is dan 3 jaar vóór het overlijden van uw schoonvader, mag de belastingadministratie vermoeden dat de volledige schilderijenverzameling in de erfenis terechtkwam. U zult dan moeten aantonen dat vijf collectiestukken aan een museum werden geschonken. Als u de overledene niet zo goed kende, kan het leveren van dit tegenbewijs voor problemen zorgen.

De verzameling postzegels die u kreeg van uw buurman 2 maanden vóór zijn plotse overlijden, zal de fiscus moeilijker op het spoor komen, tenzij ze vermeld wordt op een document (‘akte’) dat dateert van minder dan 3 jaar vóór het overlijden van uw buurman.

Hoe gulzig is de Staat?

Wanneer u een waardevol stuk in bezit krijgt via schenking of erfenis, is de verleiding groot om dit te doen met zo laag mogelijke fiscale kosten. Wenst u echter in alle gemoedsrust van dit moois te genieten, dan respecteert u maar beter de fiscale regels.

Dikwijls worden waardevolle kunstwerken of antiek via handgift overgemaakt. Indien de schenker echter binnen de 3 jaar overlijdt, komen de geschonken stukken in de erfenis terecht en zijn successierechten verschuldigd. Om dit te voorkomen, kunt u afwegen of het niet voordeliger is de schenking op papier te zetten en schenkingsrechten te betalen. Sinds 1 januari 2004 werden de schenkingsrechten op roerende goederen in Vlaanderen verlaagd naar 3 % in rechte lijn en tussen echtgenoten, en 7 % voor alle andere schenkingen.

In Wallonië gelden nog de oude tarieven, die vooral tussen niet-verwanten vrij hoog oplopen (tot 80 % voor de hoogste schijf). U kunt dan best even een rekensommetje maken en... bedenken dat ook uw gemoedsrust zijn prijs heeft. n

Annemie Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content